ECLI:NL:RBOVE:2024:3910

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 juli 2024
Publicatiedatum
22 juli 2024
Zaaknummer
84.311766.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk met een gevangenisstraf en taakstraf

Op 22 juli 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een 63-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 141 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, en een taakstraf van 180 uren. De verdachte was beschuldigd van het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk in een bakwagen op de openbare weg, samen met anderen. De tenlastelegging betrof het opzettelijk voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, dat bestemd was voor particulier gebruik, op 23 november 2023 in Rijssen-Holten. Tijdens de zitting op 8 juli 2024 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie stelde dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend was bewezen, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte dacht dat de bakwagen vol kerstpakketten zat. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk op de hoogte was van het vuurwerk in de bakwagen, gezien zijn verklaringen en de omstandigheden van de zaak. De rechtbank achtte het voorhanden hebben van het vuurwerk bewezen en sprak de verdachte vrij van de andere tenlastegelegde feiten. De rechtbank weegt de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee in de strafoplegging, waarbij de verdachte niet eerder was veroordeeld voor een soortgelijk feit. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op die gelijk is aan de tijd die de verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht, en voegde hier een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf aan toe.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.311766.23 (P)
Datum vonnis: 22 juli 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1961 in [geboorteplaats] ,
wonende aan het [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 juli 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. K. Karapetyan, advocaat in Hengelo, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 23 november 2023 in Rijssen-Holten samen met anderen professioneel vuurwerk (Shells en Enkelschotsbuizen) binnen Nederland heeft gebracht en/of heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 23 november 2023, althans in of omstreeks de maand november
2023,in de gemeente Rijssen-Holten en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
-(ongeveer) 205,8 kilogram Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd Pyro Night),
(COV rapport pag 086-088), en/of
-(ongeveer) 160 kilogram Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd Explosions in
the Sky), (COV rapport pag 089-091), en/of
-(ongeveer) 168 kilogram Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd Fire are born
3-1), (COV rapport pag 092-094), en/of
-72, althans één of meer stuks, Shell (mortierbom, genaamd 6 inch Display Shell),
(COV-rapport pag 095-098), en/of
-72, althans één of meer stuks, Shell (mortierbom, genaamd 3” shell div effecten),
(COV rapport pag 099-102), en/of
-1947, althans één of meer stuks, Shell (mortierbom, genaamd 3” shell DS03 2023),
(COV rapport pag 103-106), en/of
-103, althans één of meer stuks, Shell (mortierbom, genaamd Cilinder Zapakow),
(COV rapport pag 107-108), en/of
-30, althans één of meer stuks Shell (motierbom genaamd (Cilinder Zapakow), (COV
rapport pag 109-110), en/of
-11, althans één of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd
1.2”200 shots cake 2023), (COV rapport pag 111-113), en/of
-11, althans één of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd
1.2”200 shots cake 2023), (COV rapport 114-115),en/of
-11, althans één of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd
1.2”200 shots cake 2023), (COV rapport pag 116-117), en/of
-2, althans één of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed genaamd
KFC4002/TXB 450), (COV rapport pag 118-120), en/of
3, althans één of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd
U17009/XB4006 BAT 100S), (COV rapport pag 121-123), en/of
-4 althans één of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd 242S
0.8
inch-1.75 inch I,W,Z Bateria F4), (COV rapport pag 124-126),
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft opgeslagen en/of
voorhanden heeft gehad en/of aan één of meer anderen ter beschikking heeft
gesteld.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend is bewezen, voor wat betreft het voorhanden hebben van het vuurwerk.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Verdachte had volgens de raadsman geen opzet op het voorhanden hebben van vuurwerk, nu hij dacht de bakwagen was volgeladen met kerstpakketten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende. [1]
In verband met verschillende eerdere aanhoudingen van medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) vanwege het opslaan, verkopen en verhandelen van vuurwerk en een melding van de wijkagent dat [medeverdachte 1] nog steeds zou handelen in vuurwerk heeft het Flexteam Twente op 23 november 2023 gepost voor de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 2] . [2]
Omstreeks 15:38 uur zag verbalisant [verbalisant 1] een witte bakwagen met kenteken [kenteken] parkeren op een parkeerplaats, gelegen tegen de [adres 2] aan. De voor verbalisant onbekende bestuurder - door hem NN1 genoemd - stapte uit. Vervolgens liep NN1 met een pakketje witte A-4 formulieren in zijn handen richting de poort van de tuin van de woning van [medeverdachte 1] . [3] Omstreeks 15:59 uur kwam een oudere, tevens voor verbalisant onbekende man - door hem NN2 genoemd - met een elektrische rolstoel aanrijden en is via de poort van de tuin naar de woning van [medeverdachte 1] gegaan. [4]
Rond 16:25 uur zag de verbalisant de twee onbekende mannen en [medeverdachte 1] uit de tuin van de woning van [medeverdachte 1] komen. De drie mannen hadden een kort onderonsje, waarna de twee onbekende mannen naar de witte bakwagen liepen en vertrokken. Volgens de verbalisant had NN1 geen witte papieren meer in zijn handen. Bij het wegrijden zag verbalisant dat NN1 de bakwagen bestuurde en NN2 als bijrijder fungeerde. [5]
Omstreeks 16:50 uur werd door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] een stopteken gegeven aan een witte bakwagen voorzien met kenteken [kenteken] en namen zij de bakwagen mee naar de parkeerplaats langs de snelweg A1 te [plaats 1] . Daar legitimeerde de bestuurder van de bakwagen zich als medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ). Nadat verbalisanten aangaven dat zij achter in de bakwagen wilden kijken, opende [medeverdachte 2] voor een kort moment een deur aan de rechterzijde van de bakwagen. Verbalisanten zagen achter in de bakwagen meerdere pallets met dozen staan, welke deels met zwarte folie waren dicht gebonden. Op een pallet met witte folie zag verbalisant [verbalisant 2] de opdruk van een vuurpijl en de tekst ‘
happy new’.Hierop is verbalisant [verbalisant 2] in de bakwagen gegaan en heeft hij een doos gepakt. Hij zag vervolgens dat het om vuurwerk ging. Hierop zijn [medeverdachte 2] en de bijrijder - verdachte - aangehouden. [6] Verbalisant [verbalisant 1] hoorde omstreeks 17:04 uur dat het de door hem omschreven NN1 en NN2 werden aangehouden door de collega’s. [7]
Het vuurwerk dat werd aangetroffen in de bakwagen is vervolgens in beslag genomen en onderzocht. Gebleken is dat sprake is van professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, namelijk:
- 205,8 kilogram Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd Pyro Night);
- 160 kilogram Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd Explosions in the Sky);
- 168 kilogram Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd Fire are born 3-1);
- 72 Shells (mortierbom, genaamd 6 inch Display Shell);
- 72 Shells (mortierbom, genaamd 3” shell div effecten);
- 1947 Shells (mortierbom, genaamd 3” shell DS03 2023);
- 103 Shells (mortierbom, genaamd Cilinder Zapakow);
- 30 Shells (motierbom genaamd (Cilinder Zapakow);
- 11 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed), genaamd 1.2”200 shots cake 2023);
- 11 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd 1.2”200 shots cake 2023);
- 11 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd 1.2”200 shots cake 2023);
- 2 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed genaamd KFC4002/TXB 450);
- 3 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd U17009/XB4006 BAT 100S);
- 4 stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd 242S 0.8 inch-1.75 inch I,W,Z Bateria F4. [8]
Vrijspraak van binnen het grondgebied brengen, opslaan en aan een ander ter beschikking stellen
Verdachte wordt verweten dat hij zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk voorhanden hebben, binnen het grondgebied brengen, opslaan en het aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het ten laste gelegde binnen het grondgebied brengen, opslaan en het aan een ander ter beschikking stellen, nu het dossier hiervoor geen bewijs bevat.
Voorhanden hebben
Met betrekking tot het tenlastegelegde ‘voorhanden hebben’ overweegt de rechtbank het volgende.
Bij de beoordeling of sprake is geweest van het ‘voorhanden hebben’ van het vuurwerk spelen drie factoren een rol:
  • de aanwezigheid van het vuurwerk, al dan niet in de onmiddellijke nabijheid van verdachte. Daarbij geldt dat de eigendomsvraag van het vuurwerk er niet toe doet en ook niet van belang is waar het vuurwerk zich bevindt. Wel is van belang dat verdachte over het vuurwerk kan beschikken. Deze beschikking hoeft niet onmiddellijk te zijn;
  • een (machts)relatie tussen verdachte en het vuurwerk. Daarbij geldt dat het enkel onder zich hebben nog niet zonder meer ‘voorhanden hebben’ oplevert, alsmede dat er een zekere relatie dient te bestaan tussen het vuurwerk en de dader in de zin dat met betrekking tot het vuurwerk een zekere machtsuitoefening mogelijk moet zijn en dat het gaat om een zekere handelingsbevoegdheid (beschikkingsmacht), waarvan ook sprake kan zijn als men geen zeggenschap heeft over het vuurwerk, maar wel over de plaats waar het zich bevindt;
  • bewustheid van verdachte met betrekking tot de aanwezigheid van het vuurwerk. Daarbij geldt dat bij verdachte een meerdere of mindere mate van bewustheid moet bestaan ten opzichte van het aanwezig hebben van het vuurwerk. De aanduiding van ‘in meer of mindere mate’ geeft aan dat verdachte zich bewust was van de (waarschijnlijke) aanwezigheid van het vuurwerk, zonder dat die bewustheid zich hoeft te uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van dat vuurwerk. Voor het bewijs van dergelijke bewustheid geldt dat daarvan ook sprake kan zijn in een geval dat het niet anders kan dan dat verdachte zulke bewustheid heeft gehad.
Ten aanzien van de eerste twee factoren overweegt de rechtbank als volgt.
Uit de gevorderde gegevens van het verhuurbedrijf van de bakwagen blijkt dat:
- Verdachte op maandag 20 november 2023 de bedrijfsauto met kenteken [kenteken] heeft gehuurd;
- [medeverdachte 2] de bedrijfsauto met kenteken [kenteken] op woensdag 22 november 2023 en donderdag 23 november 2023 heeft gehuurd. [10]
Verdachte zat als bijrijder in een door [medeverdachte 2] gehuurde bakwagen waarin het vuurwerk is aangetroffen. Als [medeverdachte 2] niet meer kon rijden, dan zou verdachte het van hem overnemen. Het vuurwerk bevond zich in de onmiddellijke nabijheid van verdachte in de laadruimte van die bakwagen waar verdachte vrij toegang tot had. Verdachte had dan ook de beschikkingsmacht over het vuurwerk.
Met betrekking tot de bewustheid van de aanwezigheid van het vuurwerk heeft verdachte op 24 november 2023 en ter terechtzitting van 8 juli 2024 verklaard dat hij niet wist dat hij vuurwerk vervoerde. Hij dacht dat er kerstpakketten in de bakwagen lagen.
Zoals hiervoor overwogen dient bij verdachte een meerdere of mindere mate van bewustheid hebben bestaan met betrekking tot de aanwezigheid van het vuurwerk in de bakwagen. Daarbij geldt dat een verweer, inhoudende een ontkenning van de bewustheid, onderbouwd en niet op voorhand onaannemelijk zal moeten zijn. [11]
Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een niet onderbouwde en op voorhand onaannemelijke verklaring van verdachte. De rechtbank neemt daartoe het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft op 24 november 2023 het volgende verklaard:
V: Wat vervoerden jullie?
A: Vuurwerk, daar was ik niet van op de hoogte.
(…)
V: Waar gingen jullie naar toe?
A: Ga ik niet zeggen.
V: Waarom wil je dat niet zeggen?
A: Anders kan ik niet rustig buiten lopen.
V: Betekent dat je bang bent voor iemand?
A:Ik weet niet wat ik kan verwachten.
V In opdracht van wie vervoerden jullie dit?
A Het is niet echt een opdracht geweest, maar er is een ritje en heb je zin om mee
te gaan?
V Wie vroeg dit dan?
A Ik beroep mij op mijn zwijgrecht.
V: Je zei net dat je bang was, dus dan weet je ook wat je vervoerde?
A: Ik weet nu pas wat ik vervoerde, dat wist ik gisteren nog niet.
(…)
V: In het voertuig is een Jammer aangetroffen, wat kunt u daarover verklaren?
A: ik wist niet dat er een Jammer was. [12]
Verdachte heeft op 29 december 2023 het volgende verklaard:
V: Welke dagen heb jij met [medeverdachte 2] gereden?
A: Die dagen dan, maandag 20 woensdag 22 en donderdag 23 november 2023.
(…)
V: Voor wie reed u met vuurwerk rond?
A: Voor [medeverdachte 1] .
(…)
V: Naar welk adres gingen jullie om vuurwerk af te leveren?
A: Dat werd pas onderweg verteld. Dat zou dan via de telefoon doorgegeven worden. Wij zouden richting [plaats 2] gaan.
V: Waar haalde u het vuurwerk op om af te leveren?
A: Dat kan ik niet zeggen. Omdat ik het niet weet.
Als ik het wel zou weten dan zou ik het niet vertellen denk ik. Omdat ik dan niet
rustig over straat kan lopen.
(…)
O; de bedrijfsauto waar jullie die maandag, woensdag en donderdag in reden, werd ook een GPS jammer aangetroffen.
V: Waarom zat die in de bedrijfsauto?
A: Omdat de klant soms liever heeft dat zijn adres niet bekend werd. Daarom werd dat ding ingeschakeld.
V: Op welke momenten zette jij of [medeverdachte 2] die jammer aan?
A: Een kilometer 5 á 10 voor het adres waar wij moesten zijn. [13]
Gelet op de verschillende afgelegde verklaringen van verdachte in samenhang bezien, acht de rechtbank de verklaring van verdachte, inhoudende dat hij dacht kerstparketten te vervoeren, ongeloofwaardig. Uit de wisselende en op onderdelen tegenstrijdige verklaringen van verdachte en gelet op hetgeen verdachte op 29 december 2023 heeft verklaard, leidt de rechtbank af dat hij in voldoende mate op de hoogte was dat hetgeen in de bakwagen lag professioneel vuurwerk betrof.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde vuurwerk voorhanden heeft gehad.
Opzet
De rechtbank moet - gelet op artikel 2 van de Wet op de economische delicten en de tenlastelegging - beoordelen of de gedraging al dan niet opzettelijk door verdachte is verricht. Volgens vaste jurisprudentie volstaat zogenoemd ‘kleurloos opzet’: het opzet moet gericht zijn op de feitelijk omschreven gedraging. Het opzet hoeft niet mede op het overtreden van het verbod te zijn gericht.
De rechtbank stelt op basis van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen vast dat verdachte de dozen met vuurwerk willens en wetens voorhanden heeft gehad. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het ten laste gelegde feit opzettelijk door verdachte is begaan.
Medeplegen
De rechtbank acht tevens op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Verdachte heeft verklaard dat hij voor [medeverdachte 1] reed. Samen met [medeverdachte 2] was hij onderweg om het vuurwerk af te leveren. Onderweg zou per telefoon worden doorgegeven waar het vuurwerk moest worden afgeleverd. Als medeverdachte [medeverdachte 2] niet meer zou kunnen rijden, dan zou verdachte het van hem overnemen. Naar het oordeel van de rechtbank staat hiermee vast dat sprake was van een gezamenlijke uitvoering en daarmee van het medeplegen van het ten laste gelegde.
Conclusie
De rechtbank acht op grond van voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het aangetroffen vuurwerk samen met anderen opzettelijk voorhanden heeft gehad.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 23 november 2023, in de gemeente Rijssen-Holten,
tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
-205,8 kilogram Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd Pyro Night), en
-160 kilogram Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd Explosions in the Sky),en
- 168 kilogram Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd Fire are born 3-1), en
-72 Shells (mortierbom, genaamd 6 inch Display Shell), en
-72 Shells (mortierbom, genaamd 3” shell div effecten), en
-1947 Shells (mortierbom, genaamd 3” shell DS03 2023), en
-103 Shells (mortierbom, genaamd Cilinder Zapakow), en
-30 Shells (mortierbom genaamd (Cilinder Zapakow), en
-11 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd 1.2”200 shots cake 2023), en
-11 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd 1.2”200 shots cake 2023),en
-11 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd 1.2”200 shots cake 2023), en
-2 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed genaamd KFC4002/TXB 450), en
-3 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd U17009/XB4006 BAT 100S), en
-4 stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, genaamd 242S 0.8 inch-1.75 inch I,W,Z Bateria F4),
voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) en artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit, krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, in verband met de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.
Het bewezenverklaarde levert het volgende economische delict op:
het misdrijf:
medeplegen van een overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen, waarvan 321 voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte moet worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, indien de rechtbank niet tot een vrijspraak komt, verzocht om geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die verdachte heeft doorgebracht in zijn voorarrest, gelet op blanco strafblad van verdachte en het verlies van zijn woning en uitkering bij een langere detentieperiode.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het opzettelijk voorhanden hebben van verschillende batterijen Enkelschotsbuizen en Shells (mortierbommen). De hoeveelheid professioneel knalvuurwerk aangetroffen in de bakwagen heeft opgeteld een netto explosieve massa van meer dan 467 kilogram, waarbij van een aantal Shells de netto explosieve massa onbekend is gebleven
.Het voorhanden hebben van een dergelijke massa is op zichzelf zeer gevaarlijk. Het vuurwerk kan massa-explosief reageren. Dit betekent dat indien één exemplaar in een partij, waarin de artikelen tegen elkaar aanliggen, tot ontbranding komt en explodeert, de kans bestaat dat de hele partij sympathisch mee-explodeert. Het gebied rondom zo een explosie waarbinnen dan kans op letsel en materiële schade bestaat, wordt daarmee vergroot.
Met het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk in een bakwagen op de openbare weg, heeft verdachte onverantwoorde risico’s genomen en de algemene veiligheid van personen en goederen ernstig in gevaar gebracht. De gevolgen van een aanrijding met andere weggebruikers of objecten zouden desastreus zijn geweest. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 16 februari 2024. Hieruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op hetgeen in vergelijkbare zaken wordt opgelegd. De Landelijke Oriëntatiepunten Voor Straftoemeting (LOVS) bevatten geen aanknopingspunten voor het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk.
De rechtbank is van oordeel dat het, gezien voorgaande overwegingen, in beginsel in de rede ligt om over te gaan tot oplegging van een gevangenisstraf die het voorarrest overschrijdt. De rechtbank weegt echter ook de rol van verdachte mee; hij fungeerde als bijrijder en was niet de organisator van de vuurwerkhandel. Gelet hierop en de hiervoor omschreven persoonlijke omstandigheden zal de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het al ondergane voorarrest opleggen. Om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw een strafbaar feit te plegen zal de rechtbank ook een voorwaardelijk gevangenisstraf van 141 dagen opleggen, met daaraan gekoppeld een proeftijd van drie jaren. Om de ernst van het strafbare feit te benadrukken, zal de rechtbank hiernaast een taakstraf voor de duur van 180 uren opleggen.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c en 22d Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
medeplegen van een overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
141 (honderd eenenveertig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. ten Boer, voorzitter, mr. H. Stam en mr. R.P. van Campen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2024.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023543092/Pompa23. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 5 december 2022, p. 12, eerste t/m vierde alinea en het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 23 november 2023, p. 14, vierde t/m zesde alinea.
3.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 23 november 2023, p. 14, zevende alinea.
4.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 23 november 2023, p. 14, achtste alinea.
5.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 23 november 2023, p. 14, negende alinea.
6.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] van 23 november 2023, p. 17 en p. 18, eerste en tweede alinea.
7.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 23 november 2023, p. 15, eerste alinea, laatste zin.
8.Proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van verbalisant [verbalisant 5] van 5 december 2023, bijlagen 2 t/m 15, p. 86 t/m 126.
9.Vgl. Rechtbank Overijssel 18 december 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:4662 en Rechtbank Overijssel 27 juli 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:2147.
10.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] van 28 december 2023, p. 312, achtste alinea, in samenhang met een geschrift, zijnde het verhuurcontract van [bedrijf] op naam van [verdachte] / [medeverdachte 2] van 20 november 2023, p. 280-281, en een geschrift, zijnde een verhuurcontract van [bedrijf] op naam van verdachte van 22 november 2023, p. 276-277.
11.Rb. Overijssel 27 juli 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:2147 en Rb. Overijssel 31 oktober 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:3151.
12.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 24 november 2023, p. 465, laatste alinea, p. 466, eerste t/m zevende alinea, en p. 468, vijfde en zesde alinea.
13.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 29 december 2023, p. 472, tiende en vijftiende alinea, en p. 473, zevende en achtste alinea.