Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
sole or decisive” voor het bewijs in de strafzaak tegen verdachte moeten worden beschouwd en het gebruik van deze verklaring strijdig is met artikel 6 van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (hierna: EVRM).
sole or decisive rule” primair bepleit dat de verklaring van [medeverdachte] het enige direct aanwijzende bewijsmiddel is dat verdachte koppelt aan de drugsdumpingen. Volgens de raadsman is het feit dat de verdediging niet de gelegenheid heeft gehad om [medeverdachte] te bevragen over zijn afgelegde verklaring, strijdig met het recht op een eerlijk proces. Nu deze verklaring onvoldoende wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier, is de verklaring van [medeverdachte] niet bruikbaar als bewijs, aldus de raadsman.
sole or decisive” voor het bewijs moet worden beschouwd. Voor de beoordeling hiervan is van doorslaggevend belang in hoeverre de verklaring steun vindt in andere bewijsmiddelen. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad moet dat steunbewijs betrekking hebben op die onderdelen van de hem belastende verklaring die de verdachte betwist. Of dat steunbewijs aanwezig is, wordt mede bepaald door het gewicht van de verklaring van deze getuige in het licht van de bewijsvoering als geheel. [23]
sole or decisive” dient te worden beschouwd. Met verwijzing naar de feiten en omstandigheden zoals in paragraaf 4.4.1 zijn weergegeven, is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van [medeverdachte] , inhoudende dat hij samen met verdachte de drugsdumpingen in Annen en Zuidlaarderveen heeft gepleegd, steun vindt in andere bewijsmiddelen, namelijk dat:
- verdachte door een verbalisant is herkend als de persoon die samen met [medeverdachte] op
- het telefoonnummer dat in gebruik is geweest bij verdachte is aangetroffen in de mobiele telefoon van [medeverdachte] , onder het contact “ [alias] ”;
- in de tenlastegelegde periode telefonisch contact heeft plaatsgevonden tussen verdachte en [medeverdachte] ;
- met de telefoon die in het bezit was van verdachte foto’s zijn gemaakt van de zeilboot “ [naam zeilboot] ” die voor de loods stond alwaar het drugsafval is opgehaald en ingeladen in voornoemde bestelbus.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van twee jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
[bedrijf 1] N.V.(feiten 1 en 2): van een bedrag van
€ 38.351,20, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2020, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feit en tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 38.351,20, (zegge: achtendertigduizend driehonderdeenenvijftig euro en twintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
227 dagenkan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
Gemeente Tynaarlo(feiten 1 en 2): van een bedrag van
€ 1.994,72, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2020, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feit en tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 1.994,72(zegge: negentienhonderdvierennegentig euro en tweeënzeventig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
29 dagenkan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;