ECLI:NL:RBROT:2015:7275
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet verlenen van vrijstelling van verplichte deelneming aan bedrijfstakpensioenfonds
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 oktober 2015 uitspraak gedaan in een beroep van [eiseres] tegen het besluit van Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP) om geen vrijstelling te verlenen van de verplichte deelneming aan het Pensioenfonds. Het primaire besluit van StiPP, dat op 18 februari 2014 werd genomen, werd door [eiseres] betwist, waarna StiPP het bezwaar ongegrond verklaarde in het bestreden besluit van 28 juli 2014. De rechtbank heeft de zaak behandeld, maar beide partijen zijn niet verschenen op de zitting van 10 september 2015.
De rechtbank heeft overwogen dat de kantonrechter in een eerdere procedure heeft geoordeeld dat [eiseres] niet onder de verplichtstelling valt, en dat dit oordeel de rechtbank bindt. De rechtbank concludeert dat [eiseres] geen belang heeft bij de door haar verzochte vrijstelling, omdat de kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen verplichting tot deelneming in het Pensioenfonds bestaat. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, aangezien [eiseres] ervoor heeft gekozen om een bestuursrechtelijke procedure te starten voordat zij haar standpunt aan de kantonrechter heeft voorgelegd.
De uitspraak benadrukt het belang van de bevoegdheidsverdeling tussen bestuursrechters en civiele rechters, en dat nodeloze procedures zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en partijen geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.