ECLI:NL:RBROT:2014:747
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd wegens overtreding van het rookverbod in horecagelegenheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 februari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Eisers, die een horecagelegenheid exploiteren, kregen een boete van € 600,00 opgelegd wegens overtreding van artikel 11a van de Tabakswet. Dit artikel verplicht werkgevers om maatregelen te treffen zodat werknemers niet hinder ondervinden van roken door anderen. De rechtbank oordeelde dat eisers niet onder de uitzondering voor zelfstandigen zonder personeel vallen, omdat er een werknemer aanwezig was tijdens de controle op 14 september 2012. De rechtbank concludeerde dat de waarnemingen van de controleurs niet gemotiveerd waren betwist door eisers, waardoor de boete gehandhaafd bleef.
Eisers voerden aan dat hun horecagelegenheid een eenmanszaak zonder personeel is en dat zij voldeden aan de voorwaarden voor de uitzondering op het rookverbod. De rechtbank verwierp dit argument, verwijzend naar de aanwezigheid van een werknemer tijdens de controle. De rechtbank benadrukte dat de enkele ontkenning van de bevindingen in het proces-verbaal niet voldoende was om de juistheid ervan in twijfel te trekken. De rechtbank concludeerde dat de Minister bevoegd was om de boete op te leggen en dat het beroep van eisers ongegrond was.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep aan te tekenen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.