ECLI:NL:CBB:2015:287
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- E.R. Eggeraat
- R.C. Stam
- A.J.C. de Moor - van Vugt
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de AFM om bankafschriften te vorderen in het kader van toezicht op financiële diensten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in hoger beroep over de last onder dwangsom die de Autoriteit Financiële Markten (AFM) aan appellant had opgelegd. De zaak betreft de bevoegdheid van de AFM om bankafschriften te vorderen in het kader van toezicht op de naleving van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Appellant had in 2008 informatie verstrekt aan de AFM over zijn activiteiten met betrekking tot het Jatropha Investment Fund, maar na een klacht in 2010 heropende de AFM het onderzoek. In 2012 legde de AFM een last onder dwangsom op aan appellant om informatie te verstrekken, waaronder bankafschriften. Appellant heeft niet tijdig aan deze last voldaan, wat leidde tot de invordering van een dwangsom van € 80.000,-. De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging.
Het College oordeelde dat de AFM gerechtigd was om de gevraagde informatie, inclusief bankafschriften, te vorderen. Het College bevestigde dat de AFM voldoende redenen had om onderzoek te doen naar de activiteiten van appellant, gezien de informatie op de website van het Jatropha Investment Fund. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de last onder dwangsom rechtmatig was opgelegd, omdat appellant niet adequaat had gereageerd op de informatieverzoeken van de AFM. Het College concludeerde dat de opgelegde dwangsom in redelijke verhouding stond tot de zwaarte van het geschonden belang en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.