Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. drs. M.R.A. van IJzendoorn en van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw
mr. R.A.R. Hoekman, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
25 oktober 2021 werd door het sectorhoofd van de Dienst Landelijke Informatie Organisatie (DLIO) opdracht aan het Team Veiligheid, Integriteit en Klachten gegeven tot een oriënterend onderzoek. Hieruit is naar voren gekomen dat met de politiediensttelefoon van verdachte en met gebruikmaking van zijn politieaccount voornamelijk vanaf een vaste werkplek raadplegingen hebben plaatsgevonden in de politiesystemen, die vermoedelijk zonder onderliggende politietaak zijn uitgevoerd. [2] Verdachte is op non-actief gesteld. Hierop is het onderzoek ‘Bouzouki’ gestart.
het bevragen van een persoon zonder gegronde reden en/of noodzaak voor uw taak is niet toegestaan”. Daarnaast is vermeld dat de politiemedewerker de geldende wet- en regelgeving en de korpsvoorschriften moet naleven en dat bij het vermoeden van misbruik de geregistreerde handelingen gelden als bewijs. Rond mobiel werken zijn door verschillende partijen richtlijnen en afspraken gemaakt. In het ‘Gebruikersbeleid Mobiel Device (smartphone, tablet, chromebook)’ is onder meer afgesproken dat de gebruiker zorgvuldig om gaat met informatie. Daarbij moet de gebruiker zich houden aan de geldende wet- en regelgeving, zoals de Beroepscode Politie. [4] In deze Beroepscode Politie staat onder andere het volgende geschreven:
- ik raadpleeg politiesystemen alleen als dat noodzakelijk is voor de uitoefening van mijn functie;
- ik raadpleeg de politiesystemen nooit voor privézaken of voor eigen nieuwsgierigheid of die van een ander. [5]
Waarschuwing. Deze omgeving mag alleen worden gebruikt door gebruikers die door bevoegde instanties zijn geautoriseerd. Misbruik is strafbaar. Alle handelingen op dit systeem worden gelogd’. [6]
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
40 (veertig) uren, te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
mr. M.J.A.L. Beljaars, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. Gottemaker, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2024.