Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 juli 1015 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 september 2015 en de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
settlement accounts”, ondertekend namens Grosso Moda en door [de vennoot] namens TMC. Daarin is bepaald dat Grosso Moda (i) op 19 november 2013 drie facturen van Hamzagil open had staan van in totaal € 20.262,00, (ii) op 20 november 2013 creditfacturen heeft ontvangen met betrekking tot die facturen, (iii) op 22 november 2013 facturen heeft ontvangen van TMC voor de producten van Hamzagil van in totaal € 20.262,00 en (iv) “
after settlement and booking” niets meer is verschuldigd aan Hamzagil, maar dat zij het bedrag van € 20.262,00 is verschuldigd aan TMC en TMC datzelfde bedrag aan Hamzagil.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Processuele rechtskeuze
1.158,00(2,0 punten × tarief € 579,00)
5.De beslissing
- het bedrag van € 8.124,00 met ingang van de 30e dag na 31 juli 2013,
- het bedrag van € 9.678,00 met ingang van de 30e dag na 23 september 2013,
- het bedrag van € 4.188,00 met ingang van de 30e dag na 10 oktober 2013,
- het bedrag van € 2.460,00 met ingang van de 30e dag na 31 oktober 2013,