Uitspraak
mr. [eiser], uit [woonplaats], eiser,
het dagelijks bestuur Omgevingsdienst IJsselland
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Overijssel
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar tegen een besluit van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst IJsselland behandeld. Eiser, die van januari 2021 tot begin 2023 als juridisch adviseur werkzaam was bij de omgevingsdienst, had bezwaar gemaakt tegen de verwijdering van zijn gegevens van het intranet. Het dagelijks bestuur had op 20 april 2023 besloten dat de plaatsing van een intranetbericht, waarin eisers naam werd genoemd, een rechtmatige verwerking van persoonsgegevens was, maar besloot het bericht toch te verwijderen. Eiser stelde dat hij schade had geleden door de onrechtmatige verwerking van zijn persoonsgegevens en vroeg om schadevergoeding.
De rechtbank oordeelt dat het dagelijks bestuur terecht het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat er geen procesbelang was. De rechtbank concludeert dat de schade die eiser stelt te hebben geleden, niet het gevolg is van het besluit van 20 april 2023, maar van de feitelijke plaatsing van het bericht op het intranet. Het verzoek om schadevergoeding wegens immateriële schade wordt afgewezen, omdat niet is voldaan aan de voorwaarde van onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. De rechtbank benadrukt dat de verwerking van persoonsgegevens onder omstandigheden rechtmatig kan zijn, vooral gezien de bekendheid van eiser binnen de organisatie en zijn kandidatuur voor de ondernemingsraad. De uitspraak bevestigt de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar en wijst het verzoek om schadevergoeding af.