ECLI:NL:GHDHA:2014:75
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Verbod op excessieve verzoeken aan de gemeente Dordrecht in het kader van misbruik van recht
In deze zaak heeft [K.], eigenaar van circa 42 panden in Dordrecht, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in Rotterdam. De gemeente Dordrecht had [K.] gedagvaard in kort geding en geëist dat hij op straffe van een dwangsom van € 300 per overtreding werd verboden om zich meer dan 10 keer per maand met verzoeken tot de gemeente te richten. Dit verzoek was ingegeven door het feit dat [K.] in 2012 en 2013 honderden brieven, faxen en e-mails naar de gemeente had gestuurd, waaronder 790 bezwaarschriften en 467 Wob-verzoeken. De gemeente stelde dat [K.] misbruik maakte van zijn bevoegdheid door deze grote hoeveelheden verzoeken in te dienen, met als doel de gemeente te frustreren in haar werkzaamheden.
De voorzieningenrechter had de vordering van de gemeente toegewezen, maar de dwangsommen gemaximeerd tot € 100.000. Het hof oordeelde dat de gemeente terecht had gesteld dat [K.] misbruik maakte van zijn recht om verzoeken in te dienen. Het hof bevestigde dat ook de bevoegdheid van een burger om aanvragen in te dienen kan worden misbruikt en dat het mogelijk is om dergelijk misbruik in kort geding te verbieden. Het hof oordeelde dat de voorzieningenrechter de vordering terecht had toegewezen en dat de opgelegde beperkingen aan [K.] niet onredelijk waren.
In het incidenteel appel voerde de gemeente aan dat [K.] de veroordeling naast zich neerlegde en dat de dwangsom moest worden verhoogd. Het hof stemde hiermee in en verhoogde de dwangsom tot € 1.260 per overtreding, met een maximum van € 300.000. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter voor het overige en veroordeelde [K.] in de kosten van het geding.