2.1Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft verweerder in totaal zeven lasten onder dwangsom opgelegd. In dit primaire besluit 1 heeft verweerder eisers opgedragen om de overtredingen te beëindigen, beëindigd te houden, dan wel herhaling te voorkomen. Dit kunnen zij doen door:
1. binnen drie maanden na de verzenddatum van het primaire besluit 1 (26 augustus 2021) de mestplaat te (laten) voorzien van een mestdichte vloer, of gelijkwaardige voorziening, die is voorzien van een opstaande rand, zodat het uitzakkende, vrijkomende vocht wordt opgevangen in een vloeistofdichte voorziening (last 1);
2. binnen drie maanden na 26 augustus 2021 te voorkomen dat mest(vocht) kan wegstromen van de mestplaat en terecht kan komen in de bodem van naastgelegen gronden en/of de nabijgelegen sloot, maar ervoor te zorgen dat het mest(vocht) terecht komt in de vloeistofdichte opslagvoorziening (last 2);
3. binnen één maand na 26 augustus 2021 geen vaste meststoffen en/of dikke fractie van het digestaat op te slaan buiten de mestplaat als bedoeld in last 1 en/of de stallen (last 3);
4. per direct geen vloeibare meststoffen en/of dunne fractie van het digestaat te laten wegstromen/lekken bij het vullen of ledigen van een bassin (last 4);
5. binnen twee maanden na 26 augustus 2021 alle IBC’s en drums met opslag van (gevaarlijke) (afval)stoffen op het buitenterrein (die niet zijn vermeld in de vigerende vergunningen) te (laten) verwijderen en af te (laten) voeren naar een daartoe erkende inzamelaar (last 5);
6. binnen twee maanden na 26 augustus 2021 de opslagen voor agrarische bedrijfsstoffen en/of co-producten te (laten) voorzien van een opslagvoorziening voor het opvangen van het vrijkomende percolaatwater en al het percolaatwater van deze opslagen te laten opvangen in deze opslagvoorziening (last 6);
7. binnen twee maanden na 26 augustus 2021 de dieselopslagtank met de daarbij behorende leidingen en appendages buiten gebruik te laten stellen en te laten verwijderen conform de voorschriften van paragraaf 3.6 van de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 30 (PGS 30) (last 7).
Aan het niet (tijdig) voldoen aan deze lasten heeft verweerder de volgende dwangsommen verbonden:
- voor de lasten 1 en 2: per last een dwangsom van € 500,- per week, tot een maximum van € 5.000,- per last;
- voor last 3: een dwangsom van € 5.000,- per week, tot een maximum van
€ 50.000,-;
- voor de lasten 4 en 5: per last een dwangsom van € 500,- per constatering per week, tot een maximum van € 5.000,- per last;
- voor de lasten 6 en 7: per last een dwangsom van € 1.750,- per week, tot een maximum van € 17.500,- per last.