Uitspraak
1.[gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
1.Samenvatting
2.De procedure
- de conclusie van antwoord van 4 februari 2025
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert eiser, [eiser], een schadevergoeding van [gedaagden] wegens onrechtmatige ontruiming uit zijn huurwoning. Op 5 juni 2024 heeft [gedaagden] [eiser] uit de woning gezet, zonder toestemming van de rechter. [eiser] vordert een vergoeding voor verhuis- en inrichtingskosten van € 7.428,00 en een smartengeldvergoeding van € 2.000,00. De kantonrechter wijst de schadevergoeding af, omdat niet is aangetoond dat [eiser] schade heeft geleden. Echter, de smartengeldvergoeding wordt wel toegewezen, omdat [eiser] door de onrechtmatige ontruiming in zijn persoonlijke levenssfeer is aangetast. De procedure omvat een dagvaarding, conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling. De kantonrechter oordeelt dat de immateriële schade die [eiser] heeft geleden, als gevolg van de onrechtmatige ontruiming, voor vergoeding in aanmerking komt. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.