Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiser 1] B.V.,
1.COOPERATIEVE RABOBANK U.A.,
2.MR. [gedaagde],
1.Samenvatting
2.De procedure
3.Waar deze zaak over gaat
4.Arrest Hof
5.De verdere beoordeling
- griffierecht: € 667,00;
- salaris advocaat: 2 procespunten (1 punt voor conclusie van antwoord, twee keer 0,5 punten voor akte na terugverwijzing) à € 1.183,00 (tarief IV) = € 2.366,00.
kanvoordoen. De beoordeling of sprake is van een tegenstrijdig belang is een zuiver feitelijke aangelegenheid die slechts kan worden beantwoord met inachtneming van alle relevante feiten en omstandigheden van het geval.
kwalitatieftegenstrijdig belang – de bestuurder is tevens bestuurder of commissaris bij de wederpartij van de vennootschap – volstaat niet. Daarmee is immers nog niet gegeven dat zich in de praktijk ook een tegenstrijdig belang heeft voorgedaan.
“Alleen omstandigheden die de (rechts)persoon van de bestuurder betreffen zijn relevant en niet bijvoorbeeld de voorwaarden en/of de strekking van de gesloten overeenkomst. In zoverre blijft het in de ogen van de Hoge Raad gaan om een besluitvormingstoets, niet om een transactietoets”.
“Voor een succesvol beroep op tegenstrijdig belang zal dus moeten worden gesteld en aangetoond dat de bestuurder in kwestie, gegeven zijn destijds bestaande hoedanigheden en belangen, zich in redelijkheid van vertegenwoordiging van de vennootschap had moeten onthouden omdat hij niet in staat mocht worden geacht zijn persoonlijk belang van dat van de vennootschap voldoende te scheiden. Hierin schuilt een zeker objectivering en distantiëring. De vennootschap zal een wezenlijke dreiging van belangenvermenging aannemelijk moeten maken. Ofwel, er moet heel wat aan de hand zijn”.
waaromde bedongen zekerheden (bestaande uit een tweede hypotheek op het pand van Restaurant [bedrijf 2]) zeer nadelig waren voor [bedrijf 1] en [bedrijf 2], nadeliger dan wanneer deze voorwaarden door een derde of een bank waren gesteld.
Er was kennelijk geen andere mogelijkheid voor [bedrijf 1] en [bedrijf 2] om een geldinjectie te krijgen, en de voorwaarden bij de geldlening waren niet onredelijk of ongebruikelijk. Zo is een rentepercentage van 5% per jaar afgesproken en hoefde er pas vanaf 1 juli 2017 te worden afgelost. Het boetebeding (€ 5.000,00 per gebeurtenis te vermeerderen met € 5.000,00 per dag dat de overtreding of tekortkoming voortduurt) bespreekt de rechtbank hierna (r.o. 5.33).
De rechtbank gaat wat betreft de vorderingen van [eisers] uit van hetgeen in deze procedure bij conclusie van eis is gesteld.
voert het feitelijk beheer over [bedrijf 1] BV en [bedrijf 2] BV.
bestaat, of kan sprake zijn van, een schuldverhouding op grond waarvan de schuldenaar tegenover de schuldeiser tot enige betaling verplicht is of wordt.
- griffierecht: € 282,00 (het ten opzichte van de rangregelingsprocedure bijgeheven griffierecht);
- salaris advocaat: 3 procespunten (1 punt voor conclusie van eis, 1 punt voor bijwonen mondelinge behandeling, twee keer 0,5 punten voor akte na terugverwijzing) à € 2.714,00,00 (tarief VI) = € 8.142,00.