Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 augustus 2014 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,
Procesverloop
In de brief van psychologe Tammes wordt gesproken over “een eigen ruimte”. De GGD-arts Spanjersberg adviseert “een eigen slaapkamer cq. een afgescheiden slaapruimte”. In de brief van 28 augustus 2012 van behandelend psychiater dr. Vinkers wordt vermeld dat het voor de klachten van eiseres belangrijk is dat zij in een rustiger omgeving kan worden opgevangen dan thans (in de huidige opvang, De Brug) het geval is. In zijn brief van
27 januari 2014 verklaart dr. Vinkers dat de angstklachten van eiseres zijn verergerd na de brand in de opvanglocatie. Uit deze stukken blijkt niet zonder meer dat de thans geboden opvang qua woonsituatie onvoldoende is. Eiseres kan in De Brug immers - conform het advies van de psychologe en de GGD-arts - beschikken over een eigen, afgescheiden ruimte in een afsluitbare slaapzaal. Bovendien heeft verweerder zich bereid verklaard een verdergaande voorziening te treffen, waarmee eiseres zich geheel van haar kamergenoten kan afzonderen. Daarbij komt ook dat de psychiater niet nader benoemt aan welke criteria “een rustiger omgeving” naar zijn mening zou moeten voldoen. In dit verband wordt met betrekking tot de aangegeven toegenomen angstklachten vanwege de branden in De Brug opgemerkt, dat naar aanleiding van deze incidenten (waarbij een plank van de televisiekast werd beschadigd respectievelijk een deel van een wand in de lockerruimte is verschroeid) camera’s zijn geplaatst en extra bewaking is ingezet ter bevordering van de veiligheid.
Beslissing
mr. S.M. Joseph, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2014.