ECLI:NL:RBOVE:2025:5404
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bevoegdheid van de burgemeester tot oplegging van een gebiedsverbod in het kader van openbare orde verstoring
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 2 september 2025, wordt het beroep van [eiser] tegen een door de burgemeester van Enschede opgelegd gebiedsverbod van drie maanden behandeld. Het gebiedsverbod is opgelegd naar aanleiding van herhaaldelijke verstoringen van de openbare orde, waarbij [eiser] betrokken zou zijn geweest in drugshandel. De rechtbank oordeelt dat [eiser] zijn beroep heeft beperkt tot de vraag of de burgemeester bevoegd was om het gebiedsverbod op te leggen. De rechtbank concludeert dat de burgemeester zich terecht bevoegd heeft geacht om het gebiedsverbod op te leggen, gezien de ernst van de verstoringen en de vrees voor verdere overlast. De rechtbank wijst op de relevante wetgeving, waaronder artikel 172a van de Gemeentewet, en de beleidsregels omtrent de bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast. De rechtbank stelt vast dat er voldoende aanwijzingen zijn dat [eiser] zijn gedrag zal voortzetten, en dat eerdere maatregelen niet hebben geleid tot een gedragsverandering. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en het gebiedsverbod blijft in stand. [eiser] krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.