ECLI:NL:RBGEL:2019:1910
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Compensatie van proceskosten in zorgverzekering geschil met betalingsregeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, op 10 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen Menzis Zorgverzekeraar N.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De procedure volgde op een zorgverzekeringsovereenkomst tussen partijen, waarbij de gedaagde een eigen risico van € 415,45 verschuldigd was over de periode van 20 januari 2018 tot en met 27 juni 2018. Menzis had meerdere aanmaningen gestuurd, maar de gedaagde had niet tijdig voldaan aan zijn betalingsverplichtingen. Na de dagvaarding had de gedaagde wel een bedrag van € 494,08 betaald, maar Menzis vorderde desondanks de proceskosten van de gedaagde, omdat deze in rechte was betrokken.
De kantonrechter heeft de feiten en het verweer van de gedaagde in overweging genomen. De gedaagde stelde dat hij een betalingsregeling had getroffen, maar Menzis betwistte dat deze regeling nog geldig was. De rechter oordeelde dat, hoewel de gedaagde mogelijk niet aan de betalingsverplichtingen had voldaan binnen de gestelde termijn, hij wel bereidheid had getoond om zijn schulden te voldoen. De kantonrechter concludeerde dat Menzis onvoldoende had beargumenteerd dat zij een rechtens relevant belang had bij de procedure, gezien de financiële situatie van de gedaagde en het feit dat er al loonbeslag was gelegd.
Daarom besloot de kantonrechter de proceskosten te compenseren, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter P.J. Wiegman.