ECLI:NL:RBROT:2006:BB1863
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.F. Lubberink
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een vordering in een verstekzaak met betrekking tot wettelijke rente en incassokosten
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 18 oktober 2006, heeft eiseres, de besloten vennootschap Transfair B.V., haar vordering in een verstekzaak nader omschreven. De vordering, die aanvankelijk € 18,69 bedroeg, werd aangepast naar € 18,57 vanwege afrondingsverschillen. De rechtbank oordeelde dat alleen het laagste gespecificeerde bedrag in aanmerking komt voor toewijzing. De rechtbank stelde vast dat buitengerechtelijke incassokosten niet onder het begrip 'kosten' vallen zoals gedefinieerd in artikel 6:44 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter wees de wettelijke rente toe over een bedrag van € 419,82, na aftrek van eerdere betalingen door gedaagde.
Eiseres had eerder een tussenvonnis ontvangen waarin zij werd gevraagd haar vordering te verduidelijken. In haar akte verduidelijkte zij dat de vordering was verminderd met € 2,50, waardoor het totaalbedrag op € 567,54 kwam. De rechtbank oordeelde dat de verminderde vordering niet ongegrond of onrechtmatig was en wees deze toe. De rechtbank hield rekening met de deelbetalingen van gedaagde en berekende de buitengerechtelijke incassokosten op € 150,00, die ook werden toegewezen.
De rechtbank concludeerde dat gedaagde, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten moest worden veroordeeld. De uiteindelijke beslissing was dat gedaagde € 570,04 moest betalen aan eiseres, vermeerderd met wettelijke rente, en dat gedaagde ook de proceskosten moest vergoeden. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. W.F. Lubberink en is uitvoerbaar bij voorraad.