4.2Het Uwv heeft per 1 februari 2022 aan eiser een ZW-uitkering toegekend. Eiser zou op 10 december 2021 starten met een behandeling bij Tactus verslavingszorg. Bij de Eerstejaars ZW-beoordeling van 19 april 2023 heeft eiser bij de primaire arts verklaard dat de behandeling met succes is afgerond, dat hij al één jaar geen middelen meer gebruikt en dat geen sprake is van belemmeringen om te werken. Hierna heeft de besluitvorming plaatsgevonden zoals vermeld onder het kopje ‘Inleiding’.
Het standpunt van het Uwv
5. Het Uwv heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat eiser vanaf 19 april 2023 geen recht meer heeft op een ZW-uitkering, omdat hij geschikt is om zijn eigen arbeid te verrichten. In eisers geval betreft zijn eigen arbeid de functie van Productiemedewerker bij Scania. Aan het oordeel van het Uwv ligt de rapportage van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 12 februari 2024 ten grondslag.
6. Eiser voert aan dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep ten onrechte uitgaat van wat eiser bij de primaire arts over zijn verslaving heeft verteld. Eiser heeft bij de primaire arts vanuit schaamte niet naar waarheid verklaard, door te stellen dat hij succesvol is behandeld voor zijn verslaving. Dat er een ambulant begeleider bij het spreekuur aanwezig was maakt dit niet anders omdat niet duidelijk is of die begeleider op de hoogte was van de werkelijke situatie of zich vrij voelde om de onjuiste verklaringen van eiser te corrigeren. Eisers huidige begeleider [naam 1] heeft aangegeven dat de behandeling nooit van de grond is gekomen en dat eiser nog steeds verslaafd is. Eiser wijst op het e-mailbericht van 29 januari 2024 van [naam 1] en [naam 2] van Tactus verslavingszorg. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft dan ook ten onrechte geconcludeerd dat er geen gegevens zijn op basis waarvan kan worden getoetst of op de datum in geding sprake was van middelengebruik. Er zijn in elk geval geen gegevens waaruit volgt dat eiser op de datum in geding niet gebruikte en niet verslaafd was. Bovendien volgt uit de omstandigheid dat eiser op de datum in geding niet in behandeling was nog niet dat hij niet verslaafd was.
Hoewel middelengebruik op zichzelf niet hoeft te leiden tot arbeidsongeschiktheid kan dat wel degelijk het geval zijn indien sprake is van een opname of gebreken. Eiser wijst op de uitspraak van de CRvBvan 4 december 2013. In dat verband wijst eiser erop dat hij vanwege de verslavingsproblematiek werkafspraken niet kan nakomen, dat hij te laat op het werk komt of niet komt, dat hij een kort lontje heeft en uitvalt tegen mensen. Het ontbeert eiser aan basale werknemersvaardigheden. Hij komt afspraken niet na en vertoont onaangepast gedrag. De voormalig leidinggevende van eiser bij [bedrijf], [naam 3], heeft verklaard dat eiser zijn laatste dienstjaar steeds vaker te laat kwam, zich op het laatste moment ziek melde of helemaal niet kwam opdagen. Eiser had altijd al enige aansturing nodig maar in het laatste jaar nog meer. Verder voert eiser nog aan dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep met de opmerking dat eiser in de periode dat hij werkte ook middelen gebruikte en toen ook goed functioneerde miskent dat eiser is uitgevallen in de maatmanfunctie en een keer op staande voet is ontslagen vanwege het middelengebruik.
7. Op grond van artikel 19, eerste en vierde lid, van de ZW heeft de verzekerde bij ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid, als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebreken, recht op ziekengeld.
Volgens vaste rechtspraak van de CRvB dient onder ‘zijn arbeid’ in voormelde zin te worden verstaan de laatstelijk voor de ziekmelding feitelijk verrichte arbeid.
Uit vaste rechtspraak van de CRvB volgt dat een verslaving aan verdovende middelen en/of alcohol op zich niet als een ziekte (of gebrek) wordt aangemerkt.Dat is anders als de verslaving leidt tot objectiveerbare medische beperkingen of indien de verslaving noodzaakt tot een klinische opname of behandeling.
De beoordeling van de beroepsgronden
Is het onderzoek van het Uwv zorgvuldig?
8. Het Uwv mag zijn besluiten over arbeidsongeschiktheid baseren op rapportages van zijn verzekeringsartsen. De rapporten van de verzekeringsartsen moeten wel blijk geven van een zorgvuldig onderzoek en moeten deugdelijk gemotiveerd, inzichtelijk en consistent zijn.
9. Eiser is bij het primaire onderzoek op het spreekuur gezien door een arts van het Uwv. Het medisch rapport is akkoord bevonden door de verzekeringsarts. De arts concludeert dat eiser bij het spreekuur heeft verklaard dat hij succesvol is behandeld bij Tactus verslavingszorg, dat hij al één jaar geen middelen meer gebruikt en dat hij zonder belemmeringen weer aan het werk kan gaan. De arts ziet in de psychodiagnostiek van eiser geen reden voor arbeidsongeschiktheid nu hij in de uitoefening van de maatmanfunctie hier eveneens mee heeft kunnen functioneren.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft eiser medisch onderzocht bij de hoorzitting in bezwaar. Verder is dossieronderzoek verricht en overlegd met de medewerker bezwaar. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn er geen gegevens op basis waarvan kan worden getoetst of eiser op de datum in geding wel of geen middelen gebruikte. Vast staat dat eiser op de datum in geding niet onder behandeling was en sindsdien ook niet is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet geen redenen om de primaire beoordeling te herzien.