Uitspraak
1.[partij B1] ,
2.2. [partij B2] ,
[partij B3],
4.
[partij B4],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van voorwaardelijke eis in reconventie van [partij B2, B3 en B4] ,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 28 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Door mrs. Teeuw en Paalman zijn spreekaantekeningen overgelegd. Deze zijn aan het dossier toegevoegd.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
beslissingen die de rechtsbetrekking in geschil betreffen en zijn vervat in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, hebben in een ander geding tussen dezelfde partijen bindende kracht.”Dit wordt ook wel het gezag van gewijsde genoemd. De ratio van het gezag van gewijsde is dat een einde moet worden gemaakt aan geschillen over wat in wezen hetzelfde punt betreft. Het belangrijkste doel van het gezag van gewijsde is dan ook dat wordt voorkomen dat steeds weer opnieuw over een geschilpunt kan worden gestreden. Een succesvol beroep op het gezag van gewijsde leidt ertoe dat de rechter in een ander geding tussen partijen gehouden is voort te bouwen op beslissingen in het eerdere vonnis, of een vordering moet afwijzen vanwege het gezag van gewijsde van een eerdere beslissing.
. Voor recht te verklaren dat de pachtovereenkomst tussen [partij A] en wijlen moeder van partijen met betrekking tot de percelen grond te [plaats 2] (…) niet is geëindigd op 18 november 2004 en thans nog geldig is, waarbij [partij A] een pacht betaalt vanaf 1 januari 2010 van € 5.445,- per jaar, zolang de pachtovereenkomst geldt. (…)”