Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
2.De standpunten
3.De beoordeling
weleen verzoek als bedoeld in artikel 3, eerste lid Fw ingediend. Verzoeker is in dit verzoek door deze rechtbank bij vonnis van 20 maart 2014 niet-ontvankelijk verklaard. Ingevolge het arrest van de Hoge Raad van 29 januari 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BK4947) is het oordeel van de rechtbank dat verzoeker niet-ontvankelijk is, aan te merken als een afwijzing van het verzoek, waartegen op grond van artikel 292 lid 3 Fw hoger beroep openstaat. Verzoeker heeft echter indertijd geen hoger beroep tegen het vonnis van 20 maart 2014 ingesteld. Dat zijn eerdere verzoek dus niet ‘inhoudelijk’ is behandeld, zoals verzoeker stelt, is in dat verband niet relevant.