6.1.De rechtbank is van oordeel dat eiseres de gegevens in de AGL2020 niet naar waarheid heeft verstrekt, omdat zij bij het opgeven van de eindvoorraad mest niet is uitgegaan van de best beschikbare gegevens. De minister heeft eiseres terecht een boete opgelegd voor deze overtreding. De rechtbank zal dit hierna uitleggen.
6.1.1.Op de zitting bestond enige onduidelijkheid over de vraag welke overtreding de minister eiseres verwijt in het kader van de AGL2020. Uiteindelijk heeft de minister verklaard dat hij eiseres verwijt dat zij het stikstof- en fosfaatgehalte van de mestvoorraad niet heeft opgegeven op basis van de best beschikbare gegevens. De rechtbank constateert dat dit standpunt overeenkomt met het standpunt dat is ingenomen in het NVWA-rapport, het daarop gebaseerde boetebesluit, het bestreden besluit en het verweerschrift.
6.1.2.Eiseres moet jaarlijks aan de minister gegevens verstrekken over de hoeveelheid meststoffen die zij in een kalenderjaar in voorraad heeft gehouden en de samenstelling daarvan. Deze hoeveelheid moet eiseres bepalen op basis van het zo nauwkeurig mogelijk bepaalde gewicht van de dierlijke meststoffen en het zo nauwkeurig mogelijk bepaalde stikstof- en fosfaatgehalte van die meststoffen. Dit volgt uit de artikelen 34, eerste lid, onder b, en 35, eerste lid, van de Msw, de artikelen 35, eerste en tweede lid, 36, aanhef en onder d, en 68 van het Besluit en artikel 42 , eerste lid, aanhef en onder a, van de Regeling.
6.1.3.Op grond van artikel 94, tweede lid, van de Regeling moet het fosfaat- en stikstofgehalte van de op een bedrijf opgeslagen hoeveelheid dierlijke meststoffen worden bepaald op basis van de best beschikbare gegevens.
6.1.4.Uit de toelichting op de Regeling volgt dat de best beschikbare gegevens worden verkregen door de gehele voorraad mest te bemonsteren en te analyseren op dezelfde manier als bij aan- en afvoer van mest. Als deze gegevens niet beschikbaar zijn, kan gebruik worden gemaakt van berekening van het gemiddelde stikstof- en fosfaatgehalte aan de hand van de stikstof-, en fosfaatgehalten die eerder zijn bepaald aan de hand van bemonstering en analyse van de in het desbetreffende jaar van het bedrijf afgevoerde hoeveelheden dierlijke meststoffen. Als in het desbetreffende jaar geen dierlijke meststoffen zijn afgevoerd, kan bij de bepaling van de eindvoorraad dierlijke mest gebruik worden gemaakt van het bij de desbetreffende diersoort en -categorie behorende forfaitaire stikstof- en fosfaatgehalte.
6.1.5.De rechtbank is van oordeel dat de minister zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de best beschikbare gegevens in dit geval kunnen worden verkregen door uit te gaan van de gemiddelde stikstof- en fosfaatgehaltes in de afgevoerde hoeveelheden mest. Het toepassen van deze methode is in overeenstemming met de toelichting op de Regeling. De rechtbank is het met de minister eens dat kan worden aangenomen dat het gemiddelde stikstof- en fosfaatgehalte per ton van de 83 vrachten bemonsterde mest met mestcode 14 die in het kalenderjaar 2020 zijn afgevoerd voldoende representatief zijn om het totale stikstof- en fosfaatgehalte van de totale voorraad mest in de AGL2020 te kunnen bepalen. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij bij haar alternatieve berekening is uitgegaan van gegevens die ten minste even geschikt zijn om het stikstof- en fosfaatgehalte van de mestvoorraad zo goed mogelijk te benaderen. Eiseres heeft deze gehaltes naar eigen zeggen bepaald aan de hand van diverse gegevens, variërend van productiecijfers, afvoercijfers en haar eigen kennis. Zij heeft echter – ondanks dat haar hier meermalen naar is gevraagd – geen inzicht gegeven in de door haar gemaakte berekening en de concrete, objectieve en verifieerbare gegevens die zij daarbij heeft gebruikt.
6.1.6.Dit brengt de rechtbank tot de conclusie dat eiseres de gegevens in de AGL2020 niet naar waarheid heeft verstrekt, omdat zij het fosfaat- en stikstofgehalte niet heeft bepaald op basis van de best beschikbare gegevens. De minister was bevoegd om eiseres een boete op te leggen voor de overtreding van artikel 34, eerste lid, aanhef en onder b, van de Msw, gelezen in samenhang met de artikelen 35, eerste lid, 36 en 68, derde lid, van het Besluit en de artikelen 42 , eerste lid, 94, tweede lid, en 124, eerste lid, van de Regeling. Daarom slaagt deze beroepsgrond niet.
Zijn de opgelegde boetes in overeenstemming met bijlage M van de Regeling?
7. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de opgelegde boetes niet in overeenstemming zijn met bijlage M van de Regeling, omdat volgens deze bijlage een boete van € 300,- had moeten worden opgelegd voor de overtreding met feitcode M123 en een boete van € 200,- (en niet € 300,-) voor de overtreding met feitcode M102.