ECLI:NL:RBROT:2009:BK3840
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Instemmingsrecht van de ondernemingsraad bij wijzigingen in arbeidsvoorwaarden en beloningssystemen
In deze zaak heeft de Centrale Ondernemingsraad (COR) van Unilever Nederland een verzoek ingediend bij de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam. De COR betwistte de rechtmatigheid van verschillende wijzigingen die Unilever had doorgevoerd met betrekking tot arbeidsvoorwaarden, waaronder het afschaffen van ADV-dagen en leeftijdsafhankelijke dagen, de invoering van een vacaturestop, het bevriezen van salarissen voor managers en wijzigingen in het variabele beloningssysteem. De mondelinge behandeling vond plaats op 15 juni 2009.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de wijzigingen in de ADV-regeling en de leeftijdsafhankelijke dagen geen instemmingsplichtig besluit zijn, omdat deze wijzigingen worden beschouwd als wijzigingen van primaire arbeidsvoorwaarden. De rechter verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, die stelt dat instemmingsrecht van de ondernemingsraad niet geldt voor primaire arbeidsvoorwaarden. De kantonrechter concludeert dat de invoering van een vacaturestop ook niet instemmingsplichtig is, omdat dit niet valt onder de regeling van het aanstellingsbeleid zoals bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).
Wat betreft de bevriezing van salarissen, oordeelt de kantonrechter dat dit eveneens geen instemmingsplichtig besluit is, omdat het gaat om een wijziging van primaire arbeidsvoorwaarden en niet om een wijziging van het beloningssysteem. De wijzigingen in het variabele beloningssysteem worden ook niet als instemmingsplichtig beschouwd, omdat deze wijzigingen niet leiden tot een wijziging van de onderlinge rangorde van beloningen. De kantonrechter wijst de verzoeken van de COR af en compenseert de proceskosten, waarbij beide partijen hun eigen kosten dragen. Deze beschikking is gegeven door mr. C.J. Frikkee en uitgesproken ter openbare terechtzitting.