11.3.De in dit kader aangevoerde beroepsgronden slagen niet.
12. Dit betekent dat het beroep van eiseres, voor zover gericht tegen het niet-ontvankelijk verklaren van haar bezwaren tegen primair besluit A, ongegrond is.
Beoordeling van het beroep betreffende het handhaven van primaire besluiten B en C
Had op alle aanvragen moeten worden beslist in één omgevingsvergunning?
13. Eiseres heeft ter zitting aangevoerd dat de realisatie van het vakantiepark één project is, en dat hierop had moeten worden beslist in één besluit. Volgens eiseres is dit project ten onrechte opgeknipt in meerdere afzonderlijke procedures, te weten een toestemming in de vorm van een Wnb-ontheffing door GS, een toestemming in de vorm van een door het college verleende omgevingsvergunning voor het realiseren van recreatiewoningen met bijbehorende infrastructuur, en een toestemming in de vorm van een door het college verleende omgevingsvergunning voor het kappen van bomen. Ook is volgens eiseres de natuurtoets met betrekking tot de Wnb, onderdeel gebiedsbescherming, niet goed uitgevoerd. Hierdoor is wellicht een Wnb-vergunning nodig. Dit resulteert ook weer in een afzonderlijke procedure met een afzonderlijk besluit.
Eiseres heeft desgevraagd ter zitting meegedeeld dat zij hiermee niet bedoelt dat de verschillende besluiten perse door een en hetzelfde bestuursorgaan genomen hadden moeten worden. De opgeknipte besluitvorming resulteert in besluiten die op verschillende tijdstippen worden genomen, dus in de tijd uit elkaar worden getrokken. Dit is volgens eiseres in strijd met het ‘opknipverbod’ dat is neergelegd in de Habitatrichtlijn. Ook is hierdoor geen sprake van ‘fair trial’ in de zin van het EVRM. Immers, door de besluitvorming neer te leggen in verschillende besluiten die qua tijdstip uit elkaar lopen, moet zij tegen elk afzonderlijk besluit beroep instellen. Hierdoor moet zij meerdere keren griffierecht betalen.
14. De rechtbank begrijpt het betoog van eiseres aldus dat zij vindt dat de Wnb-ontheffing had moeten aanhaken bij de verleende omgevingsvergunning voor het kappen van bomen en/of de verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van recreatiewoningen. GS had, vanwege het opknipverbod, de afzonderlijk aangevraagde Wnb-ontheffing niet mogen verlenen. Ditzelfde geldt voor een eventuele Wnb-vergunning (gebiedsbescherming). Ook had het college geen twee afzonderlijke beslissingen mogen nemen op de aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het kappen en voor het bouwen van de recreatiewoningen + realisatie van infrastructuur maar het college had hierop moeten besluiten in één omgevingsvergunning.
De rechtbank overweegt hierover het volgende.