Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
primaireen politieambtenaar heeft omgekocht om vertrouwelijke informatie te verkrijgen uit politiesystemen
subsidiairsamen met anderen niet-openbare gegevens, zijnde vertrouwelijke informatie van de nationale politie, die waren opgeslagen in servers van de nationale politie voor zichzelf en/of anderen heeft overgenomen;
Artikel 6 EVRM en het verschoningsrecht
the sole or decisive basis" is. [5]
the sole or decisive basis" is voor een bewezenverklaring van het onder 1 primair ten laste gelegde. Naar het oordeel van de rechtbank zijn geen nadere compenserende factoren vereist voor het ontbreken van de ondervragingsgelegenheid.
De betrouwbaarheid van de verklaring
Tussenconclusie
“Ok maar je kan wel zien of er onderzoek loopt dat wel? In dat geval kijk maar na dan weten we wat”. [naam 3] zegt op 7 november 2020:
‘Ze zijn aan het checken vriend.’ ‘Morgen na 8 uur heb ik uitslag.’Op 8 november 2020 zegt [naam 4] vervolgens:
‘Die man is wel goed wand bekeuring rood klopt’. Naar aanleiding van deze berichten zijn de loggingen gevorderd van dienstnummers die in de politiesystemen in voornoemde periode [naam 4] hebben bevraagd. Er heeft maar één bevraging plaatsgevonden in het politiesysteem BVI-IB. Deze bevraging werd op zaterdag 7 november 2020 door een politieambtenaar met het dienstnummer [nummer] gedaan. Het dienstnummer [nummer] behoort toe aan [medeverdachte]. [18]
‘Ik moet weten wie dat is en waar die woont’. [naam 1] zegt daarop
: ‘K moet naar almere kan niet over de tel’ ‘K ga die jongen appen’. Kort daarop zegt [naam 1]
‘Jongen van dir politie is doodziek dus k wacht ff met gaan’. [accountnaam 5] zegt op 28 april 2020 tegen [naam 1]: ‘
Ken jij ene [naam 5] en [naam 6] en [naam 7]’waarop [naam 1] zegt
: ‘Heb jij probleem met ze? Vraag achternamen k heb een politie agent heb je alle adressen zelfde dag’. [25]
Het bewijsminimum
Actieve omkoping
Conclusie
hij in de periode van 14 juni 2018 tot en met 29 november 2020 in Nederland, telkens een ambtenaar, te weten [medeverdachte], ambtenaar van de nationale politie, een gift heeft gedaan, te weten geldbedragen, zulks met het oogmerk om hem, [medeverdachte], te bewegen in zijn bediening iets te doen, te weten het verstrekken van vertrouwelijke informatie uit de systemen van de nationale politie, namelijk informatie omtrent personen en/of opsporingsonderzoeken en/of incidenten en/of kentekens, te weten onder andere
- in de periode van 14 juni 2018 t/m 7 november 2020 informatie in relatie tot [naam 1], en
- in de periode van 19 oktober 2018 t/m 23 juni 2020 informatie in relatie tot hemzelf, verdachte [verdachte], en/of zijn partner [naam 2], en
- in de periode van 25 januari 2019 t/m 29 november 2020 informatie in relatie tot [naam 3].
2
hij op 5 september 2023 te Almere een wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een (semiautomatisch) vuurwapen, van origine een gaspistool van het merk Blow, model Class, kaliber 9mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van pistool en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 36 (knal)patronen, merk MES, kaliber 9mm, voorhanden heeft gehad;
hij op 5 september 2023 te Almere een wapen van categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een gasdrukpistool, merk Stinger, model 229, kaliber 4.5mm BB, zijnde een voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, voorhanden heeft gehad;
hij in de periode van 1 juli 2023 tot en met 4 september 2023 te Almere opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt een hoeveelheid hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
aan een ambtenaar een gift of belofte doen met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening iets te doen, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
aan een ambtenaar een gift of belofte doen met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening iets te doen, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden;
onttrokken aan het verkeerde in beslag genomen voorwerpen onder de nummers 1 tot en met 13.