Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellanten] ’en ieder afzonderlijk ‘
[appellant] ’en
‘ [appellante] ’,
Van Wijnen’,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De feiten
. Deze grond is door deze percelen al meer dan 25 jaar in gebruik en onderhouden voor toegang van de percelen en tuin.
een verklaring voor recht dat SHP eigenares is van het gehele kadastrale perceel gemeente [de gemeente] sectie C nummer 6773[thans perceel 10296, toevoeging hof]
, groot twaalf are en één en dertig centiare en dat [appellanten] ten aanzien van dat perceel geen beroep op verjaring toekomt;’ [appellanten] vorderden in reconventie onder meer een verklaring voor recht dat zij eigenaar zijn
‘van de ten processe bedoelde bestaande toegangsweg vanuit de [adres] naar de achterzijde van het perceel [adres] 11, zoals dit thans ook in gebruik is, inclusief de tussen de toegangsweg en de bebouwing van [appellanten] gelegen strook grond (…)’.
‘de feiten’heeft de rechtbank vermeld dat het pad en de strook grond een breedte hebben van respectievelijk ongeveer 3,5 meter en 1,5 meter. In het vonnis staat:
(‘met een breedte van ongeveer 1,50 meter’) die gelegen was op perceel 10296 (destijds 6773). Het hof oordeelde echter ook, anders dan de rechtbank, dat het naast die strook grond gelegen pad (‘
met een breedte van ongeveer 3,50 meter’) niet door verjaring eigendom was geworden van [appellanten] Het hof heeft in het dictum van het eindarrest voor recht verklaard dat SHP eigenaar is van het pad en van het overige gedeelte van perceel 10296 (destijds 6773), dit met uitzondering van de strook grond van ongeveer 1,50 bij 50 meter. In het arrest staat:
van SHP behoren. Het betreft een strook grond met een breedte van ongeveer 1,50 meter die in gebruik is als tuin en een strook grond met een breedte van ongeveer 3,50 meter die in gebruik is als pad. Beide stroken zijn ongeveer 50 meter lang.
, gelegen tussen het kadastrale perceel gemeente [de gemeente] , sectie C nr. 8315 en het pad, aangelegd over perceel nr. 6773[thans 10296; toevoeging hof]
voornoemd, vanaf de kadastrale grens tussen de hiervoor genoemde percelen tot de op 8 juli 1994 aanwezige biels en de in het verlengde daarvan aangebrachte hekwerk, zulks over de volle lengte van perceel C nr. 8315;
en dat dit volledige kadastrale perceel, met uitzondering van de hiervoor omschreven strook van ongeveer 1,50 bij 50 meter, haar in eigendom toebehoort;
van SHP behoren. De tuin is ongeveer 1,50 meter breed. Het pad heeft een breedte van ongeveer 3,50 meter. Pad en tuin zijn ongeveer 50 meter lang.
4.De beoordeling in hoger beroep na verwijzing
van SHP, welk perceel in het verleden heeft toebehoord aan de Christelijke Gereformeerde Kerk in [woonplaats1] . Het betreft een pad ter breedte van ongeveer 3,50 meter en met een lengte van ongeveer 50 meter, waarvan [appellanten] gebruik maakt om vanaf de [adres] op zijn aan de achterzijde van zijn boerderij gelegen bedrijf te komen.
4.Het oordeel van het hof
‘ter breedte van ongeveer 3,50 meter en met een lengte van ongeveer 50 meter.’ [8] Het hof Arnhem heeft in zijn eindbeslissing van 17 april 2012 vervolgens geoordeeld dat [appellanten] door verkrijgende verjaring eigenaar zijn geworden van het pad, dat het hof in zijn tussenarrest van 5 oktober 2010 nader had omschreven als het pad
‘ter breedte van ongeveer 3,50 meter en met een lengte van ongeveer 50 meter’. Het hof Arnhem heeft vervolgens het vonnis van de rechtbank van 12 april 2006 bekrachtigd. [9]