ECLI:NL:RBOVE:2022:2147

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 juli 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
08.910060-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het in bezit hebben, vervoeren en binnen Nederland brengen van professioneel knalvuurwerk

De rechtbank Overijssel heeft op 27 juli 2022 een 56-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, wegens het in bezit hebben, vervoeren en binnen Nederland brengen van een grote hoeveelheid professioneel knalvuurwerk. De verdachte had samen met een mededader in de periode van 25 tot en met 26 september 2017 ongeveer 509 kilogram professioneel vuurwerk, waaronder mortierbommen en flowerbeds, in een Peugeot Partner. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde, ondanks dat hij niet over de vereiste gespecialiseerde kennis beschikte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om te oordelen over de zaak. De verdachte heeft tijdens de zittingen verklaard dat hij slechts als knecht had geholpen met het inladen van het vuurwerk, maar de rechtbank oordeelde dat hij voldoende beschikkingsmacht had over het vuurwerk. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van veertien maanden had geëist, gematigd en rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn. De verdachte is vrijgesproken van enkele andere ten laste gelegde feiten, maar de rechtbank achtte de bewezenverklaring van het onder 1 primair ten laste gelegde feit voldoende.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.910060-17 (P)
Datum vonnis: 27 juli 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1965 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 september 2020 en 13 juli 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J. Veenendaal en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. M.H. van der Linden, advocaat in Almelo, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 25 september 2017 tot en met 26 september 2017 opzettelijk een grote hoeveelheid professioneel knalvuurwerk (zoals mortierbommen (shells), flowerbeds en vlinders), bestemd voor particulier gebruik,
feit 1:samen met een ander in een Peugeot Partner vanuit een opslagplaats in Duitsland binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, heeft vervoerd en/of voorhanden heeft gehad (
primair), dan wel, al dan niet opzettelijk, aldaar professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij niet over de daarvoor vereiste gespecialiseerde kennis beschikte (
subsidiair);
feit 2:samen met een ander in een bunker in Kevelaer (Duitsland) heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad (
primair), dan wel, al dan niet opzettelijk, aldaar professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij niet over de daarvoor vereiste gespecialiseerde kennis beschikte (
subsidiair);
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
feit 1:
primair
hij in of omstreeks de periode van 25 september 2017 tot en met 26 september 2017 te Eibergen en/of Hengelo, in elk geval in Nederland en/of in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, in een personenauto te weten een Peugeot Partner ( [kenteken 1] ), een grote hoeveelheid (van ongeveer 509 kilogram) professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
-6, althans één of meer stuks, Knalvuurwerk (knalstreng Chinese Rol T809, 2016) en/of
-2000, althans één of meer stuks, Knalvuurwerk (Apple Traat, Fllash Banger Nitraat) en/of
-3000, althans één of meer stuks, Knalvuurwerk (Privatex Pyro SRO, Tyger Boom, 2015 50/4/5 PP0038 T/B/ Nitraat Flash Banger) en/of
-300 stuks, althans één of meer, Bangers/Vlinders (artikel nr Vlinder Knalvuurwerk, genaamd Giant Spanish Cracker Special) en/of
-9, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (genaamd Triplex) en/of
-48, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (artikel nr Shell Mortierbom DS05) en/of
-36, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (artikel nr Shell Mortierbom FR4116 2011, genaamd Colored Peony 36/1) en/of
-36, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (artikel nr 4041 Color Peony, genaamd Triples 3 Shell) en/of
-3 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr GDMC2-288F4021, genaamd Assorted Cake) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (genaamd 25/1 Machine Gun Salute Cake 435 schots) en/of
-2, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds ( artikel nr FC50-15-1, genaamd 15/1 Machine Gun Salute Cake 225 schots) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr SFC150-H09),
(vanuit een opslagplaats in Duitsland) binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft vervoerd en/of voorhanden heeft gehad;
subsidiair
hij, al dan niet als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, in of omstreeks de periode van 25 september 2017 tot en met 26 september 2017 te Eibergen en/of Hengelo, in elk geval in Nederland en/of in Duitsland, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
-6, althans één of meer stuks, Knalvuurwerk (knalstreng Chinese Rol T809, 2016) en/of
-2000, althans één of meer stuks, Knalvuurwerk (Apple Traat, Fllash Banger Nitraat) en/of
-3000, althans één of meer stuks, Knalvuurwerk (Privatex Pyro SRO, Tyger Boom, 2015 50/4/5 PP0038 T/B/ Nitraat Flash Banger) en/of
-300 stuks, althans één of meer, Bangers/Vlinders (artikel nr Vlinder Knalvuurwerk, genaamd Giant Spanish Cracker Special) en/of
-9, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (genaamd Triplex) en/of
-48, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (artikel nr Shell Mortierbom DS05) en/of
-36, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (artikel nr Shell Mortierbom FR4116 2011, genaamd Colored Peony 36/1) en/of
-36, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (artikel nr 4041 Color Peony, genaamd Triples 3 Shell) en/of
-3 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr GDMC2-288F4021, genaamd Assorted Cake) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (genaamd 25/1 Machine Gun Salute Cake 435 schots) en/of
-2, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds ( artikel nr FC50-15-1, genaamd 15/1 Machine Gun Salute Cake 225 schots) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr SFC150-H09),
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
feit 2:
primair
hij in of omstreeks de periode van 25 september 2017 tot en met 26 september 2017 te Kevelaer, althans in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, in een bunker ( [nummer] ), een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
-7 stuks, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (genaamd o.a. SB) en/of
-3 stuks, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (genaamd S8 mix) en/of
-1 stuk Shell/Mortierbom (genaamd 5K) en/of
-1 stuk Shell/Mortierbom (genaamd 2*16) en/of
-4 stuks, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (artikel nr 100A, 100B, 100C en 100D, genaamd (o.a.) Funkenduo en Funkenflash) en/of
-8 stuks, althans één of meer, Shells/ Mortierbommen (artikel nr FM6011) en/of
-18 stuks, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (artikel nr FM6009 (2011 en 2013)) en/of
-66 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr 1395-F4-0343/2013 SFC100-H09, -H18, -H20, -H21) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr XB4014/U31416, genaamd 150 shots mix) en/of
-3 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr SFC227, genaamd 227 shots assorted cake) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr TXB870, genaamd Bat. 600s 1") en/of -2 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr 0163-F4-1649, genaamd R12100) en/of
-30 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr GDMC2-288F4021) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr TXB689, genaamd Happy Salute) en/of
-6 stuks, althans één of meer, Batterij of Mines/Flowerbeds (artikel nr 1395-F4-0451/2016, genaamd Machinegun cake FC-50-15-1) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr TXB921, genaamd 2" 100S 3 minute) en/of
-3 stuks, althans één of meer, Batterij of Mines/Flowerbeds (artikel nr 1395-F4-0451/2016, genaamd Machine gun Cake 435 shots FC50-25-1) en/of
-38 stuks, althans één of meer Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr 1008-F4-69253882/ CIS088-P01, CIS088-P02, CIS088-P03, CIS088-P04, genaamd Mercury, Venus, Earth en Mars) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr US2014 258 schots, genaamd US2014 BIG CAKES MIX) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr C13: FC-425-1 (2012)) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr 1170-F4-02523, genaamd KFC4082 TXB 878) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr 1008-F4-69253955, genaamd TXB693) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr 1395-F4-0343/2013, genaamd SFC150-H07) en/of
-2 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr 0163-F4-1649/ TXB577017121),
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
subsidiair:
hij, al dan niet als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, in of omstreeks de periode van 25 september 2017 tot en met 26 september 2017 te Kevelaer, althans in Duitsland, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
-7 stuks, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (genaamd o.a. SB) en/of
-3 stuks, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (genaamd S8 mix) en/of
-1 stuk Shell/Mortierbom (genaamd 5K) en/of -1 stuk Shell/Mortierbom (genaamd 2 * 16) en/of
-4 stuks, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (artikel nr 100A, 100B, 100C en 100D, genaamd (o.a.) Funkenduo en Funkenflash) en/of
-8 stuks, althans één of meer, Shells/ Mortierbommen (artikel nr FM6011) en/of
-18 stuks, althans één of meer, Shells/Mortierbommen (artikel nr FM6009 (2011 en 2013)) en/of
-66 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr 1395-F4-0343/2013 SFC100-H09, -H18, -H20, -H21) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr XB4014/U31416, genaamd 150 shots mix) en/of
-3 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr SFC227, genaamd 227 shots assorted cake) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr TXB870, genaamd Bat. 600s 1") en/of -2 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr 0163-F4-1649, genaamd R12100) en/of
-30 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr GDMC2-288F4021) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr TXB689, genaamd Happy Salute) en/of
-6 stuks, althans één of meer, Batterij of Mines/Flowerbeds (artikel nr 1395-F4-0451/2016, genaamd Machinegun cake FC-50-15-1) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr TXB921, genaamd 2" 100S 3 minute) en/of
-3 stuks, althans één of meer, Batterij of Mines/Flowerbeds (artikel nr 1395-F4-0451/2016, genaamd Machine gun Cake 435 shots FC50-25-1) en/of
-38 stuks, althans één of meer Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr 1008-F4-69253882/ CIS088-P01, CIS088-P02, CIS088-P03, CIS088-P04, genaamd Mercury, Venus, Earth en Mars) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr US2014 258 schots, genaamd US2014 BIG CAKES MIX) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr C13: FC-425-1 (2012)) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr 1170-F4-02523, genaamd KFC4082 TXB 878) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr 1008-F4-69253955, genaamd TXB693) en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuis/Flowerbed (artikel nr 1395-F4-0343/2013, genaamd SFC150-H07) en/of
-2 stuks, althans één of meer, Batterij Enkelschotsbuizen/Flowerbeds (artikel nr 0163-F4-1649/ TXB577017121),
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De geldigheid van de dagvaarding
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is.
De bevoegdheid van de rechtbank en de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging
In de tenlastelegging wordt verdachte verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan feiten die in Nederland en/of Duitsland zijn gepleegd. De officier van justitie heeft in het licht daarvan geconcludeerd dat aan het vereiste van dubbele strafbaarheid, zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), is voldaan. De raadsvrouw heeft daarop betoogd, zoals de rechtbank heeft begrepen, dat blijkens Duitse regelgeving slechts het voorhanden hebben van vuurwerk van categorie F4 strafbaar is, dit aldus van belang is voor de beoordeling van de vereiste dubbele strafbaarheid zoals bedoeld in artikel 7 Sr en dat om die reden enkel het voorhanden hebben van vuurwerk van categorie F4 zou kunnen worden bewezen. De rechtbank overweegt als volgt.
Het beoordelingskader van artikel 7 lid 1 Sr
Artikel 7 lid 1 Sr luidt als volgt: ‘De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de Nederlander die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een feit dat door de Nederlandse strafwet als misdrijf wordt beschouwd en waarop door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld’. Dit artikel bevat een beperkte variant van het actief nationaliteitsbeginsel. Ten eerste moet het door de Nederlander in het buitenland begane feit volgens de Nederlandse wet een misdrijf zijn. Ten tweede moet op het begane feit in het buitenland een straf zijn gesteld. Vereist is dus dat sprake is van dubbele strafbaarheid. Hierbij geldt dat de buitenlandse strafbaarstelling niet in alle opzichten met de Nederlandse strafbaarstelling overeen hoeft te stemmen. Het is voldoende dat de gedraging volgens de wet van het land waar het is begaan met straf wordt bedreigd en dat die buitenlandse strafbaarstelling in de kern hetzelfde rechtsgoed beschermt als de Nederlandse strafbaarstelling. Bij deze toetsing van dubbele strafbaarheid gaat het aldus om een abstracte toets, namelijk of in het buitenland op het feit straf is gesteld (abstract) en niet of het feit kan worden vervolgd of de dader er daadwerkelijk voor wordt veroordeeld (concreet). Daartoe hoeft niet te worden onderzocht of alle in de tenlastelegging opgenomen merken of typen vuurwerk in het buitenland verboden zijn. [1]
De Nederlander
De rechtbank stelt vast dat verdachte de Nederlandse nationaliteit heeft en aldus als Nederlander dient te worden aangemerkt zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 Sr. Aan het eerste vereiste zoals hierboven omschreven is voldaan.
Voor de abstracte toets heeft de rechtbank vervolgens de Nederlandse en Duitse regelgeving beoordeeld.
Het Nederlandse Vuurwerkbesluit
In Nederland is het ingevolgde artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit verboden professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik, indien bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland te brengen, op te slaan, te vervaardigen, voorhanden te hebben of aan een ander ter beschikking te stellen. Daarnaast is het volgens artikel 1.2.2 lid 3 van het Vuurwerkbesluit eveneens verboden, voor een persoon zonder gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik op te slaan, voorhanden te hebben of tot ontbranding te brengen.
Deze voorschriften zijn gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en in verband met de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten is een overtreding van een de genoemde voorschriften een economisch delict en bovendien, voor zover die overtreding opzettelijk is begaan, aan te merken als misdrijf. De persoon die zo’n economisch delict begaat, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren, een taakstraf of een geldboete van de vijfde categorie.
Het Duitse Sprengstoffgesetz
In het Duitse Sprengstoffgesetz is in §40 (onder meer) bepaald dat hij die zonder de noodzakelijke vergunning in strijd met §7 lid 1 nr. 1 omgaat met explosieven, gestraft wordt met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete. In §3 van het Duitse Sprengstoffgesetz is weergegeven wat wordt verstaan onder het omgaan met explosieve stoffen. Daarbij gaat het onder meer om opslaan, vervoeren en gebruiken van zulke stoffen. Van de strafbaarstelling in §40 is vuurwerk van de categorie F1, F2 en F3, voor zover op conformiteit beoordeeld en voorzien van een CE-kenmerk, vrijgesteld. Dit geldt echter niet voor vuurwerk van categorie F4.
Het beschermd belang
De Duitse strafbepaling heeft als doel het voorkomen van gevaren voor leven, gezondheid of materiële zaken en het voorkomen van aanzienlijke nadelen of hinder voor derden. In de Nota van toelichting op het Vuurwerkbesluit staat: ‘Het doel van dit besluit is betere waarborgen te scheppen voor de bescherming van mens en milieu tegen de mogelijke effecten die het opslaan, bewerken en afsteken van vuurwerk veroorzaken. Het gaat in dit verband zowel om de bescherming van de bevolking in de omgeving van een inrichting waar vuurwerk aanwezig is, de bescherming van toeschouwers die aanwezig zijn bij een evenement of voorstelling waarbij professioneel vuurwerk wordt afgestoken, de bescherming van mensen bij het afsteken van vuurwerk tijdens de jaarwisseling, als om de bescherming van personen die werkzaam zijn bij een bedrijf waarin handelingen worden verricht met professioneel vuurwerk’. [2]
De conclusie
De rechtbank stelt op basis van het voorgaande vast dat de in de tenlastelegging omschreven gedragingen, voor zover die overtredingen opzettelijk zijn begaan, volgens de Nederlandse wetgeving zijn aan te merken als misdrijven. Daarnaast stelt de rechtbank – met de officier van justitie – vast dat de Nederlandse strafbaarstelling in het Vuurwerkbesluit en de Duitse strafbaarstelling in het Sprengstoffgesetz in de kern hetzelfde rechtsgoed beschermen, namelijk: de bescherming van mens en milieu. Ook stelt de rechtbank vast dat op overtreding van §40 lid 1 van het Sprengstoffgesetz in Duitsland een straf is gesteld, namelijk een gevangenisstraf. Ook aan het tweede vereiste is daarmee voldaan. Hoewel het in Duitsland onder omstandigheden niet strafbaar is om vuurwerk van categorie F1, F2 en F3 op te slaan, te vervoeren en te gebruiken, geldt dit niet voor vuurwerk van categorie F4 en hoeft – zoals eerder in het beoordelingskader uiteen is gezet – in deze strafzaak niet te worden onderzocht of alle in de tenlastelegging opgenomen merken of typen vuurwerk in het buitenland verboden zijn. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan het voornoemde betoog van de raadsvrouw.
De rechtbank is van oordeel dat aan het vereiste van de dubbele strafbaarheid is voldaan. Dit betekent dat Nederland rechtsmacht heeft, dat de rechtbank bevoegd is en dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten.
Geen redenen voor schorsing van de vervolging
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleidende opmerkingen
In deze strafzaak staat het strafrechtelijk onderzoek “Hercules” centraal. Dit onderzoek is aangevangen naar aanleiding van informatie die via een informant bij het Team Criminele Inlichtingen (TCI) van de politie-eenheid Oost-Nederland is binnengekomen. Uit die informatie volgt dat [medeverdachte] zich zou bezighouden met de import van, de handel in en de opslag van grote hoeveelheden illegaal vuurwerk. Het Openbaar Ministerie heeft naar aanleiding van die TCI-informatie, en daar waar het nodig was met machtiging daartoe van de rechter-commissaris, bijzondere opsporingsbevoegdheden ingezet. Zo is telecommunicatieverkeer opgenomen, zijn registrerende bakens onder auto’s geplaatst en hebben er observaties plaatsgevonden. Dit onderzoek heeft uiteindelijk geleid tot de inbeslagname van professioneel vuurwerk in onder meer een Peugeot Partner en in een oude NAVO-munitiebunker in Kevelear (Duitsland).
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht – overeenkomstig een overgelegd schriftelijk requisitoir – het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Volgens de officier van justitie heeft verdachte samen met [medeverdachte] opzettelijk professioneel vuurwerk in de Peugeot Partner voorhanden gehad, vervoerd en binnen het grondgebied van Nederland gebracht. Daarnaast heeft verdachte volgens de officier van justitie samen met [medeverdachte] opzettelijk professioneel vuurwerk in de bunker in Kevelaer opgeslagen en voorhanden gehad.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs van het ten laste gelegde moet worden vrijgesproken. Hoewel verdachte heeft bekend dat hij heeft geholpen met het inladen van vuurwerk in de Peugeot Partner, als bestuurder in die Peugeot heeft gereden en daarmee ook vanuit Duitsland naar Nederland is gereden, kan volgens de raadsvrouw het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde opzet op het voorhanden hebben, vervoeren en binnen het grondgebied van Nederland brengen van professioneel vuurwerk niet worden bewezen. Evenmin is sprake geweest van medeplegen. Ten aanzien van het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsvrouw betoogd dat verdachte het professioneel vuurwerk in de bunker in Kevelaer niet heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
4.4.1
Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde:de verbodsbepaling
De rechtbank stelt voorop dat het op grond van artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit verboden is professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik, indien bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland te brengen, op te slaan, te vervaardigen, voorhanden te hebben of aan een ander ter beschikking te stellen. Gelet op wat aan verdachte ten laste is gelegd, neemt de rechtbank bij de beoordeling van de feiten onder meer het volgende als uitgangspunt:
1. het begrip ‘voorhanden hebben’ veronderstelt een drietal factoren: [3]
  • de aanwezigheid van het vuurwerk, al dan niet in de onmiddellijke nabijheid van de dader. Daarbij geldt dat de eigendomsvraag van het vuurwerk er niet toe doet en het ook niet van belang is waar het vuurwerk zich bevindt. Wel is van belang dat de dader over het vuurwerk kan beschikken. Deze beschikking hoeft niet onmiddellijk te zijn;
  • een (machts)relatie tussen verdachte en het vuurwerk. Daarbij geldt dat het enkel onder zich hebben nog niet zonder meer ‘voorhanden hebben’ oplevert, alsmede dat er een zekere relatie dient te bestaan tussen het vuurwerk en de dader in de zin dat er met betrekking tot het vuurwerk een zekere machtsuitoefening mogelijk moet zijn en dat het gaat om een zekere handelingsbevoegdheid (beschikkingsmacht), waarvan ook sprake kan zijn als men geen zeggenschap heeft over het vuurwerk, maar wel over de plaats waar het zich bevindt;
  • bewustheid van de dader met betrekking tot de aanwezigheid van het vuurwerk. Daarbij geldt dat bij de dader een meerdere of mindere mate van bewustheid moet bestaan ten opzichte van het aanwezig hebben van het vuurwerk en dat een verweer, inhoudende een ontkenning van de bewustheid, onderbouwd en van een niet al te hoog sprookjesgehalte zal moeten zijn;
2. voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘opslaan’ dient sprake te zijn geweest van het zonder een daartoe verleende vergunning in een opslagplaats opslaan van vuurwerk van categorie F4;
3. het begrip ‘binnen het grondgebied van Nederland brengen’ houdt in: het binnen het grondgebied van Nederland brengen van vuurwerk, al dan niet verpakt of geborgen in enig ander voorwerp, en elke op het verder vervoer, de opslag, de aflevering, ontvangst of overdracht gerichte handeling, met betrekking tot dat vuurwerk, dat binnen het grondgebied van Nederland is gebracht, of tot de voorwerpen waarin dat vuurwerk is verpakt of geborgen.
4.4.2
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:het vuurwerk in de bunker
De rechtbank is – anders dan de officier van justitie en met de raadsvrouw – van oordeel dat op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in de periode van 25 september 2017 tot en met 26 september 2017 opzettelijk een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, samen met een ander in de bunker [nummer] in Kevelaer (Duitsland) heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad (
primair), dan wel, al dan niet opzettelijk, aldaar professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij niet over de daarvoor vereiste gespecialiseerde kennis beschikte (
subsidiair). De omstandigheid dat verdachte in de bunker over het vuurwerk heeft kunnen beschikken, brengt niet zonder meer met zich dat verdachte het vuurwerk in de bunker ‘voorhanden heeft gehad’. Verdachte heeft in dat kader verklaard dat hij enkel op verzoek van [medeverdachte] heeft geholpen met het overladen van het vuurwerk van de bunker naar een voertuig. Voor een bewezenverklaring van dit bestanddeel is een zekere relatie tussen het vuurwerk en verdachte vereist. Het is de rechtbank niet gebleken dat daar sprake van is geweest. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen dat verdachte de beschikkingsmacht heeft gehad over het professioneel vuurwerk (42 mortierbommen (shells) en 159 flowerbeds) dat in de genoemde bunker in Kevelaer is aangetroffen. De rechtbank zal verdachte daarom van het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.
4.4.3
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:het vuurwerk in de Peugeot Partner
De rechtbank komt op grond van de volgende redengevende feiten en omstandigheden, die in de bewijsmiddelen [4] zijn vervat en waarop de bewezenverklaring steunt, tot een (partiële) bewezenverklaring van het onder 1 primair ten laste gelegde.
De feiten en omstandigheden
De gedane observatie en de geregistreerde bakengegevens
Bij een observatie op maandag 25 september 2017 is door verbalisanten het volgende waargenomen. De Peugeot Partner (met het Nederlandse kenteken [kenteken 1] ) reed omstreeks 17:53 uur het [park] in Kevelaer op. Deze Peugeot reed aldaar achterwaarts de bunker [nummer] in. Omstreeks 18:34 uur arriveerde op het [park] ook een Iveco-bestelbus (met het Duitse kenteken [kenteken 2] ). Verdachte en [medeverdachte] zijn door de verbalisanten herkend als de inzittenden van de genoemde Peugeot. De bestuurder van de Iveco (NN1) sprak buiten de bunker met verdachte en [medeverdachte] . De deur van de bunker werd omstreeks 18:36 uur dichtgedaan. Deze deur ging omstreeks 18:56 weer open. De genoemde Iveco reed met NN1 als bestuurder naar buiten en verliet het [park] . Een minuut later reed ook de genoemde Peugeot Partner uit de bunker. [medeverdachte] sloot de bunker af en nam daarna plaats in de Peugeot. Verdachte was de bestuurder van de Peugeot. [medeverdachte] was de bijrijder. De Peugeot verliet vervolgens het [park] . [5]
Uit bakengegevens is gebleken dat de Peugeot zich vervolgens gedurende de avond van 21:30 uur tot 23:00 uur heeft opgehouden rondom vliegveld Weeze en bij de bunker op het [park] . [6]
Het onderzoek naar het telecommunicatieverkeer
Uit onderzoek naar het telecommunicatieverkeer is gebleken dat de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] in de nacht van 26 september 2017 heeft getracht telefonisch contact te krijgen met de gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] . [7] Deze telefoonnummers zijn in de volgorde die genoemd is van verdachte en [medeverdachte] . Dit kan op basis van de door verdachte ter terechtzitting afgelegde verklaring worden vastgesteld. Verdachte heeft ter terechtzitting immers verklaard dat hij in de genoemde nacht van [medeverdachte] , toen hij in een bos op [medeverdachte] wachtte, geen antwoord kreeg op de sms-berichten en de telefonische oproepen. Hij stuurde om 00:26:08 uur en 01:00:47 uur sms-berichten als: ‘Hoe lang nog?’ en ‘Ik wacht tot half twee, dan rijd ik naar huis’. [8] [medeverdachte] heeft niet op de genoemde berichten kunnen reageren. Hij was reeds op het terrein van een loods Kleve, in een Nissan Qashqai, samen met [naam 1] , door de Duitse autoriteiten als verdachte aangehouden. [9]
De aanhouding van verdachte
Op dinsdag 26 september 2017 omstreeks 03:40 uur werd de Peugeot Partner (met het kenteken [kenteken 1] ) op de Groenloseweg in Eibergen (Nederland) staande gehouden. Deze auto werd door verdachte bestuurd. In de laadruimte van de Peugeot werd een grote hoeveelheid vuurwerk aangetroffen. Verdachte is vervolgens als verdachte aangehouden. [10]
Het (aantal stuks) professioneel knalvuurwerk
De politie heeft het bij de aanhouding van verdachte in de laadruimte van de Peugeot Partner aangetroffen vuurwerk in beslag genomen. [11] Het ging om in totaal ongeveer 509 kilogram (zwaar) knalvuurwerk, welk vuurwerk kan worden aangemerkt als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit. [12] Het betrof de volgende merken/typen vuurwerk:
- 6 stuks knalvuurwerk (knalstreng Chinese Rol T809, 2016); [13]
- 2000 stuks knalvuurwerk (Apple Traat, Flash Banger Nitraat); [14]
- 3000 stuks knalvuurwerk (Privatex Pyro SRO, Tiger Boom, 2015 50/4/5 PP038 T/B/ Nitraat Flash Banger); [15]
- 300 bangers/vlinders (artikel nr. Vlinder Knalvuurwerk, genaamd Giant Spanish Cracker Special); [16]
- 9 shells/mortierbommen (genaamd Triplex);
- 48 shells/mortierbommen (artikel nr. Shell Mortierbom DS05);
- 36 shells/mortierbommen (artikel nr. Shell Mortierbom FR4116 2011, genaamd Colored Peony 36/1);
- 36 shells/mortierbommen (artikel nr. 4041 Color Peony, genaamd Triples 3 Shell); [17]
- 3 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. GDMC2-288F4021, genaamd Assorted Cake);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (genaamd 25/1 Machine Gun Salute Cake 435 schots);
- 2 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. FC50-15-1, genaamd 15/1 Machine Gun Salute Cake 225 schots);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. SFC150-H09). [18]
Verdachte en [medeverdachte] waren niet gecertificeerd om met zulk vuurwerk te werken. [19]
De verklaringen van verdachte en [medeverdachte]
heeft ter terechtzitting van 10 september 2020 verklaard dat een deel van het vuurwerk in de bunker [nummer] op het [park] in Kevelaer van hem was. Hij was een van de personen die een sleutel had van de bunker en daarmee toegang had tot de bunker. [20]
Verdachte heeft op 13 juli 2022 ter terechtzitting verklaard dat hij op 25 september 2017 samen met [medeverdachte] in de Peugeot Partner (met het kenteken [kenteken 1] ) naar de genoemde bunker is gegaan. Hij zou [medeverdachte] helpen. In de bunker heeft verdachte om die reden voor € 50,-- ‘als knechtje’ de dozen met vuurwerk in de Peugeot Partner geladen. Dit vuurwerk was van [medeverdachte] . Het betrof ‘een restantje’. Het inladen heeft verdachte samen met de eerdergenoemde NN1 gedaan. Dit betrof de Duitser [naam 2] . Verdachte is de persoon geweest die de Peugeot heeft bestuurd. Omdat verdachte in de nacht van 26 september 2017 telefonisch geen respons kreeg van [medeverdachte] en hij al uren in een bos in Duitsland op hem had gewacht, heeft hij daarop besloten om zonder [medeverdachte] in de met vuurwerk geladen Peugeot naar Nederland te rijden. Immers, verdachte wilde naar huis om voor zijn twee katten te zorgen. Het vuurwerk heeft verdachte naar eigen zeggen niet in het bos gegooid, omdat hij niet wilde dat het vuurwerk door kleine kinderen zou kunnen worden gevonden of in verkeerde handen zou vallen. Verdachte vond het om die reden veiliger om het vuurwerk mee te nemen naar Nederland. [21] Ook wilde verdachte voorkomen dat iemand bij hem zou kunnen komen om te declareren, zo heeft hij op 10 september 2020 verklaard. [22] Bij de rechter-commissaris heeft verdachte op 29 september 2017 bovendien verklaard dat [medeverdachte] , nadat verdachte en [medeverdachte] het gevoel hadden dat ze werden achtervolgd, besloten had de hele voorraad te verkopen. [23] Ter terechtzitting op 13 juli 2022 heeft verdachte hierover toegelicht dat hij al wel door had dat de politie hen in de gaten hield. Zo was hij op een parkeerplaats naar een auto gelopen en had hij de persoon in die auto, waarvan hij vermoedde dat het een politieagent betrof, nog om een vuurtje gevraagd. [24]
De betrokkenheid van verdachte
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat verdachte ten minste de volgende betrokkenheid heeft gehad. Verdachte kon in de periode van 25 september 2017 tot en met 26 september 2017 over het professioneel vuurwerk in de Peugeot Partner (met het kenteken met het kenteken [kenteken 1] ) beschikken. Verdachte bevond zich in die periode immers niet slechts samen met [medeverdachte] in de Peugeot, want hij bevond zich in Duitsland ook een aantal uren alleen in deze auto. Verdachte kon aldus in de ten laste gelegde periode feitelijk beslissen over wat hij met het vuurwerk ging doen en heeft dat ook gedaan. Dit brengt met zich dat verdachte ook een zekere beschikkingsmacht had. Verdachte was zich bovendien bewust van de aanwezigheid van het vuurwerk in de Peugeot. Immers, hij heeft zelf (mede) geholpen om dit vuurwerk in de Peugeot te laden. De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte in de periode van 25 september 2017 tot en met 26 september 2017 in Duitsland in de Peugeot Partner (met het kenteken [kenteken 1] ) een grote hoeveelheid (van ongeveer 509 kilogram) vuurwerk voorhanden heeft gehad. Dit vuurwerk heeft verdachte eveneens vervoerd, nu hij als bestuurder in de met vuurwerk geladen Peugeot in Duitsland heeft rondgereden en daarmee het vuurwerk van de ene naar de andere plaats heeft gebracht. Ook heeft verdachte het genoemde vuurwerk vanuit een opslagplaats in Duitsland binnen het grondgebied van Nederland gebracht. Verdachte was de bestuurder van de met vuurwerk geladen Peugeot toen hij daarmee (feitelijk) de grens tussen Duitsland en Nederland is overgegaan.
Medeplegen?
‘Binnen het grondgebied van Nederland brengen’
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen, omdat op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting geen wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om vast te kunnen stellen dat er ten aanzien van het ‘binnen het grondgebied van Nederland brengen’ van vuurwerk tussen verdachte en een ander een voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking – gericht op de verboden gedraging – heeft bestaan. Hoewel het professioneel vuurwerk in de laadruimte van de Peugeot van [medeverdachte] was, ontbreekt concreet bewijs dat [medeverdachte] een materiële en/of intellectuele bijdrage aan het strafbare feit heeft geleverd die van voldoende gewicht is om te kunnen spreken van medeplegen. De rechtbank zal verdachte ten aanzien van het bestanddeel ‘binnen het grondgebied van Nederland brengen' als pleger aanmerken, nu deze variant impliciet in de tenlastelegging is opgenomen.
‘Voorhanden hebben’ en ‘vervoeren’
De rechtbank oordeelt anders voor wat betreft het onder 1 primair ten laste gelegde ‘voorhanden hebben’ en ‘vervoeren’ van professioneel vuurwerk in Duitsland. In deze gevallen is de rechtbank van oordeel dat het medeplegen op grond van de bewijsmiddelen wel wettig en overtuigend bewezen is. [medeverdachte] had met een sleutel toegang tot bunker [nummer] op het [park] in Kevelaer (Duitsland). Daarnaast was het vuurwerk van [medeverdachte] en was ook de Peugeot waarin het vuurwerk is geladen feitelijk van hem. Bovendien heeft [medeverdachte] als bijzitter in de Peugeot plaatsgenomen, waarna verdachte de met vuurwerk geladen Peugeot in Duitsland heeft rondgereden. Op basis hiervan, in samenhang bezien met hetgeen de rechtbank reeds eerder heeft vastgesteld over de betrokkenheid die verdachte ten minste heeft gehad, komt de rechtbank tot de slotsom dat verdachte en [medeverdachte] op een nauwe en bewuste wijze hebben samengewerkt, waarbij ook verdachte een materiële bijdrage heeft geleverd die van voldoende gewicht is om hem als medepleger aan te merken.
Opzet
De rechtbank moet – gelet op artikel 2 van de Wet op de economische delicten en de tenlastelegging – beoordelen of de gedragingen al dan niet opzettelijk door verdachte zijn verricht. Volgens vaste jurisprudentie volstaat zogenoemd ‘kleurloos opzet’: het opzet moet gericht zijn op de feitelijk omschreven gedraging. Het opzet hoeft niet mede op het overtreden van het verbod te zijn gericht.
De rechtbank heeft reeds vastgesteld dat verdachte, al dan niet samen met zijn mededader, in de Peugeot Partner (met het kenteken [kenteken 1] ) in Duitsland professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad en heeft vervoerd en eveneens professioneel vuurwerk vanuit Duitsland binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De rechtbank is van oordeel dat verdachte deze gedraging niet enkel feitelijk heeft verricht, maar dat verdachte dit ook opzettelijk heeft gedaan.
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen het volgende vast. Verdachte wist dat [medeverdachte] zich bezighield met vuurwerkhandel. Vervolgens heeft verdachte [medeverdachte] geholpen door voor € 50,-- dozen met vuurwerk van [medeverdachte] in de genoemde Peugeot te laden. Dit betrof overigens geen kleine lading vuurwerk, maar het ging om een grote hoeveelheid van ongeveer 509 kilogram. Verdachte wist ook dat dit vuurwerk daarna in de Peugeot lag en hij wist ook dat [medeverdachte] zijn hele voorraad vuurwerk, nu hij het gevoel had dat hij werd achtervolgd, wilde verkopen. Toen verdachte in een bos in Duitsland in de Peugeot op [medeverdachte] wachtte maar [medeverdachte] niet kwam opdagen, werd verdachte ongeduldig. Immers, hij wilde thuis nog voor zijn katten zorgen. Het vuurwerk wilde verdachte niet in het bos achterlaten, omdat hij het veiliger vond om het vuurwerk mee te nemen naar Nederland. Dit alles maakt dat de rechtbank van oordeel is dat de gedraging van verdachte naar zijn uiterlijke verschijningsvorm kan worden aangemerkt als zozeer gericht op het inladen van het vuurwerk in de Peugeot, het rijden in de met vuurwerk beladen Peugeot, evenals het naar Nederland rijden in de met vuurwerk beladen Peugeot, dat verdachte daarmee ten minste de aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard dat hij zich schuldig maakte aan het ‘voorhanden hebben’, ‘vervoeren’ en ‘binnen het grondgebied van Nederland brengen’ van vuurwerk. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het onder 1 primair ten laste gelegde
opzettelijkdoor verdachte is begaan. De rechtbank gaat aldus voorbij aan het betoog van de raadsvrouw dat geen sprake is geweest van opzet.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 25 september 2017 tot en met 26 september 2017 in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk in een auto, te weten een Peugeot Partner (met het kenteken [kenteken 1] ), een grote hoeveelheid (van ongeveer 509 kilogram) professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 6 stuks knalvuurwerk (knalstreng Chinese Rol T809, 2016);
- 2000 stuks knalvuurwerk (Apple Traat, Flash Banger Nitraat);
- 3000 stuks knalvuurwerk (Privatex Pyro SRO, Tiger Boom, 2015 50/4/5 PP0038 T/B/ Nitraat Flash Banger);
- 300 bangers/vlinders (artikel nr. Vlinder Knalvuurwerk, genaamd Giant Spanish Cracker Special);
- 9 shells/mortierbommen (genaamd Triplex);
- 48 shells/mortierbommen (artikel nr. Shell Mortierbom DS05);
- 36 shells/mortierbommen (artikel nr. Shell Mortierbom FR4116 2011, genaamd Colored Peony 36/1);
- 36 shells/mortierbommen (artikel nr. 4041 Color Peony, genaamd Triples 3 Shell);
- 3 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. GDMC2-288F4021, genaamd Assorted Cake);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (genaamd 25/1 Machine Gun Salute Cake 435 schots);
- 2 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. FC50-15-1, genaamd 15/1 Machine Gun Salute Cake 225 schots);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. SFC150-H09),
vanuit een opslagplaats in Duitsland binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft vervoerd en voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het onder 1 primair bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit, krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, in verband met de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezen verklaarde dient als volgt te worden gekwalificeerd:
feit 1 primair:
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan,
en het misdrijf:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezen verklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Bij haar vordering heeft de officier van justitie rekening gehouden met een overschrijding van de redelijke termijn, maar ook met de omstandigheid dat sprake is van recidive.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat, gelet op straffen die in vergelijkbare gevallen door rechters zijn opgelegd, de overschrijding van de redelijke termijn en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, moet worden volstaan met de oplegging van een voorwaardelijke straf.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en de ernst van het gepleegde feit
Verdachte heeft zich, al dan niet samen met zijn mededader, schuldig gemaakt aan het in een auto voorhanden hebben, vervoeren en binnen het grondgebied van Nederland brengen van een grote hoeveelheid professioneel knalvuurwerk, zoals mortierbommen (shells), flowerbeds en vlinders. Het ging om een hoeveelheid van in totaal ongeveer 509 kilogram. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan. De handel in illegaal vuurwerk brengt namelijk negatieve effecten met zich: dodelijke slachtoffers, (ernstig) gewonden, ernstige geluidsoverlast en materiële schade, externe veiligheidsrisico’s van vervoer en opslag en oneerlijke concurrentie voor de legaal opererende vuurwerkbedrijven. Ook het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk op zich is zeer gevaarlijk, vooral als het gaat om professioneel vuurwerk dat massa-explosief kan regeren. Dit betekent dat indien één exemplaar in een partij, waarin de artikelen tegen elkaar aanliggen, tot ontbranding komt en explodeert, de kans bestaat dat de hele partij sympathisch mee-explodeert. Het gebied rondom zo een explosie waarbinnen als gevolg van die explosie kans op letsel en materiële schade bestaat, wordt daarmee vergroot. De wetgever beoogt door middel van het Vuurwerkbesluit betere waarborgen te scheppen voor de bescherming van de gezondheid van de mens en het milieu tegen de ongewenste effecten die vuurwerk kan veroorzaken en aldus de illegale handel in vuurwerk te bestrijden. Verdachte heeft dit beleid ondermijnd. Hij wist dat sprake was van illegaal vuurwerk, maar hij heeft dit vuurwerk desondanks – enkel voor eigen financieel gewin – voorhanden gehad, vervoerd en binnen het grondgebied van Nederland gebracht. De risico’s daarvan heeft verdachte voor lief genomen. Dat verdachte deze omvangrijke hoeveelheid vuurwerk zoals aangetroffen in de Peugeot Partner kwalificeert als ‘een restantje’, is een indicatie dat verdachte zich op veel grotere schaal met illegaal vuurwerk heeft beziggehouden dan hij heeft doen voorkomen.
De persoon van verdachte
Uit het strafblad van verdachte van 13 juni 2022 volgt dat hij in het verleden eerder (voor soortgelijke feiten) met politie en/of justitie in aanraking is geweest. Toen verdachte het bewezen verklaarde feit pleegde, bevond hij zich zelfs in een proeftijd van een veroordeling voor een vuurwerkdelict. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van het reclasseringsrapport van 9 september 2020 en op wat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard. Verdachte heeft baat gehad bij de hulp die in het verleden van verschillende instanties, zoals de reclassering, heeft gekregen. Hij woont inmiddels (met hulp van het RIBW) zelfstandig en heeft geen schulden meer. Verdachte hoopt – ondanks dat hij met gezondheidsklachten kampt – in de toekomst weer aan het werk te kunnen. Hij acht zichzelf echter op dit moment niet in staat een taakstraf uit te voeren. Hij heeft te kennen gegeven dan liever een gevangenisstraf uit te zitten. Hoewel zich in de afgelopen jaren volgens de reclassering op praktisch alle leefgebieden van verdachte positieve ontwikkelingen hebben voorgedaan, lijkt verdachte het laakbare van zijn handelen niet in te zien. Dit baart de rechtbank zorgen.
De strafoplegging
De straf
De rechtbank is van oordeel dat vanwege de aard en de ernst van het gepleegde feit, zoals hiervoor is omschreven, en rekening houdend met straffen die rechters in soortgelijke strafzaken opleggen, niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Verdachte heeft zich al eerder schuldig gemaakt aan een vuurwerkdelict en de daarvoor aan verdachte voorwaardelijk opgelegde taakstraf heeft hem er niet van weerhouden opnieuw een vuurwerkdelict te plegen. Dit weegt de rechtbank dan ook in strafverzwarende zin mee. De rechtbank houdt er echter ook rekening mee dat verdachte – vanwege financiële problematiek – voor € 50,-- zijn mededader heeft geholpen door voor hem professioneel vuurwerk in een auto in te laden. Het is de rechtbank niet gebleken dat verdachte enig ander belang heeft gehad bij het door hem gepleegde strafbare feit. Het professioneel vuurwerk en de auto waren niet van verdachte, maar van zijn mededader. De rechtbank zal er in strafmatigende zin dan ook rekening mee houden dat verdachte ten opzichte van zijn mededader een beperkte rol heeft gehad. Ook houdt de rechtbank er in strafmatigende zin rekening mee dat zij tot een andere bewezenverklaring is gekomen dan de officier van justitie aan de door haar gevorderde straf ten grondslag heeft gelegd.
De redelijke termijn
De rechtbank is bovendien van oordeel dat er rekening mee moet worden gehouden dat de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 EVRM is overschreden. Verdachte is op 26 september 2017 in verzekering gesteld. Op dat moment is de redelijke termijn aangevangen waarbinnen verdachte dient te worden berecht. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De datum van dit vonnis betreft 27 juli 2022, wat een forse overschrijding van de redelijke termijn betekent, ook al zijn er Europese Onderzoeksbevelen uitgevaardigd en hebben er meerdere getuigenverhoren plaatsgevonden. De rechtbank zal deze overschrijding verdisconteren in de strafmaat door de op te leggen gevangenisstraf te verminderen en die deels voorwaardelijk op te leggen.
In beginsel acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden passend en geboden, maar de rechtbank zal, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn, verdachte veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen en de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het onder 1 primair bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
feit 1 primair:
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan,
en het misdrijf:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
3 (drie) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Wentink, voorzitter, mr. ing. M.S. de Waard en
mr. R.P. van Campen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Klunder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 27 juli 2022.
Buiten staat
mr. ing. M.S. de Waard en mr. R.P. van Campen zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Hof Leeuwarden, 27 april 2012, ECLI:NL:GHLEE:2012:BW4626, en Rb. Amsterdam, 12 juni 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:4131.
2.Besluit van 22 januari 2022,
3.Rb. Overijssel 18 december 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:4662.
4.Indien hierna wordt verwezen naar documenten/dossierpagina’s, zijn dit documenten of (de doorgenummerde) pagina’s uit het dossier van de politie-eenheid Oost-Nederland, genaamd Hercules, met proces-verbaalnummer ONRAA17117. Er wordt steeds verwezen naar documenten/bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal, tenzij hieronder anders wordt vermeld.
5.OT002, pagina’s 1128 tot en met 1133.
6.AH057, de eerste alinea op pagina 1534.
7.De tapgesprekken TA011-147 en TA011-157, pagina’s 1161 en 1162.
8.Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting op 13 juli 2022 inzake de strafzaak tegen verdachte.
9.ZD01, de zesde alinea op pagina 1010 en de derde alinea van onderen op pagina 1020.
10.ZD01, de achtste alinea, namelijk de alinea onder het kopje ‘aanhouding [verdachte] ’, op pagina 1010, en AH022, pagina’s 315 tot en met 317.
11.AH029, pagina’s 1169 tot en met 1176, en de kennisgeving van inbeslagneming (AH026).
12.AH035, pagina’s 1178 tot en met 1180, en de daaraan gevoegde bijlagen, in samenhang bezien met AH076, pagina’s 1277 tot en met 1279 en de daaraan gevoegde fotobladen.
13.Het NFI-rapport van 9 december 2009 (AH035-009, pagina’s 1152 tot en met 1257) en de deskundigenverklaring ‘Chinese rollen’ (AH035-009, pagina’s 1258 tot en met 1276).
14.Het NFI-rapport van 7 februari 2017 (AH035-008, pagina’s 1139 tot en met 150 en de daaraan gevoegde fotobladen).
15.Het NFI-rapport van 3 november 2017 (AH104-009, pagina’s 2069 tot en met 2079 en de daaraan gevoegde fotobladen), in samenhang bezien met ZD01, pagina 1011.
16.AH035-004, pagina’s 1199 en 1200, inhoudende de bevindingen van het nader onderzoek naar de vlinders, en het NFI-rapport van 30 maart 2017 (AH0035-007, pagina’s 1127 tot en met 1235 en de daaraan gevoegde fotobladen).
17.AH035-002, pagina’s 1194 tot en met 1196, inhoudende de bevindingen van het nader onderzoek naar de mortierbommen, en de NFI-deskundigenverklaring ‘Mortieren en mortierbommen’ (AH035-005, pagina’s 1201 tot en met 1217).
18.AH05-003, pagina’s 1197 en 1198, inhoudende de bevindingen van het nader onderzoek naar de flowerbeds, en de NFI-deskundigenverklaring ‘Flowerbeds’ (AH035-006, pagina’s 1218 tot en met 1226).
19.AH002, pagina 1034, en AH084, pagina 1328.
20.Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting op 10 september 2020 inzake de strafzaak tegen [medeverdachte] .
21.Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting op 13 juli 2022 inzake de strafzaak tegen verdachte.
22.Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting op 10 september 2020 inzake de strafzaak tegen verdachte.
23.Het proces-verbaal van verhoor verdachte door de rechter-commissaris van 29 september 2017.
24.Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting op 13 juli 2022 inzake de strafzaak tegen verdachte.