Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
3 3. de heer [gedaagde 3],
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
6 6. de heer [gedaagde 6],
1.Samenvatting
2.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 en 2;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
3.De feiten
4.Het geschil
€ 100.000,00 aan financiering verstrekt om de handelscrediteuren van [eiser] B.V. te voldoen. De investeerders wisten volgens [gedaagden] heel goed dat zij in een startende onderneming investeerden en dat aan de geldleningen een hoog risico was verbonden. Door de investeerders is ook een extra vergoeding bedongen voor het geval de onderneming een succes zou worden. Op het moment dat met de investeerders een aanvullende leningsovereenkomst werd aangegaan hadden [gedaagden] nog goede hoop dat de loyaliteitskaart alsnog van de grond zou komen. Alle schuldeisers van [eiser] B.V. zijn door de heer [gedaagde 6] betaald, alleen de investeerders, die risicodragende leningen hebben verstrekt, zijn niet betaald. Van een (kennelijk) onbehoorlijke taakvervulling door [gedaagden] is geen sprake.
5.De beoordeling
€ 90.000,00 was gekoppeld en dat [eiser] B.V. drie samenwerkingen is aangegaan.
6.De beslissing
9 oktober 2024.