ECLI:NL:RBOVE:2024:4414
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van studietoeslag; schending inlichtingenplicht niet opzettelijk; onvoldoende afweging van feiten en omstandigheden bij terugvordering
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, op 20 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Zwolle. Eiser had een studietoeslag ontvangen, maar het college heeft deze ingetrokken en teruggevorderd op basis van vermeende inkomsten uit werk die eiser niet had gemeld. Eiser heeft in beroep gesteld dat hij de inkomsten pas na de beëindiging van de studietoeslag had ontvangen en dat hij niet opzettelijk de inlichtingenplicht had geschonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser inderdaad inkomsten had, maar dat hij niet opzettelijk had gehandeld. De rechtbank oordeelt dat het college de studietoeslag terecht heeft ingetrokken, maar dat het college bij de terugvordering onvoldoende rekening heeft gehouden met de relevante feiten en omstandigheden. De rechtbank vernietigt het besluit van het college voor zover het de terugvordering betreft en draagt het college op om opnieuw te beslissen. Tevens wordt de opgelegde bestuurlijke boete herroepen, omdat het college op de zitting heeft erkend dat deze ten onrechte was opgelegd. Eiser krijgt het griffierecht vergoed.