[partij B] vorderen - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [partij A] hoofdelijk verbiedt om de percelen [locatie 6], [locatie 5] en [locatie 7] van [partij B] te betreden of te gebruiken, op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom;
II. Althans voorwaardelijk, voor zover sprake is van een erfdienstbaarheid om per voet te komen naar en te gaan van de [adres 3] over de percelen [locatie 6], [locatie 5] en [locatie 7], primair deze erfdienstbaarheid per datum van het vonnis opheft of subsidiair deze erfdienstbaarheid verlegt;
III. [partij A] hoofdelijk veroordeelt om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de camera’s op hun perceel op een zodanige wijze te plaatsen of te draaien of de instellingen van deze camera’s zodanig te wijzigen (al dan niet met een privacy mask) dat duurzaam en controleerbaar gewaarborgd is dat met deze camera’s de percelen van [partij B] niet meer zichtbaar zijn en het geluid niet meer wordt opgenomen en daarvan binnen twee dagen nadat hieraan is voldaan aan [partij B] bewijs daarvan over te leggen, op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom;
IV. [partij A] hoofdelijk verbiedt om de toegang van [partij B] tot zijn perceel [locatie 5], alsmede de ten laste van een deel van [locatie 1] ten behoeve van perceel [locatie 5] door bevrijdende verjaring ontstane erfdienstbaarheid van recht, te blokkeren, althans te hinderen, althans te bemoeilijken, door op [locatie 1] alsmede op perceel [locatie 5], obstakels, waaronder begrepen motorvoertuigen te plaatsen en geplaatst te houden, op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom;
V. voor recht verklaart dat ten behoeve van perceel [locatie 5] van [partij B] en ten laste van een deel van het [locatie 1] van [partij A] door bevrijdende verjaring een recht van weg is ontstaan om met gemotoriseerd verkeer over genoemd perceel van [partij A] te gaan;
VI. [partij A] hoofdelijk veroordeelt om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan een, op basis van gedeelde kosten, verlijden van een notariële akte van verklaring van verjaring waarin de hiervoor in punt V beschreven erfdienstbaarheid van weg wordt opgenomen, gevolgd door inschrijving van die akte in de openbare registers, op straffe van een dwangsom;
VII. [partij A] hoofdelijk veroordeelt in de kosten van deze procedure.