ECLI:NL:RBROT:2015:7274
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing vrijstelling verplichte deelneming aan bedrijfstakpensioenfonds
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 oktober 2015 uitspraak gedaan in een beroep van [eiseres] tegen de afwijzing van haar verzoek om vrijstelling van verplichte deelneming aan het Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). Het primaire besluit van StiPP, dat op 8 mei 2012 werd genomen, wees het verzoek van [eiseres] om vrijstelling af. Dit besluit werd later door StiPP bevestigd in een bestreden besluit van 13 maart 2013. De rechtbank heeft het beroep van [eiseres] niet-ontvankelijk verklaard, omdat de kantonrechter eerder had geoordeeld dat [eiseres] niet onder de verplichte deelneming valt. De rechtbank oordeelde dat, gezien het oordeel van de kantonrechter, [eiseres] geen belang had bij de door haar verzochte vrijstelling. De rechtbank benadrukte dat het niet in lijn zou zijn met de bevoegdheidsverdeling tussen bestuursrechter en civiele rechter om in deze zaak een andere conclusie te trekken dan de kantonrechter. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat [eiseres] de keuze heeft gemaakt om een bestuursrechtelijke procedure te starten voordat zij haar standpunt over de aansluitplicht aan de kantonrechter had voorgelegd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de zaak aan te houden en heeft de uitspraak gedaan zonder dat een nadere zitting plaatsvond. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.