9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair
het misdrijf: poging tot doodslag;
feit 2
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) jaren en 25 (25) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
2 (twee) jaren niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
400 (vierhonderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
200 (tweehonderd) dagen;
schadevergoeding
t.a.v. feit 1
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 5.000,00 (vijfduizend euro), bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt de verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [aangever]van een bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 60 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [aangever] voor een deel van € 8.894,62
niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M.F. Schreurs, voorzitter, mr. J. Wentink en
mr. N.P. Heisterkamp, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.J. ten Brink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 30 september 2024.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met dossiernummer 2023237156, gesloten op 24 juli 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 september 2024, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Op 28 mei 2023 was ik met mijn vrouw thuis in mijn woning in Oldenzaal. De stiefzoon van [aangever] was tegen mijn woning en schutting aan het voetballen. Ik heb hem daarom een beetje boos aangesproken. Even later belde [aangever] aan bij mijn voordeur. Ik heb daarop van boven een alarmpistool opgehaald om mij tegen hem te verdedigen als afschrikmiddel. Ik heb tegen mijn vrouw en [aangever] gezegd dat ik een vuurwapen heb opgehaald. Mijn vrouw zei dat ik niet zo idioot moest doen. Met het wapen in mijn hand deed ik de voordeur open. Ik weet niet waarom ik dat deed. Toen ontstond er een woordenwisseling tussen [aangever] en mij. Op enig moment tijdens die woordenwisseling heb ik gezegd: “nog één stap dichterbij en ik schiet”. [aangever] heeft toen toch een stap gezet. Ik heb toen eerst met het wapen op het hoofd van [aangever] gericht. Daarna heb ik het wapen naast [aangever] in de lucht gericht en de trekker overgehaald. Ik hoorde een klik, maar het wapen ging niet af. Toen stapte [aangever] mijn woning binnen en begon hij mij te slaan. Ik verloor daardoor mijn evenwicht en ben achterover tegen de meterkast aangevallen. Ik had mijn vinger nog op de trekker van het wapen. Door de val zocht ik houvast en op dat moment heb ik in een reflex een knijpbeweging gemaakt, waardoor het wapen af ging. Ik zag een straaltje bloed over de blote buik van [aangever] lopen.
2. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 28 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 97-100):
V: Wat is er vanavond, 28 mei 2023, gebeurd?
A: Mijn man (de rechtbank begrijpt: verdachte) en ik waren thuis. Wij wonen op nummer [nummer 1] aan de [adres 1] .
V: Wat gebeurde er vervolgens?
A: Een paar minuten later stond de buurman aan de deur.
V: Wat deed uw man op het moment dat de buurman voor de deur stond?
A: Mijn man liep naar boven.
A: Mijn man vertelde op het moment dat hij beneden kwam dat hij een pistool op wilde halen.
V: Hij had een pistool in zijn hand.
A: Ik liep achter hem aan en zag dat hij met het pistool in zijn hand en zijn armen achter de rug naar de voordeur liep. Ik heb tegen hem gezegd dat hij niet zo idioot moest doen. De voordeur was op dat moment nog dicht.
V: Wat gebeurde er toen?
A: Mijn man opende de voordeur. Er ontstond al snel een woordenwisseling.
A: Ik zag dat mijn man zijn arm langs de buurman heen stak. Mijn man had volgens mij niet de intentie om dat pistool ook daadwerkelijk op de buurman te richten. Ik hoorde een klik geluid afkomstig van het pistool.
Op dat moment heb ik besloten om naar binnen te lopen om de politie te bellen. Ik hoorde toen vanuit de gang gestommel komen. Ik hoorde dat er klappen vielen. Ik probeerde er tussen te komen, maar dit lukt niet. Ik zag dat de buurman mijn man met een vuist sloeg op zijn gezicht.
V: Waar stond u op dat moment?
A: Ik stond in de gang van de woning.
V: Wat gebeurde er verder?
A: Tijdens het gevecht hoorde ik een knal.
V: Waar was die knal van afkomstig?
A: Dat zal wel van dat pistool geweest zijn.
V: Wat zag ik (de rechtbank begrijpt: u) vervolgens gebeuren?
A: Ik zag dat de buurman naar zijn buik keek. Ik zag dat er een blauwe of zwart kleurige plek te zien was op zijn buik.
3. Het proces-verbaal van bevindingen van 14 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 207-212):
Camerabeelden [adres 2]
Het bleek dat de bewoners van de [adres 2] gebruik maken van een Ring deurbel.
De camera geeft zicht op voortuin van perceel [nummer 2] en de [straat] .
In de voortuin van perceel [nummer 1] (de rechtbank begrijpt: de woning van verdachte) staat een apenboom/slangenden. Een deel van de takken van die boom zijn op het camerabeeld zichtbaar.
Filmfragment 1
Dit filmfragment begint op 28 mei 2023 te 18.54.18 uur.
Te zien is dat drie jonge jongens op het trottoir lopen. De jongen met de bal loopt naar de voordeur van nummer [nummer 2] . De jongen belt aan en hierna is het volgende hoorbaar:
Jongen: " [aangever] die man is naar buiten gekomen".
NN man 1 (de rechtbank begrijpt: aangever): welke man?"
Jongen: "die man van de hoek" (de rechtbank begrijpt: verdachte)
NN man 1: "nou zullen daar dan even heen lopen. Even wachten".
Filmfragment 2
Dit filmfragment begint op 28 mei 2023 te 18.57.03 uur.
Te 18.57.03 uur zijn vier personen zichtbaar. Ze lopen over het trottoir vanaf perceel [nummer 2] richting perceel [nummer 1] .
Er zijn een aantal stemmen hoorbaar.
NN man 2 / [verdachte] :
Na enige tijd werd het geluid van deze stem duidelijker en herkende ik de stem van [verdachte] .
(op vrijdag 9 juni 2023 heb ik [verdachte] gezien en gesproken in de Pl Almelo)
Te 18.58.00 uur is te horen:
[verdachte] :
"pak maar even een vuurwapen.”
Filmfragment 3
Dit filmfragment begint op 28 mei 2023 te 18.59.18 uur.
Te 18.59.18 uur / 18.59.19 uur is het geluid van een knal/een hard geluid hoorbaar.
Dan komt vanaf de zijde van perceel 70 een man met een ontbloot bovenlijf in beeld lopen. De man gaat in de bocht van de straat op de grond zitten.
NN man 1 (de rechtbank begrijpt: aangever): "Hij heeft geschoten. Hij heeft mij neergeschoten".
4. De (aanvullende) forensisch medische letselrapportage van 26 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1, 4, 7-8):
Betrokkene: Dhr. [aangever]
3D. Medische informatie Medisch Spectrum Twente
In de spoedeisende hulpbrief van het Medisch Spectrum Twente staat samengevat dat de betrokkene op 28-05-2023 op de afdeling chirurgie is opgenomen nadat hij een schotverwonding in de buikregio had opgelopen. De kogel is onder verdoving via een 4 cm lange incisie door de arts op de spoedeisende hulp verwijderd. Telefonisch is kenbaar gemaakt dat de opname één dag heeft geduurd en dat de betrokkene op 29-05-2023 reeds ontslagen is.
F.3. De forensische bespiegeling toegepast op de casus
In deze casus is het letsel in de buik gelokaliseerd, waarbij de kogel niet diep is binnengedrongen, wat resulteert in een matige ernst van het opgelopen letsel. In het NFI rapport staat beschreven dat het om een .22 kogel gaat. Het is echter belangrijk te vermelden dat het trauma veroorzaakt door een .22 kogel, in potentie, dieper kan doordringen in de buik en daarbij structuren of buikorganen kan beschadigen.
Samengevat, kan de schade als gevolg van een .22 projectiel leiden tot levensbedreigende situaties met langdurige gevolgen.