ECLI:NL:RBROT:2014:9892
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Misbruik van procesrecht in bestuursrechtelijke procedures tegen de gemeente Dordrecht
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 16 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar en verhuurder van panden in Dordrecht, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht. De eiser had een groot aantal beroepen ingesteld tegen besluiten van de gemeente, waaronder honderden bezwaarschriften en handhavingverzoeken. De gemeente verzocht de rechtbank om deze beroepen niet-ontvankelijk te verklaren wegens misbruik van procesrecht. De rechtbank oordeelde dat de bestuursrechter een eigen afweging maakt over de ontvankelijkheid van beroepen en dat de gemeente niet zomaar de aanvragen van de eiser buiten behandeling kan stellen op basis van een eerder vonnis dat de eiser verbood om meer dan tien keer per maand contact op te nemen met de gemeente. De rechtbank concludeerde dat de door de gemeente gekozen weg van niet-ontvankelijkheid op basis van de Algemene wet bestuursrecht onjuist was, omdat deze artikelen niet bedoeld zijn voor de situatie waarin de eiser zijn rechten uitoefent. De rechtbank verklaarde de beroepen van de eiser niet-ontvankelijk, maar niet op basis van misbruik van procesrecht, omdat de omstandigheden van de zaak niet wezenlijk anders waren dan in eerdere uitspraken waarin geen misbruik werd aangenomen. De rechtbank benadrukte dat de eiser recht heeft op een inhoudelijke behandeling van zijn bezwaren, mits deze een concreet procesbelang dienen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.