Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de berichten van 29 en 30 januari 2024, waarbij van de zijde van [eiseres] de aankoopfactuur respectievelijk de aanvullende productie 10 in het geding is gebracht;
2.Samenvatting
3.De feiten
mr. Kant) aan de voormalig gemachtigde van Samvar (hierna: mr. Kolkman) laten weten dat:
‘(…)
Genoemde auto behoort in eigendom toe aan cliënte, het daarop gelegde beslag kleeft derhalve niet(…)
In dat verband verwijs ik naar een als bijlage 2 hierbij gaande e-mailwisseling tussen cliënte en een potentiële koper van de auto. Deze koper was bereid een bedrag te betalen voor deze auto van € 35.000,00. De koop is geannuleerd als gevolg van het in uw opdracht gelegde beslag.Ik verzoek u het daartoe te leiden dat genoemd beslag op de kortst mogelijke termijn wordt opgeheven(…)
Indien u mij niet binnen vijf dagen na vandaag hebt bevestigd dat het conservatoir beslag op deze auto als opgeheven kan worden beschouwd(…)
zal cliënte rechtsmaatregelen nemen opdat dit beslag alsnog wordt opgeheven, althans dat uw cliënte wordt bevolen het beslag op te heffen.(…)’.
‘(…)
Cliënte heeft van 23 tot 27 maart 2022 een stand gehuurd op de prestigieuze Techno-Classica Essen(…)
waar zij de auto ten verkoop heeft aangeboden. Ik verwijs naar bijgaande foto’s waaruit blijkt dat de auto op de beurs is aangeboden. Cliënte heeft daarbij met een derde een koopovereenkomst gesloten waarbij zij de auto verkocht voor een bedrag van € 48.000,00, onder de ontbindende voorwaarde dat het beslag door uw cliënte zou worden opgeheven. Uw cliënte heeft dat echter geweigerd zodat cliënte genoodzaakt was de koopovereenkomst te ontbinden. De schade die cliënte daardoor heeft geleden is voor rekening van uw cliënte.Thans heeft zich wederom een buitenlandse koper voor de auto gemeld, die deze op vrijdag 29 april 2022 zal bekijken, waarna cliënte met hem in onderhandeling zal treden.(…)’.
‘(…)
Cliënte is vooralsnog van mening dat mevrouw [eiseres] niet de eigenaar is. Om uit de impasse te komen is cliënte uiteraard bereid mee te werken aan de verkoop van de auto, mits de verkoop opbrengst in depot wordt gestort(…).
Als ik het goed zie hebt u mij niet eerder over een bieding geïnformeerd, zodat ik u ook niet eerder dit bericht kon sturen.(…)’.
‘(…)
In eerder e-mailverkeer heeft mr. Kolkman wellicht enigszins terecht aan mr. Kant aangegeven dat tenaamstelling an sich niets zegt over de vraag wie de eigenaar aan de betreffende auto is. Mr. Kant heeft hem vervolgens echter ook de aankoopfactuur van de auto toegezonden, die door [eiseres] ook is betaald(…).
Als reactie hierop gaf mr. Kolkman aan dat uw cliënte vooralsnog van mening is dat [eiseres] niet de eigenares is. Echter is hiervoor geen enkele reden gegeven(…).
Kijken we namelijk naar de feiten, dan kunnen we niet anders concluderen dat [eiseres] eigenares is van de auto. [eiseres] en Handelsonderneming [bedrijf 1] hebben ter zake een koopovereenkomst gesloten en de auto is aan haar geleverd. Daarbij komt nog dat de auto op naam van [eiseres] staat en zij de verzekeringspenningen voldoet(…).
Zij heeft – zoals uw cliënte weet – al meerdere mogelijkheden gehad om de auto voor mooie bedragen te verkopen, hetgeen niet vrij van beslag kon(…)
Zij heeft mij inmiddels opdracht gegeven om tegen uw cliënte een kort geding te entameren ter zake de opheffing van het beslag.(…)’.
‘(…)
Degene aan wie de auto destijds is geleverd is eigenaar van de auto geworden. En het feit dat volgens de RDW kentekencheck de 6e kentekenhouder (vanaf 29-09-2018) een bedrijf was, doet vermoeden dat de auto destijds niet aan mevrouw [eiseres] is geleverd, maar (bijvoorbeeld) aan [bedrijf 2] en deze de auto (die blijkens de aankoopnota verkocht is als opknapper) vervolgens heeft gerestaureerd waardoor deze in waarde is gestegen (u stelt dat de auto voor mooie bedragen had kunnen worden verkocht). Omdat uw cliënte op de aankoopnota vermeld staat is mijn cliënte evenwel bereid het ervoor te houden dat de auto aan haar is geleverd (en zij de eigenaar van de betreffende auto is) indien haar naam vanaf 29-09-2018 op het kentekenbewijs staat(…)
Indien de naam van mevrouw [eiseres] op het kentekenbewijs staat is mijn cliënte bereid het beslag vrijwillig op te doen heffen.(…)’.
(r.o. 3.3.). Op gelijke datum heeft mr. Lindeboom namens Samvar de deurwaarder verzocht om het beslag op de auto zo snel mogelijk op te heffen.
‘(…)
[eiseres] had namelijk in die periode de kans om de auto voor een bedrag van € 35.000,- te verkopen, maar door de beslaglegging ging de verkoop niet door.
(…)
Op 25 maart 2022 werd opnieuw verzocht om het conservatoir beslag op te heffen, omdat [eiseres] wederom de auto voor een mooi (lees: nog mooier) bedrag kon verkopen. Hierbij was [eiseres] met de koper overeengekomen dat de koop doorgaat, indien het conservatoir beslag wordt opgeheven. Ook dit keer werd het beslag ondanks verzoek en sommatie daartoe niet opgeheven, waardoor [eiseres] een bedrag van maar liefst € 48.000,- misliep.
(…)
Op 28 april 2022 werd voor een derde keer verzocht om het beslag op te heffen. [eiseres] had (wederom) een koper voor de auto en kon dit keer een bedrag van € 38.000, krijgen. Bij dit verzoek werd - net zoals bij het eerste verzoek - vermeld dat u aansprakelijk wordt gesteld voor de schade die [eiseres] lijdt ten gevolge van de onrechtmatige beslaglegging. Ook hier werd de beslaglegging niet opgeheven.
4.Het geschil
Tot slot vordert zij veroordeling van Samvar in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen wordt betaald.
€ 35.000,00, vervolgens voor € 48.000,00 en tot slot voor € 38.000,00 verkocht kunnen worden. De mogelijke verkopen zijn volgens [eiseres] niet doorgegaan omdat het beslag ondanks herhaalde verzoeken niet werd opgeheven. Uiteindelijk heeft Samvar pas op
8 maart 2023 de deurwaarder verzocht het conservatoire beslag op te heffen. Nadat het beslag is opgeheven, heeft [eiseres] op 28 maart 2023 een taxatie van de auto laten uitvoeren. Uit dit taxatierapport bleek dat de auto nog slechts € 18.000,00 waard is. Omdat de auto zonder het beslag voor € 48.000,00 verkocht had kunnen worden, stelt [eiseres] schade te hebben geleden van € 30.000,00. [eiseres] vordert om proceseconomische redenen echter slechts € 25.000,00 schadevergoeding.
€ 48.000,00 of € 38.000,00. Samvar had mee willen werken aan de verkoop van de auto, maar dan had zij daarvan wel tijdig op de hoogte moeten zijn gesteld. Bij de eerste twee biedingen is Samvar te laat ingelicht over de mogelijke verkoop van de auto, namelijk pas op het moment dat de verkoop niet meer doorging. Toen er een (derde) koper bleek te zijn, heeft Samvar aangegeven akkoord te gaan met de verkoop van de auto, onder de voorwaarde dat de verkoopopbrengst in depot zou worden gestort. Samvar heeft vervolgens geen reactie meer ontvangen.
5.De beoordeling
Vanwege het beslag is geen van de die verkopen doorgegaan, aldus [eiseres]. Nu de auto laatstelijk getaxeerd is op € 18.000,00, vindt [eiseres] dat Samvar aansprakelijk is voor de geleden schade. Samvar betwist dat zij aansprakelijk is voor de beweerdelijk geleden schade, omdat [eiseres] niets heeft gedaan om de gestelde schade te beperken. Ook wist Samvar niet tijdig van de biedingen die zijn gedaan.