Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 28 november 2023 met producties;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens wijziging van eis in conventie met producties;
- akte overlegging productie 6 van [gedaagde] ;
- akte overlegging producties 13-18 van [eiseres] ;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 24 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waar [gedaagde] spreekaantekeningen heeft overgelegd.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
incl. niet declarabele uren’ en trekt in twijfel of deze kosten wel in rekening zullen worden gebracht bij [gedaagde] . Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] desgevraagd verklaard dat zijn gemachtigde in januari 2024 rond de € 3.700,00 heeft gedeclareerd en dat hij dit bedrag heeft betaald. De gemachtigde van [gedaagde] heeft bovendien verklaard dat het overige deel van de kosten zal worden gedeclareerd zodra [gedaagde] deze procedure wint. [eiseres] heeft hiertegen verder geen verweer gevoerd. De kantonrechter heeft geen reden om eraan te twijfelen dat de overige kosten uit het overzicht volledig en daadwerkelijk bij [gedaagde] in rekening zullen worden gebracht. De in het overzicht opgenomen posten komen de kantonrechter niet onredelijk voor. Daarbij constateert de kantonrechter dat toekomstige kosten voor werkzaamheden die na 12 april 2024 zijn verricht niet in het overzicht zijn opgenomen. [gedaagde] heeft voor deze kosten geen onderbouwing geboden zodat er ook geen aanleiding is om verdere kosten toe te wijzen.