ECLI:NL:RBOVE:2023:64

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 januari 2023
Publicatiedatum
11 januari 2023
Zaaknummer
10110615 \ CV EXPL 22-3470
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betwisting van beëindiging betalingsregeling door zorgverzekeraar Zilveren Kruis

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 10 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde partij. De centrale vraag was of Zilveren Kruis de gedaagde terecht in rechte had betrokken na het beëindigen van een betalingsregeling. De gedaagde had een zorgverzekeringsovereenkomst met Zilveren Kruis en was maandelijks premies verschuldigd. Door financiële problemen ontstond er een betalingsachterstand, waarna partijen een betalingsregeling overeenkwamen. Zilveren Kruis beëindigde deze regeling en vorderde betaling van het openstaande bedrag ineens, wat de gedaagde betwistte. De kantonrechter oordeelde dat Zilveren Kruis ten onrechte de betalingsregeling had beëindigd, omdat de gedaagde bereid was om de betalingsachterstand te voldoen. De rechter concludeerde dat de vordering van Zilveren Kruis moest worden afgewezen en dat de gedaagde geen bijkomende kosten hoefde te betalen. De betalingsregeling bleef van kracht en de gedaagde kon deze voortzetten totdat het oorspronkelijk verschuldigde bedrag was voldaan. Zilveren Kruis werd veroordeeld in de proceskosten, die op nihil werden begroot, aangezien de gedaagde zonder gemachtigde had geprocedeerd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 10110615 \ CV EXPL 22-3470
Vonnis van 10 januari 2023
in de zaak van
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: Zilveren Kruis,
gemachtigde: GGN Mastering Credit N.V.,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 augustus 2022,
- de schriftelijke reactie van [gedaagde] , aangemerkt als conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek, tevens houdende akte vermindering van eis,
- de schriftelijke reactie van [gedaagde] , aangemerkt als conclusie van dupliek.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Zilveren Kruis heeft met [gedaagde] een zorgverzekeringsovereenkomst gesloten. Uit hoofde van die zorgverzekeringsovereenkomst is [gedaagde] maandelijks, bij vooruitbetaling, premies verschuldigd.
2.2.
Er is een betalingsachterstand ontstaan in de verschuldigde premies. Partijen zijn op 21 januari 2020 een betalingsregeling overeengekomen voor diverse openstaande dossiers.
2.3.
Op 19 april 2022 bericht [gedaagde] de gemachtigde van Zilveren Kruis als volgt:
“(…) Helaas ben ik niet bij machte geweest om de laatste maandelijkse betaling tijdig te verrichten. Dit omdat ik de afgelopen maand geen inkomen heb mogen ontvangen.
Ik verwacht de volgende betaling wel tijdig te kunnen doen en zal er tevens voor zorgdragen dat de gemiste betaling ook zo spoedig mogelijk alsnog overgemaakt gaat worden. (…)”
2.4.
Op 21 april 2022 is tussen partijen een nieuwe betalingsregeling getroffen. Zilveren Kruis heeft deze (tweede) betalingsregeling bij brief van 21 april 2022 bevestigd. In de brief is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“(…)U betaalt maandelijks € 50,00.
De eerste betaling van € 100,00 ontvangen wij uiterlijk 10 mei 2022 van u. Hierna ontvangen we maandelijks uw betaling uiterlijk de tiende van de maand. (…)
(…)Betaal nieuwe rekeningen op tijd aan Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V., (…)(…)Als u dat niet doet komt de regeling te vervallen.
Let op
Komt u de betalingsregeling niet na? Dan stopt deze. U moet het totale bedrag dan direct betalen. Daarnaast gelden er nog extra voorwaarden. Deze vindt u in de toelichting van deze brief. (…)
Kunt u niet betalen?
Neem dan zo snel mogelijk contact met ons op. (…)”
2.5.
In de bijbehorende toelichting bij voormelde brief van 21 april 2022 is het volgende opgenomen:
“(…) Op (de getroffen betalingsregeling in) uw dossier(s) [nummer] / [nummer] is onderstaande voorwaarde van toepassing:Komt u de betalingsregeling niet na? Dan stopt deze. U moet het totale bedrag dan direct betalen. Naast dat u direct moet betalen kunt u gedagvaard worden. De wettelijke kosten daarvan betaalt u.
Op (de getroffen betalingsregeling in) uw dossier(s) [nummer] is onderstaande voorwaarde van toepassing:
Komt u de betalingsregeling niet na? Dan stopt deze. U moet het totale bedrag dan direct betalen. Naast dat u direct moet betalen kunt u gedagvaard worden. De wettelijke kosten daarvan betaalt u. (…)”
2.6.
[gedaagde] heeft op 4 mei 2022 en op 26 juni 2022 een bedrag van € 50,- voldaan.
2.7.
Zilveren Kruis heeft op 21 juli 2022 een veertiendagenbrief naar [gedaagde] gestuurd waarin, voor zover van belang, het volgende is opgenomen:
(…) Samenvatting: betaal € 566,38 op tijd, anders betaalt u € 102,80 aan incassokosten. (…)
(…)Betaal binnen 14 dagen vanaf de dag nadat deze brief bij u is bezorgd.
Betaalt u de hoofdsom (€ 566,38) niet op tijd?
Dan verhogen wij het bedrag met € 84,96 aan wettelijke incassokosten over de hoofdsom. Let op: als u een regeling met ons treft, betaalt u ook de incassokosten!
Omdat de schuldeiser de BTW niet kan verrekenen, zal u over deze kosten tevens een bedrag van € 17,84 aan BTW in rekening worden gebracht. (…)”
2.8.
[gedaagde] heeft op 8 augustus 2022, 22 augustus 2022, 27 september 2022 en 26 oktober 2022 telkens een bedrag van € 50,- voldaan.

3.Het geschil

3.1.
Zilveren Kruis vordert - bij dagvaarding - dat de kantonrechter [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 735,95, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling. Verder vordert Zilveren Kruis veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Zilveren Kruis baseert haar vordering op de hiervoor opgenomen feiten waarbij zij het volgende nog heeft aangevoerd. Omdat van [gedaagde] geen betaling viel te verkrijgen van het nog openstaande bedrag, zag zij zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. De kosten daarvoor bedragen € 102,80 (inclusief btw) en komen voor rekening van [gedaagde] . Verder vordert Zilveren Kruis wettelijke rente tot aan de dag van volledige betaling. In mindering op de vordering kan strekken een totaalbedrag van € 150,- als gevolg van de betalingen van [gedaagde] van € 50,- in de maanden augustus, september en oktober 2022.
3.3.
[gedaagde] voert verweer tegen de vordering van Zilveren Kruis. Zij maakt met name bezwaar tegen alle kosten die het voeren van deze procedure met zich meebrengt. Volgens [gedaagde] heeft zij voor deze vordering een betalingsregeling afgesproken die nog loopt. Zij betaalt elke maand € 50,-. De vordering is onderverdeeld in meerdere dossiernummers. Er zijn ook al wat dossiers afbetaalt en gesloten. De betalingen komen dus goed over. Volgens [gedaagde] heeft zij meermalen contact gehad met GGN, ook na het uitbrengen van de dagvaarding. Op de reacties die zij per mail heeft gestuurd met betaalbewijzen, heeft zij geen reactie ontvangen. Zij heeft daarom gebeld met GGN. GGN zou telefonisch hebben toegezegd het uit te gaan zoeken en haar daarover te berichten. Zij heeft echter geen bericht ontvangen. Ook zou GGN hebben gezegd dat [gedaagde] zich geen zorgen hoefde te maken over de zitting, als zij de betalingen inderdaad had verricht zouden er geen extra kosten in rekening worden gebracht. [gedaagde] heeft echter van GGN niets meer gehoord. Volgens [gedaagde] heeft zij echt haar best gedaan met GGN te communiceren. Zij heeft de vordering nu bijna volledig afbetaald en zou het heel erg vinden wanneer er nu weer kosten bijkomen. Zij is steeds € 50,- per maand blijven betalen en betwist dat zij de regeling niet is nagekomen.
3.4.
Volgens Zilveren Kruis had [gedaagde] in mei 2022 eenmalig € 100,- moeten betalen in plaats van € 50,-. Zij heeft maar € 50,- voldaan. In juli heeft zij niet tijdig betaald. Ook heeft [gedaagde] soms als betalingskenmerk dossiernummers genoemd die al door GGN waren afgesloten. GGN heeft er voor gekozen om die betalingen af te boeken op de dossiers met het laagste saldo, zodat deze konden worden gesloten. Omdat [gedaagde] € 50,- per maand is blijven betalen, verminderd Zilveren Kruis haar vordering met € 150,-.
3.5.
Op de overige stellingen van partijen zal, voor zover van belang, nader worden ingegaan.
4. De beoordeling
Korte samenvatting van de beslissing:
4.1.
De centrale vraag die in deze procedure voorligt is of Zilveren Kruis [gedaagde] terecht in rechte heeft betrokken. De kantonrechter is van oordeel dat daarvan geen sprake is omdat Zilveren Kruis ten onrechte de betalingsregeling heeft beëindigd en betaling van een bedrag ineens vordert. De conclusie is dan ook dat de vordering dient te worden afgewezen en dat er voor [gedaagde] geen enkele bijkomende kosten bijkomen. Zij kan doorgaan met het nakomen van de betalingsregeling en als het oorspronkelijk verschuldigde bedrag, dus zonder kosten, is voldaan, kan ook dit dossier worden gesloten. De uitleg van deze beslissing staat hieronder.
4.2.
Uit vaste rechtspraak volgt dat de omstandigheden van het geval aanleiding kunnen geven te oordelen dat er onvoldoende noodzaak heeft bestaan een betalingsregeling te beëindigen en daaropvolgend een gerechtelijke procedure te starten. Daarbij heeft te gelden dat, wanneer blijkt dat een schuldenaar bereid is de opgelopen betalingsachterstand in verband met een zorgverzekering te voldoen, van (de gemachtigde van) de desbetreffende schuldeiser mag worden verwacht dat zij probeert om extra kosten voor de schuldenaar te voorkomen. Hierbij geldt dat van de schuldeiser, nu zij reeds bekend is met de slechte financiële positie van de schuldenaar, alvorens over te gaan tot beëindiging van de betalingsregeling de nodige zorgvuldigheid mag worden verwacht. Daarbij kan worden gedacht aan het sturen van een betalingsherinnering of op andere wijze nagaan of er bij de niet correcte nakoming van de betalingsregeling niet iets mis is gegaan wat zich voor eenvoudige correctie leende, alvorens over te gaan tot beëindiging van de betalingsregeling (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:RBLIM:2019:331, ECLI:NL:RBMNE:2019:2015 en ECLI:NL:RBGEL:2019:1910).
4.3.
Zilveren Kruis stelt dat zij de betalingsregeling met [gedaagde] van 21 april 2022 op 21 juli 2021 op goede gronden heeft beëindigd omdat [gedaagde] op 4 mei 2022 slechts een bedrag van € 50,- heeft voldaan, terwijl zij op grond van de betalingsregeling voor 10 mei 2022 eenmalig een bedrag van € 100,- had moeten voldoen. Ook zou van [gedaagde] in juli 2022 in het geheel geen betaling zijn ontvangen. Of het voor [gedaagde] ook voldoende duidelijk was dat zij eenmalig een bedrag van € 100,- moest betalen en of dat voor haar ook mogelijk was, volgt uit de stukken niet. Niet gebleken is dat Zilveren Kruis daar onderzoek naar heeft gedaan. De brief is bovendien onduidelijk geformuleerd. Daarin staat vet gedrukt:
U betaalt maandelijks € 50,-“.Daaronder staat licht gedrukt:
“De eerste betaling van € 100,- ontvangen wij uiterlijk 10 mei 2022 van u”. Waarom de eerste betaling € 100,- is, staat niet vermeld. Gelet op de vet gedrukte zin erboven, had dit ook een tikfout kunnen zijn. Het niet betalen van de € 100,- terwijl de maandelijkse € 50,- wel wordt voldaan, rechtvaardigt dan ook niet de beëindiging van de betalingsregeling.
De maand juli is wel betaald, begrijpt de kantonrechter, maar enkele dagen te laat (8 augustus), en zo begrijpt de kantonrechter, heeft Zilveren Kruis dit bedrag afgeboekt op een ander dossier omdat het bij de betaling genoemde dossiernummer van een dossier was dat al was gesloten. Verder is niet weersproken dat [gedaagde] € 50,- is blijven betalen, ook na datum dagvaarding. Zilveren Kruis was op de hoogte van de moeilijke financiële situatie van [gedaagde] en dat zij maar € 50,- in de maand kon aflossen op diverse lopende dossiers.
Volstrekt onbegrijpelijk en met totale onbegrip voor de situatie is het dan ook dat Zilveren Kruis het verzoek om het openstaande bedrag ineens te betalen ter voorkoming van verdere kosten (de veertiendagen brief)
een voorstel uit coulancekan noemen (Conclusie van Repliek onder 4).
4.4.
Uit de door [gedaagde] overgelegde correspondentie volgt ook dat [gedaagde] voldoende bereidheid heeft getoond de betalingsachterstand aan Zilveren Kruis te voldoen. Niet is weersproken dat zij herhaaldelijk per mail en telefonisch contact heeft gezocht, maar Zilveren Kruis op haar mail niet heeft gereageerd en de telefonische terugkoppeling niet heeft plaatsgevonden. Voor Zilveren Kruis was het dus duidelijk dat er bereidheid was bij [gedaagde] tot het nakomen van de betalingsregeling. Ook gelet hierop was procederen totaal onnodig en gelet op de hoogte van de vordering in verhouding met alle bijkomende kosten eveneens.
4.5.
Uit wat hiervoor is overwogen mag duidelijk zijn dat de kantonrechter van oordeel is dat Zilveren Kruis de betalingsregeling prematuur heeft beëindigd en dat zij [gedaagde] vervolgens nodeloos in rechte heeft betrokken, met voorzienbare en op [gedaagde] te verhalen hoge extra kosten. De conclusie van het voorgaande is dat de betalingsregeling dient te worden voortgezet en dat het restant verschuldigde op dit moment niet ineens opeisbaar is. De vordering en nevenvorderingen zullen daarom worden afgewezen.
4.6.
Zilveren Kruis is de partij die in deze procedure ongelijk krijgt en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten worden aan de zijde van [gedaagde] , nu zij zonder gemachtigde heeft geprocedeerd, begroot op nihil.

5.De beslissing

5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Zilveren Kruis in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Marsman en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2023. (TD)