ECLI:NL:RBOVE:2023:5250

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
08-327665-22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meervoudige diefstal en opzetheling met gevangenisstraf en schadevergoeding

Op 21 december 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen en opzetheling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaren en 207 dagen, waarvan 2 jaar voorwaardelijk, en heeft hem verplicht schadevergoedingen te betalen aan verschillende benadeelde partijen. De verdachte is schuldig bevonden aan het meermaals plegen van opzetheling en diefstal, waarbij hij onder andere scooters, bromfietsen, motoren en gereedschap heeft gestolen of geheeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie heeft de vordering tot straf en schadevergoeding ingediend, waarop de verdediging zich grotendeels heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen beoordeeld en gedeeltelijk toegewezen, waarbij de schadevergoeding voor de benadeelden is vastgesteld op verschillende bedragen, afhankelijk van de geleden schade. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd aan de verdachte, waaronder het melden bij de reclassering en het ondergaan van behandeling in een forensische verslavingskliniek. De uitspraak is openbaar gedaan en de rechtbank heeft de zaak afgesloten met de opmerking dat de verdachte zich aan de voorwaarden moet houden om verdere juridische gevolgen te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-327665-22 (P)
Datum vonnis: 21 december 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats],
nu verblijvende in de Forensische Verslavingskliniek (FVK), de Piet Roordakliniek, in Zutphen.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van
4 december 2023 en 21 december 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J. van Zeijts en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J. Vlug, advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partijen
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] door [naam], werkzaam bij Slachtofferhulp Nederland, is aangevoerd en van wat de benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 4 december 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 primair:al dan niet samen met een ander, gereedschap uit vier bedrijfsbussen heeft gestolen, door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 1 subsidiair:al dan niet samen met een ander die gereedschappen heeft geheeld;
feit 2 primair:zes scooters/bromfietsen en/of een motorfiets heeft geheeld;
feit 2 subsidiair:al dan niet samen met een ander, die scooters/bromfietsen en/of motor heeft gestolen, door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 3 primair:zes scooters/bromfietsen/snorfietsen en/of een motorfiets en/of een auto heeft geheeld;
feit 3 subsidiair:al dan niet samen met een ander, die scooters/bromfietsen/snorfietsen en/of motorfiets en/of auto heeft gestolen, door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 4 primair:al dan niet samen met een ander, uit twee garageboxen voertuigen en diverse goederen heeft gestolen door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 4 subsidiair:die voertuigen en diverse goederen heeft geheeld;
feit 5 primair:motoren, auto’s en diverse goederen heeft geheeld;
feit 5 subsidiair:die motoren, auto’s en diverse goederen heeft gestolen uit een parkeergarage en/of afgesloten bedrijventerrein en/of uit/nabij een woning, door middel van braak, verbreking, inklimming en/of valse sleutels;
feit 6 primair:vanaf een bedrijventerrein uit zes bedrijfsbussen 25 koffers met elektrisch gereedschap heeft gestolen, door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 6 subsidiair:heeft geprobeerd deze 25 koffers met elektrisch gereedschap te stelen, door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 7:al dan niet samen met een ander, uit vier bedrijfsbussen en een garagebox gereedschappen en/of airconditioners heeft gestolen, door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 december 2022 tot en met 15 december 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(op de [adres 17]) uit een bedrijfsbus van '[bedrijf 1]' (aangifte 2022580624 PV pag. 179)
-een hoeveelheid handgereedschap en/of
-en decoupeerzaag op accu, merk Makita en/of
-een slagboormachine op accu, merk Makita,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1] toebehoorde(n) en/of
(op de [adres 16]) uit een bedrijfsbus van '[bedrijf 2]' (aangifte 2022581242 PV pag. 182)
-drie reciprozagen, merk Dewalt en/of
-een gipsplatenmachine, merk Dewalt en/of
-een Kango, merk Dewalt en/of
-een schiethamer, merk Dewalt en/of
-een reciprozaag, merk Makita en/of
-een grote haakse slijper, merk Dewalt en/of
-een kleine haaqkse slijper, merk Dewalt en/of
-een snellader voor meedere accu's en/of
-twee bouwlampen en/of
-een klopboor, merk Dewalt,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 2] en/of [slachtoffer 4] toebehoorde(n) en/of
(op de [adres 15]) uit een bedrijfsbus van [bedrijf 3] (aangifte 2022584335 PV pag. 188 )
-een rode tas met handgereedschap en/of
-een Hioki accutester en/of
-een of meer tl-buisjes en/of
-een gereedschapstrolley(met sticker [bedrijf 3]) kleur rood met daarin handgereedschap,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 3] en/of [slachtoffer 5] toebehoorde(n) en/of
(op de [adres 14]) uit een bedrijfsbus van [slachtoffer 6] (aangifte 2022584641 PV pag. 192)
-twee acculaders, merk Bosch en/of
-een UTP tester(in blauwe tas) en/of
-twee gereedschapskoffers(met inhoud), kleur zilver en/of
-een klopboormachine op accu, merk Bosch (met twee accu's) en/of
-een bosch slijpmachine op accu (met accu) en/of
-een multitool op en met accu, merk Bosch en/of
-een boormachine , merk Bosch in koffer met accu's en/of
-een zaagmachine, merk Bosch,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] toebehoorde(n),
, in elk geval aan (een) ander(en) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen voornoemd (telkens) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de pleegperiode van 14 december 2022 tot en met 15 december 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (een) goed(eren) te weten
-een hoeveelheid handgereedschap en/of
-en decoupeerzaag op accu, merk Makita en/of
-een slagboormachine op accu, merk Makita en/of
-drie reciprozagen ,merk Dewalt en/of
-een gipsplatenmachine, merk Dewalt en/of
-een Kango, merk Dewalt en/of
-een schiethamer, merk Dewalt en/of
-een reciprozaag, merk Makita en/of
-een grote haakse slijper, merk Dewalt en/of
-een kleine haaqkjse slijoper, merk Dewalt en/of
-een snellader voor meedere accu's en/of
-twee bouwlampen en/of
-een klopboor, merk Dewalt en/of
-een rode tas met handgereedschap en/of
-een Hioki accutester en/of
-een of meer tl-buisjes en/of
-een gereedschapstrolley(met sticker [bedrijf 3]) kleur rood met daarin handgereedschap en/of
-twee acculaders, merk Bosch en/of
-een UTP tester(in blauwe tas) en/of
-twee gereedschapskoffers(met inhoud), kleur zilver en/of
-een klopboormachine op accu, merk Bosch (met twee accu's) en/of
-een bosch slijpmachine op accu (met accu) en/of
-een multitool op en met accu, merk Bosch en/of
-een boormachine , merk Bosch in koffer met accu's en/of
-een zaagmachine, merk Bosch,
, althans een of meer goederen(een grote hoerveelheid elektrisch gereedschap) heeft verworven
, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl verdachten en/of zijn mededaders ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goed(eren) wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2
hij op of omstreeks 28 januari 2022 te Enschede een/of [plaats], in ieder geval in Nederland,
6 ( zes) scooters/bromfietsen en/of 1 (een)motorfiets, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2021 tot en met
28 januari 2022 te Enschede en/of [plaats], in ieder geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-een motor, merk Honda, type CB750(Gekentekend [kenteken 1]) (aangifte 2021463111 PV pag. 681) en/of
-een bromfiets/scooter, merk Aprilia, (gekentekend [kenteken 2]) (aangifte 2021506956 PV pag. 685) en/of
-een bromfiets/scooter, merk La Souris Sourini, (gekentekend [kenteken 3]) (aangifte 2021506956 PV pag. 689) en/of
-een bromfiets/scooter, merk Sym, (gekentekend [kenteken 4]) (aangifte 2022041531 PV pag. 692) en/of
-een bromfiets/scooter, merk Turbho, (gekentekend [kenteken 5]) (aangifte 2022042091 PV pag. 694) en/of
-een bromfiets/scooter, merk Senzo Senzo, (gekentekend [kenteken 6]) (aangifte 2022042506 PV pag. 699) en/of
-een bromfiets/scooter, merk AGM, (gekentekend [kenteken 7]) (aangifte 2022042339 PV pag. 701)
, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
(respectievelijk)
[slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen voornoemd onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 februari 2022 tot en met
28 maart 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland, zes(6) scooters/bromfiets(en)/snorfiets(en) en/of 1 (een) motorfiets en/of 1 auto, althans (een) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 9 februari 2022 tot en met
28 maart 2022 te Enschede
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-een bromfiets/scooter, merk Sym, (gekentekend [kenteken 8]) (aangifte 2022124732 PV pag. 775 ) en/of
-een bromfiets/scooter, merk Longgia Estate, (gekentekend [kenteken 9])
(aangifte 2022085109 PV pag. 777) en/of
-een bromfiets/scooter, merk BTC, (gekentekend [kenteken 10]) (aangifte
2022124166 PV pag. 781) en/of
-een bromfiets/scooter, merk Sym, (gekentekend [kenteken 11]) (aangifte
2022123800 PV pag. 783) en/of
-een bromfiets/scooter, merk Turbho, (gekentekend [kenteken 12]) (aangifte
2022127943 PV pag. 785) en/of
-een motor, merk Honda, type CB450s, (gekentekend [kenteken 13])
(aangifte 2022105963 PV pag. 787) en/of
-een bromfiets/scooter, merk , (gekentekend [kenteken 14]) (aangifte PV pag.
2022135204) en/of
-een auto, merk BMW, type 325 (gekentekend [kenteken 15]) (aangifte
2022108018 PV pag. 743)
, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
(respectievelijik)
[slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] en/of
[slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] en/of [slachtoffer 20] en/of [slachtoffer 3]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen voornoemd onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2022 tot en met
4 september 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland (aan de [adres 1] en/of thv [adres 2])
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(op de [adres 1]) uit een garagebox van [slachtoffer 21] (aangifte 2022408168 PV pag. 764 )
-een bromfiets, merk Mobilette, type Kaptein, kleur groen (gekentekend [kenteken 16]) en/of
-een fiets, merk Chopper, kleur oranje en/of
een crossfiets, merk BMX en/of een Kentekenbewijs en/of een Handlamp, merk Coleman en/of een motorklepsleutel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 21]
en/of
(op de [adres 2]) uit een garagebox van (aangifte 2022408294 PV pag. 386/394)
-een motor, merk Harley Davidson, type FLSTC kleur grijs (gekentekend [kenteken 17] en/of
-een motor, merk Harley Davidson, type softtail kleur zwart (gekentekend [kenteken 18] en/of
-een motorlift, kleur rood
, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 22] en/of [slachtoffer 23],
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen voornoemd onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2022 tot en met 15 december 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland
-een bromfiets, merk Mobilette, type Kaptein, kleur groen (gekentekend [kenteken 16]) (aangifte pag. 764 PV bevindingen pag. 231/232 en een foto (aangetroffen op de telefoon van ve) pag. 245)
, althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
5
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de pleegperiode van 25 oktober 2022 tot en met 21 december 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal
een motor, merk Yamaha, type MTN07, kleur zwart, (gekentekend [kenteken 19]) en/of
een motor, merk Yamaha, type VM03, kleur zwart, (gekentekend [kenteken 20]) en/of
een auto, merk VW, type golf, (gekentekend [kenteken 21]) en/of
een auto, merk Audi, type A3, en/of
een autosleutel (behorende bij de Audi A3 (gekentekend [kenteken 22]) in fouillering verdachte)
een auto, merk Fiat, type 500, (gekentekend [kenteken 23]) en/of
een gitaar, merk Taylor en/od
een gitaar, merk Takeharu en/of
een gitaar, Merk Greg Bennet en/of
een gitaar, merk Ibanez en/of
een hoeveelheid sieraden en/of
-een soundbar merk Heos en/of
een set(2) kentekenplaten, ([kenteken 24]) en/of
een set (2) kentekenplaten, ([kenteken 25])
, althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen)in of omstreeks de periode van 25 oktober 2022 tot en met
15 december 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland,
(aan de [adres 3]) uit een parkeergarage
-een motor, merk Yamaha, type VM03, (gekentekend [kenteken 19]) (aangifte 2022541407 PV pag. 273) , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 24] toegehoorde,
en/of
(aan de [adres 13]) uit een parkeergarage
-een motor, merk Yamaha, type MT07, gekentekend [kenteken 20] (aangifte 2022554419 PV pag. 268 ) , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 25] toegehoorde,
en/of
(aan de [adres 4]) van een (afgesloten) bedrijventerrein
-een auto, merk VW, type golf, gekentekend [kenteken 21] (aangifte 2022541306 PV pag. 420) , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 26] en/of [bedrijf 4] toegehoorde,
en/of
(aan de [adres 4]) van een (afgesloten) bedrijventerrein
-een auto, merk Audi, type A3, (gekentekend [kenteken 22]) (aangifte 2022541306/2022542132 PV pag. 420/440) in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 26] en/of [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 27] toegehoorde,
en/of
(aan de [adres 4]) van een (afgesloten) bedrijventerrein
-een autosleutel (behorende bij de Audi A3 in fouillering verdachte) (aangifte 2022541306/2022542132 PV pag. 420/440) in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 26] en/of [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 27] toegehoorde,
en/of
(aan de [adres 5]) uit/nabij een woning
-een auto, merk Fiat, type 500, (gekentekend [kenteken 23]) en/of
-een gitaar, merk Taylor en/of
-een gitaar, merk Takeharu en/of
-een gitaar, Merk Greg Bennet en/of
-een gitaar, merk Ibanez en/of
-een hoeveelheid sieraden en/of
-een tenor saxofoon en/of
-twee (2) sporthorloges en/of
-een kluis (met inhoud, te weten ongeveer € 600,- (zeshonderd) en/of
-twee I-pads (apple) en/of
-een JBL flip en/of
-een JBL reflect Flow en/of
-een rugzak en/of
-een paar Nike Air Jordan 4 retro en/of
-een Samsung TV en/of
-een HP Laptop en/of
-een Google Hub en/of
-twee (2) (zonne)brillen, merken Rayban en Michael Kors
(aangifte 2022572112 PV pag. 516), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer 2] toebehoorde,
en/of
(aan de [adres 6]) nabij een woning
-een set(2) kentekenplaten, ([kenteken 24]) (aangifte 2022591759 PV pag. 209), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 28] toebehoorde,
en/of
(aan de [adres 7]) nabij een woning
-een set (2) kentekenplaten, ([kenteken 25]) (aangifte 2022577157 PV pag. 218)
, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 29] toebehoorde,
, in elk geval aan een ander of anderen toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of de /het weg te nemen goederen voornoemd onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak verbreking, inklimming en/of (een) valse sleutel(s) (met betrekking tot de weggenomen VW Golf en/of de Audi A3) door de sleutels weg te nemen uit een sleutelkastje in de werkplaats van [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 26];
6
hij op of omstreeks 20 november 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland
(aan de [adres 8]) vanaf een bedrijventerrein uit 6 (zes) bedrijfsbussen van [bedrijf 5] en/of [slachtoffer 30] (aangifte 2022541129 PV pag. 475)
-25 (vijfentwintig) koffers met (zwaar) elektrisch gereedschap (met een waarde van ongeveer € 25,000,- (vijfentwintigduizend)), van diverse merken en typen
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 30] en/of [bedrijf 5] toegehoorde
, in elk geval aan een ander of anderen toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of de weg te nemen goederen voornoemd onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 20 november 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
(aan de [adres 8]) vanaf een bedrijventerrein uit 6 (zes) bedrijfsbussen van [bedrijf 5] en/of [slachtoffer 30] (aangifte 2022541129 PV pag. 475)
-25 (vijfentwintig) koffers met (zwaar) elektrisch gereedschap (met een waarde van ongeveer € 25,000,- (vijfentwintigduizend)), van diverse merken en typen
, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 30] en/of [bedrijf 5] toebehoorde , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak verbreking, inklimming, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 oktober 2022 tot en met
28 november 2022 te Enschede, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(op de [adres 9]) uit twee (2) bedrijfsbussen van [bedrijf 6] en/of [slachtoffer 31] (aangifte 2022503747 PV pag. 278)
-een Lasapparaat, merk Lemerij en/of
-drie sets Accuboormachines merk Bosch en/of
-twee sets Accuboormachines merk Makita
en/of
-twee Slijptollen Bosch en/of
-een slijptol Makita en/of
-een slijptol (Klein) Bosch en/of
-een kleine Makita en/of
-twee Cirkelzagen met bijhorende rail systeem, merken Bosch en Makita en/of
-een boormachine, merk Makita en/of
-een boormachine, merk Bosch en/of
-een schaafmachine, merk Bosch en/of
-zes zuignappen en/of
-een Recipro zagen, merken De Walt en Bosch en/of
-een Grote Hilty en/of
-twee Decoupeerzagenmerken Bosch en Makita en/of
-een tegel snij machine, merk Rubi en/of
-twee Haspels en/of
-twee mixers voor stukwerk en tegels en/of
-twee bouwlamp en/of
-twee boorsets
(het geheel ter waarde van ongeveer €2.500,- (vijfentwintighonderd))
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 6] en/of [slachtoffer 31]
toebehoorde en/of
(op de [adres 10]) uit een bedrijfsbus van [bedrijf 7] BV en/of [slachtoffer 32] (aangifte 2022503667 PV pag. 344)
- twee boormachines, merk Makita en/of
-een boormachine, merk Dewalt en/of
-een bouwradio, merk Dewalt en/of
-een tas met handgereedschap en/of
-twee Klimharnassen met toebehoren
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [bedrijf 7] BV en/of [slachtoffer 32] toebehoorde(n) en/of
(op de [adres 11]) uit een bedrijfsbus van [bedrijf 8] en/of [slachtoffer 33] (aangifte 2022503808 PV pag. 366)
-twee bouwradio’s, merken Metabo en Makita en/of
-een acculader en/of
-twee bouwlampen en/of
-een bladblazer en/of
-drie slagschroefmachines en/of
-een hoeveelheid Makita handgereedschap en/of
-een Makita accuboormachine en/of
-een boormachine, merk Makita en/of
-een klopboormachine, merk Makita en/of
-een slijpmachine en/of
-een Makita acculader en/of
-acht Makita accu’s en/of
-een Makita haakse slijper op accu en/of
-een gereedschapswagen, merk Multitool en/of
-een decoupeerzaagmachine
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 8] en/of [slachtoffer 33] toebehoorde(n) en/of
(op de [adres 12]) uit een garagebox van [slachtoffer 34] (aangifte 2022554966 PV pag. 564)
-3 (drie) airconditioners (nieuw in doos), merk Bosch en/of
-een (grote) hoeveelheid (elektrische) gereedschap(pen)
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 34] toebehoorde(n)
, in elk geval aan (een) ander(en) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen voornoemd (telkens) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming.

3. De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, samengevat, op het volgende standpunt gesteld.
Het ten laste gelegde onder 1 primair, 2 primair en/of subsidiair , 3 primair, 4 primair, 5 primair en/of subsidiair, 6 primair en 7 kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Voor feit 2 subsidiair geldt dat diefstal van twee scooters en een motorfiets wettig en overtuigend bewezen kan worden. Voor de overige scooters geldt dat de primair ten laste gelegde opzetheling bewezen kan worden verklaard.
Bij de feiten 1, 2 subsidiair, 4 primair en 7 dient verdachte te worden vrijgesproken van de strafverzwarende omstandigheid dat hij de diefstal tezamen en in vereniging met een of meer anderen zou hebben gepleegd.
Bij feit 4 primair dient vrijspraak te volgen voor braak, verbreking en inklimming.
Onder feit 5 kan de subsidiair ten laste gelegde diefstal van de twee motoren, de Volkswagen Golf, de Audi A3 en de kentekenplaten, met braak, verbreking, inklimming en/of valse sleutels bewezenverklaard worden. Nu er voor de inbraak bij aangeefster [slachtoffer 2] onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is, kan voor de Fiat 500, de vier gitaren en de sieraden slechts de primair ten laste gelegde heling worden bewezenverklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich grotendeels gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank over de bewijsvraag. Voor de heling, dan wel diefstal van de BMW van aangever [slachtoffer 3] onder feit 3 is vrijspraak bepleit. Ook is aangevoerd dat er geen wettig en overtuigend bewijs is voor de heling, dan wel diefstal, van de Fiat en voor de woninginbraak bij aangeefster [slachtoffer 2], zoals is ten laste gelegd onder feit 5.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Feit 1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 1 primair ten laste gelegde op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen [1] :
het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 15 december 2022 (pag. 179-181);
het proces-verbaal van aangifte met bijlage namens [bedrijf 2] van 15 december 2022 (pag. 182-187);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] namens [bedrijf 3] van
17 december 2022 (pag. 188-191);
5. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] van 17 december 2022 (pag. 192-195).
4.3.2
Feit 2
4.3.2.1 De redengevende feiten en omstandigheden en de conclusie
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 28 januari 2022 heeft de politie in de achtertuin van de woning van de moeder van verdachte, in Enschede, zes gestolen scooters aangetroffen. Verder heeft de politie op
11 februari 2023 in [plaats] een motorfiets met het kenteken [kenteken 1] aangetroffen in de schuur van de vader van de ex-vriendin van verdachte.
Verdachte heeft de motorfiets en twee van de aangetroffen scooters gestolen, zoals hij ter zitting heeft verklaard. De overige scooters heeft verdachte gekregen ter reparatie van een persoon die vaker scooters bij verdachte heeft afgeleverd in een busje. Verdachte zag dat niet elke scooter een bijbehorende sleutel had, maar heeft daarover geen vragen gesteld aan die persoon. Hij voelde wel “nattigheid” en denkt dat die persoon niet op zuivere wijze aan de scooters is gekomen.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van deze feiten en omstandigheden bewezenverklaard kan worden (zoals
primairwas ten laste gelegd) dat verdachte van de zes aangetroffen scooters er vier heeft geheeld en dat daarbij sprake was van opzetheling
en(zoals
subsidiairwas ten laste gelegd) dat hij een motorfiets en twee scooters heeft gestolen.
Omdat niet is vast te stellen welke scooters door verdachte geheeld en welke door hem gestolen zijn zal de rechtbank in de opgave van de bewijsmiddelen, behalve de bekennende verklaring van verdachte, telkens alle aangiftes opnemen.
4.3.2.2 Primair heling
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 2 primair ten laste gelegde opzetheling van de in de volgende aangiftes genoemde scooters op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] van 29 oktober 2021 (pag. 685-686);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] van 27 januari 2022 (pag. 689-691);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10] van 27 januari 2022 (pag. 692-693);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 11] van 28 januari 2022 (pag. 694-695);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 12] van 28 januari 2022 (pag. 699-700);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 13] van 28 januari 2022 (pag. 701-702).
4.3.2.3 Subsidiair diefstal
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 2 subsidiair ten laste gelegde diefstal van een motor en twee scooters op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] van 10 oktober 2022 (pag. 681-684);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] van 29 oktober 2021 (pag. 685-686);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] van 27 januari 2022 (pag. 689-691);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10] van 27 januari 2022 (pag. 692-693);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 11] van 28 januari 2022 (pag. 694-695);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 12] van 28 januari 2022 (pag. 699-700);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 13] van 28 januari 2022 (pag. 701-702).
4.3.3
Feit 3 primair
Vrijspraak auto
Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat hij de auto van aangever [slachtoffer 3] heeft gestolen, dan wel heeft geheeld.
De rechtbank is van oordeel dat er – op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting – onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de ten laste gelegde heling, dan wel diefstal, van de auto van aangever [slachtoffer 3]. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Bewezenverklaring voor het overige
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 3 primair ten laste gelegde opzetheling op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 14] van 22 maart 2022 (pag. 775-776);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 15] van 25 feb 2022 (pag. 777-778);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 16] van 21 maart 2022 (pag. 781-782);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 17] van 21 maart 2022 (pag. 783-784);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 18] van 24 maart 2022 (pag. 785-786);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 19] van 10 maart 2022 (pag. 787-790);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 20] van 28 maart 2022 (pag. 791-792).
4.3.4
Feit 4 primair
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 4 primair ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 21] van 4 september 2022 (pag. 764-767);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 22] 4 september 2022 (pag. 386-389);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 23] van 13 januari 2023 (pag. 394-395).
4.3.5
Feit 5
4.3.5.1 De redengevende feiten en omstandigheden en de conclusie
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte heeft
primairde in de tenlastelegging genoemde zaken met opzet geheeld.
Verdachte heeft van die geheelde zaken
subsidiairde volgende gestolen:
  • de motoren van aangevers [slachtoffer 24] en [slachtoffer 25];
  • de Audi A3 (inclusief autosleutel) en de Volkswagen Golf vanaf het afgesloten terrein van [bedrijf 4];
  • de set kentekenplaten [kenteken 24].
De rechtbank kan en zal op grond van deze feiten en omstandigheden hierna bewezen verklaren de opzetheling van alle
primairin de tenlastelegging opgenomen voorwerpen
ende diefstal daarvan in het
subsidiairedeel van de tenlastelegging.
Uiteraard zal dit gevolgen moeten hebben voor de kwalificatie, waaraan de rechtbank hierna een overweging zal wijden.
4.3.5.2 Primair heling
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 5 primair ten laste gelegde opzetheling op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 24] van 20 november 2022 (pag. 273-276);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 25] van 28 november 2022 (pag. 268-271);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 26] namens [bedrijf 4] van 22 november 2022 (pag. 420-423);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 27] van 21 nov 2022 (pag. 440-442);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 15 december 2022 (pag. 516-530);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 28] van 22 december 2022 (pag. 209-213);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 29] van 12 december 2022 (pag. 218-219).
4.3.5.3 Subsidiair diefstal
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de gekwalificeerde diefstal van de bovengenoemde goederen, subsidiair ten laste gelegd onder 5, op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 24] van 20 november 2022 (pag. 273-276);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 25] van 28 november 2022 (pag. 268-271);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 26] namens [bedrijf 4] van 22 november 2022 (pag. 420-423);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 27] van 21 nov 2022 (pag. 440-442);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 28] van 22 december 2022 (pag. 209-213).
4.3.6
Feit 6 primair
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 6 primair ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 30] van 20 november 2022 (pag. 475-481).
4.3.7
Feit 7
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 7 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 december 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 31] van 30 oktober 2022 (pag. 278-281);
het proces-verbaal van bevindingen van 1 november 2022 (pag. 284);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 32] namens [bedrijf 7] BV van 30 oktober 2022 (pag. 344-348);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 33] namens [bedrijf 8] van 17 november 2022 (pag. 366-371);
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 34] van 28 november 2022 (pag. 564-566);
het aanvullend proces-verbaal van bevindingen van 28 juni 2023, met procesverbaalnummer PL0600-2022554966-9.
De strafverzwarende omstandigheden
De rechtbank overweegt in aanvulling op het bovenstaande het volgende.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij alleen opereerde en dat hij de diefstallen die hij heeft bekend alleen heeft gepleegd.
De rechtbank kan op basis van de inhoud van het dossier en van hetgeen ter terechtzitting is besproken niet vaststellen dat de onder 1 primair, 2 subsidiair, 4 primair en 7 ten laste gelegde diefstallen tezamen en in vereniging met een of meer anderen zijn gepleegd. Dat leidt ertoe dat de rechtbank verdachte van die onderdelen van de tenlastelegging zal vrijspreken.
Datzelfde geldt voor de ten laste gelegde strafverzwarende omstandigheden braak, verbreking en inklimming onder de feiten 2 subsidiair en 4 primair. Ook van deze onderdelen van de tenlastelegging zal de rechtbank verdachte vrijspreken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 14 december 2022 tot en met 15 december 2022 te Enschede,
in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(op de [adres 17]) uit een bedrijfsbus van '[bedrijf 1]' (aangifte 2022580624 PV pag. 179)
-een hoeveelheid handgereedschap en
/of
-en decoupeerzaag op accu, merk Makita en
/of
-een slagboormachine op accu, merk Makita,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [bedrijf 1] en/of
[slachtoffer 1] toebehoorde
(n
)en
/of
(op de [adres 16]) uit een bedrijfsbus van '[bedrijf 2]' (aangifte 2022581242 PV pag. 182)
-drie reciprozagen, merk Dewalt en
/of
-een gipsplatenmachine, merk Dewalt en
/of
-een Kango, merk Dewalt en
/of
-een schiethamer, merk Dewalt en
/of
-een reciprozaag, merk Makita en
/of
-een grote haakse slijper, merk Dewalt en
/of
-een kleine haa
qkse slijper, merk Dewalt en
/of
-een snellader voor meerdere accu's en
/of
-twee bouwlampen en
/of
-een klopboor, merk Dewalt,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [bedrijf 2]
en/of [slachtoffer 4]toebehoorde
(n
)en
/of
(op de [adres 15]) uit een bedrijfsbus van [bedrijf 3] (aangifte 2022584335 PV pag. 188 )
-een rode tas met handgereedschap en
/of
-een Hioki accutester en
/of
-een of meer tl-buisjes en
/of
-een gereedschapstrolley (met sticker [bedrijf 3]) kleur rood met daarin handgereedschap,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [bedrijf 3] en/of [slachtoffer 5] toebehoorde
(n
)en
/of
(op de [adres 14]) uit een bedrijfsbus van [slachtoffer 6] (aangifte 2022584641 PV pag. 192)
-twee acculaders, merk Bosch en
/of
-een UTP tester (in blauwe tas) en
/of
-twee gereedschapskoffers (met inhoud), kleur zilver en
/of
-een klopboormachine op accu, merk Bosch (met twee accu's) en
/of
-een B
bosch slijpmachine op accu (met accu) en
/of
-een multitool op en met accu, merk Bosch en
/of
-een boormachine, merk Bosch in koffer met accu's en
/of
-een zaagmachine, merk Bosch,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 6] toebehoorde
(n
),
in elk geval aan (een) ander(en) toebehoorde(n),heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen voornoemd (telkens) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
verbrekingen/of inklimming;
2.
hij op
of omstreeks28 januari 2022 te Enschede
een/of [plaats], in ieder geval in Nederland, 6 (zes)scooters/bromfietsen
en/of 1 (een)motorfiets, althans een goedheeft verworven en voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgenhebben van
ditdeze goederen wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat het door misdrijf verkregen goed
(eren
)betroffen;
en
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 oktober 2021 tot en met
28 januari 2022 te Enschede
en/of [plaats], in ieder geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-een motor, merk Honda, type CB750 (Gekentekend [kenteken 1]) (aangifte 2021463111 PV pag. 681) en
/of
-bromfietsen/scooters
-een bromfiets/scooter, merk Aprilia, (gekentekend [kenteken 2]) (aangifte 2021506956 PV pag. 685) en/of
-een bromfiets/scooter, merk La Souris Sourini, (gekentekend [kenteken 3]) (aangifte 2021506956 PV pag. 689) en/of
-een bromfiets/scooter, merk Sym, (gekentekend [kenteken 4]) (aangifte 2022041531 PV pag. 692) en/of
-een bromfiets/scooter, merk Turbho, (gekentekend [kenteken 5]) (aangifte 2022042091 PV pag. 694) en/of
-een bromfiets/scooter, merk Senzo Senzo, (gekentekend [kenteken 6]) (aangifte 2022042506 PV pag. 699) en/of
-een bromfiets/scooter, merk AGM, (gekentekend [kenteken 7]) (aangifte 2022042339 PV pag. 701)
, in elk geval enig goed, datdie (de motor)
geheel of ten deleaan
(respectievelijk) [slachtoffer 7] en die (de bromfietsen/scooters)
/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13]
, in elk gevalaan
eenanderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
), heeft weggenomen met het oogmerk om
hetdeze zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen voornoemd onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 8 februari 2022 tot en met
28 maart 2022 te Enschede,
in ieder geval in Nederland,zes (6) scooters/bromfiets
(en
)/snorfiets
(en
)en
/of1 (een) motorfiets
en/of 1 auto, althans (een) goed(eren)heeft verworven en voorhanden heeft gehad,
en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgenhebben van
ditdeze goederen wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat het
eendoor misdrijf verkregen goederen betrof
fen;
4.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 september 2022 tot en met
4 september 2022 te Enschede,
in ieder geval in Nederland(aan de [adres 1] en
/oft.h.v. [adres 2])
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,(op de [adres 1]) uit een garagebox van [slachtoffer 21] (aangifte 2022408168 PV pag. 764)
- een bromfiets, merk Mobilette, type Kaptein, kleur groen (gekentekend [kenteken 16]) en
/of
- een fiets, merk Chopper, kleur oranje en
/of
- een crossfiets, merk BMX en
/of
een kentekenbewijs en
/ofeen handlamp, merk Coleman en
/ofeen motorklepsleutel,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 21] toebehoorden,
en
/of
(op de [adres 2]) uit een garagebox
van(aangifte 2022408294 PV pag. 386/394)
- een motor, merk Harley Davidson, type FLSTC kleur grijs (gekentekend [kenteken 17] en
/of
- een motor, merk Harley Davidson, type softtail kleur zwart (gekentekend [kenteken 18] en
/of
- een motorlift, kleur rood
, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 22] en/of [slachtoffer 23],
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
), heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen voornoemd onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming;
5.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde pleegperiode van 25 oktober 2022 tot en met 21 december 2022 te Enschede,
in ieder geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal
een motor, merk Yamaha, type MTN07, kleur zwart, (gekentekend [kenteken 19]) en
/of
een motor, merk Yamaha, type VM03, kleur zwart, (gekentekend [kenteken 20]) en
/of
een auto, merk VW, type golf, (gekentekend [kenteken 21]) en
/of
een auto, merk Audi, type A3, en
/of
een autosleutel (behorende bij de Audi A3 (gekentekend [kenteken 22]) in fouillering verdachte), en
een auto, merk Fiat, type 500, (gekentekend [kenteken 23]) en
/of
een gitaar, merk Taylor en
/od
een gitaar, merk Takeharu en
/of
een gitaar, Merk Greg Bennet en
/of
een gitaar, merk Ibanez en
/of
een hoeveelheid sieraden en
/of
een soundbar merk Heos en
/of
een set (2) kentekenplaten, ([kenteken 24]) en
/of
een set (2) kentekenplaten, ([kenteken 25])
, althans een of meer goederenheeft verworven en voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgenhebben van
dit goed/deze goederen wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoedendat het
(een)door misdrijf verkregen goed
(eren
)betrof
fen;
en
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 25 oktober 2022 tot en met
15 december 2022 te Enschede,
in ieder geval in Nederland,
(aan de [adres 3]) uit een parkeergarage
-een motor, merk Yamaha, type VM03, (gekentekend [kenteken 19]) (aangifte 2022541407 PV pag. 273)
, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 24] toe
gbehoorde,
en
/of
(aan de [adres 13]) uit een parkeergarage
-een motor, merk Yamaha, type MT07, gekentekend [kenteken 20] (aangifte 2022554419 PV pag. 268 )
, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 25] toe
gbehoorde,
en
/of
(aan de [adres 4]) van een (afgesloten) bedrijventerrein
-een auto, merk VW, type golf, gekentekend [kenteken 21] (aangifte 2022541306 PV pag. 420)
, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 26] en/of [bedrijf 4] toe
gbehoorde,
en
/of
(aan de [adres 4]) van een (afgesloten) bedrijventerrein
-een auto, merk Audi, type A3, (gekentekend [kenteken 22]) (aangifte 2022541306/2022542132 PV pag. 420/440)
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan
[slachtoffer 26] en/of [bedrijf 4] en/of[slachtoffer 27] toe
gbehoorde,
en
/of
(aan de [adres 4]) van een (afgesloten) bedrijventerrein
-een autosleutel (behorende bij de Audi A3 in fouillering verdachte) (aangifte 2022541306/2022542132 PV pag. 420/440)
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan
[slachtoffer 26] en/of [bedrijf 4] en/of[slachtoffer 27] toe
gbehoorde,
en/of
(aan de [adres 5]) uit/nabij een woning
-een auto, merk Fiat, type 500, (gekentekend [kenteken 23]) en/of
-een gitaar, merk Taylor en/of
-een gitaar, merk Takeharu en/of
-een gitaar, Merk Greg Bennet en/of
-een gitaar, merk Ibanez en/of
-een hoeveelheid sieraden en/of
-een tenor saxofoon en/of
-twee (2) sporthorloges en/of
-een kluis (met inhoud, te weten ongeveer € 600,- (zeshonderd) en/of
-twee I-pads (apple) en/of
-een JBL flip en/of
-een JBL reflect Flow en/of
-een rugzak en/of
-een paar Nike Air Jordan 4 retro en/of
-een Samsung TV en/of
-een HP Laptop en/of
-een Google Hub en/of
-twee (2) (zonne)brillen, merken Rayban en Michael Kors
(aangifte 2022572112 PV pag. 516), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[slachtoffer 2] toebehoorde,
en
/of
(aan de [adres 6]) nabij een woning
-een set (2) kentekenplaten, ([kenteken 24]) (aangifte 2022591759 PV pag. 209),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 28] toebehoorde,
en/of
(aan de [adres 7]) nabij een woning
-een set (2) kentekenplaten, ([kenteken 25]) (aangifte 2022577157 PV pag. 218)
, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 29] toebehoorde,
, in elk geval aan een ander of anderen toebehoorde(n)heeft weggenomen met het oogmerk om
hetdeze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofde
/hetweg te nemen goederen voornoemd onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking,
inklimmingen/of
(een)valse sleutel
(s
)(met betrekking tot de weggenomen VW Golf en
/ofde Audi A3) door de sleutels weg te nemen uit een sleutelkastje in de werkplaats van [bedrijf 4] en/of [slachtoffer 26];
6.
hij op of omstreeks 20 november 2022 te Enschede,
in ieder geval in Nederland
(aan de [adres 8]) vanaf een bedrijventerrein uit 6 (zes) bedrijfsbussen van [bedrijf 5] en/of [slachtoffer 30] (aangifte 2022541129 PV pag. 475)
25 ( vijfentwintig) koffers met (zwaar) elektrisch gereedschap (met een waarde van ongeveer € 25,000,- (vijfentwintigduizend)), van diverse merken en typen
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 30] en/of [bedrijf 5]
toegehoorde, in elk geval aan een ander of anderentoebehoorde
(n
), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofde weg te nemen goederen voornoemd onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
verbreking,en/of inklimming;
7.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 29 oktober 2022 tot en met
28 november 2022 te Enschede,
in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(op de [adres 9]) uit twee (2) bedrijfsbussen van [bedrijf 6] en/of [slachtoffer 31] (aangifte 2022503747 PV pag. 278)
- een lasapparaat, merk Lemerij en
/of
- drie sets accuboormachines merk Bosch en
/of
- twee sets accuboormachines merk Makita en
/of
- twee slijptollen Bosch en
/of
- een slijptol Makita en
/of
- een slijptol (klein) Bosch en
/of
- een kleine Makita en
/of
- twee cirkelzagen met bijhorende rail systeem, merken Bosch en Makita en
/of
- een boormachine, merk Makita en
/of
- een boormachine, merk Bosch en
/of
- een schaafmachine, merk Bosch en
/of
- zes zuignappen en
/of
-
eenRecipro zagen, merken De Walt en Bosch en
/of
- een grote Hilte
yen
/of
- twee decoupeerzagen, merken Bosch en Makita en
/of
- een tegelsnijmachine, merk Rubi en
/of
- twee haspels en
/of
- twee mixers voor stucwerk en tegels en
/of
- twee bouwlampen en
/of
- twee boorsets
(het geheel ter waarde van ongeveer € 2.500,- (vijfentwintighonderd)),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [bedrijf 6] en/of [slachtoffer 31] toebehoorden en
/of
(op de [adres 10]) uit een bedrijfsbus van [bedrijf 7] BV en/of [slachtoffer 32] (aangifte 2022503667 PV pag. 344)
- twee boormachines, merk Makita en
/of
- een boormachine, merk Dewalt en
/of
- een bouwradio, merk Dewalt en
/of
- een tas met handgereedschap en
/of
- twee klimharnassen met toebehoren
in elk geval enig goed, dat geheel of ten deledie aan [bedrijf 7] BV en/of
[slachtoffer 32] toebehoorde
(n
)en
/of
(op de [adres 11]) uit een bedrijfsbus van [bedrijf 8] en
/of[slachtoffer 33] (aangifte 2022503808 PV pag. 366)
- twee bouwradio’s, merken Metabo en Makita en
/of
- een acculader en
/of
- twee bouwlampen en
/of
- een bladblazer en
/of
- drie slagschroefmachines en
/of
- een hoeveelheid Makita handgereedschap en
/of
- een Makita accuboormachine en
/of
- een boormachine, merk Makita en
/of
- een klopboormachine, merk Makita en
/of
- een slijpmachine en
/of
- een Makita acculader en
/of
- acht Makita accu’s en
/of
- een Makita haakse slijper op accu en
/of
- een gereedschapswagen, merk Multitool en
/of
- een decoupeerzaagmachine
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [bedrijf 8] en/of
[slachtoffer 33] toebehoorde
(n
)en
/of
(op de [adres 12])uit een garagebox van [slachtoffer 34] (aangifte 2022554966 PV pag. 564)
- 3 ( drie) airconditioners (nieuw in doos), merk Bosch en
/of
- een (grote) hoeveelheid (elektrisch
e) gereedschap
(pen)
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 34]
toebehoorde
(n
),
in elk geval aan (een) ander(en) toebehoorde(n),heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaatsen van
hetde misdrij
fven heeft verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen voornoemd (telkens) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
verbrekingen/of inklimming.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

5.1
Feit 5 primair
5.1.1 ‘
Heler-steler’-regel
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat bij heling, een begunstigingsmisdrijf, moet worden aangenomen dat de omstandigheid dat iemand een helingshandeling als bedoeld in artikel 416 Sr begaat ten aanzien van een voorwerp dat hij zelf door enig misdrijf heeft verkregen, aan diens veroordeling wegens heling in de weg staat. Veroordeling ter zake van heling is dan uitgesloten. [2]
5.1.2
Ontslag van alle rechtsvervolging
De rechtbank stelt vast dat verdachte de motoren, de Volkswagen Golf, de Audi A3 met bijbehorende sleutel en de set kentekenplaten [kenteken 24], zelf (als pleger) door misdrijf (diefstal) heeft verkregen. Dat betekent dat het primair ten laste gelegde onder feit 5 wel bewezenverklaard kan worden, maar niet kan worden gekwalificeerd als heling. Het levert geen strafbaar feit op en de rechtbank zal verdachte voor dit gedeelte van het feit ontslaan van alle rechtsvervolging.
5.2
De overige feiten
De overige bewezen verklaarde feiten zijn strafbaar gesteld in de artikelen 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair, feit 5 subsidiair, feit 6 primair en feit 7
het misdrijf: diefstal, meermalen gepleegd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of valse sleutels;
feit 2 primair, feit 3 primair en feit 5 primair
het misdrijf: opzetheling, meermalen gepleegd;
feit 2 subsidiair en feit 4 primair
het misdrijf: diefstal, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, samengevat, het volgende gevorderd.
Aan verdachte moet worden opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 572 dagen, waarvan 365 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Op die gevangenisstraf moet de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering worden gebracht. Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, samengevat, een aantal mogelijkheden voor strafoplegging geschetst.
De eerste is oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest, met daarbij een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden. De tweede is gelijkluidend maar dan met oplegging van een langere voorwaardelijke gevangenisstraf en geen taakstraf, hoewel een dergelijke straf zich niet verdraagt met het bepaalde in artikel 9, vierde lid, Sr.
In beide gevallen met een proeftijd van twee jaren met de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering zijn geadviseerd.
Een derde mogelijkheid zou aanhouding van de strafzaak kunnen zijn, met handhaving van de schorsingsvoorwaarden om te zien of de positieve ontwikkeling van verdachte stand houdt. De laatstgenoemde mogelijkheid heeft niet de voorkeur van de raadsman.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een enorm aantal diefstallen, inbraken in bedrijfsbussen en opzethelingen in een tijdsbestek van een jaar. Hij heeft daarmee een spoor van ongemak en schade getrokken voor de vele slachtoffers. Zo heeft verdachte ervoor gezorgd dat de slachtoffers, in wiens bedrijfsbus hij heeft ingebroken, hun werk niet konden verrichten. Daarnaast heeft verdachte onder andere motoren gestolen die niet alleen veel geld kostten, maar ook emotionele waarde hadden voor een aantal slachtoffers. Bij het plegen van deze feiten heeft verdachte zich enkel laten leiden door zijn geldgebrek en om zijn drugsverslaving te bekostigen. Verdachte pleegde deze feiten om de goederen door te verkopen. Met zijn handelen heeft verdachte ervan blijk gegeven geen respect te hebben voor het eigendomsrecht van anderen.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 30 oktober 2023. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor opzetheling en diefstal.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 15 november 2023, opgesteld door reclasseringswerker A. Aalderink. De rechtbank zal dat advies volgen. Uit dit advies blijkt dat verdachte sinds juli 2023 in een forensische verslavingskliniek (FVK), de Piet Roordakliniek in Zutphen, verblijft. Verdachte heeft kenbaar gemaakt graag hulp te willen om zijn leven weer op de rit te krijgen. Stabiliteit ontbreekt op vrijwel alle leefgebieden, nu verdachte geen eigen huisvesting, geen inkomen en geen werk heeft. Daarnaast ontbreekt een steunend sociaal netwerk en is er sprake van een ernstig belaste voorgeschiedenis, verslavings- en psychische problematiek naast een mogelijk cognitieve beperking. In de Piet Roordakliniek volgt verdachte zijn behandelingen en maakt hij een gemotiveerde indruk. Afgezien van de schriftelijke waarschuwing die hij heeft gekregen voor het drie keer positief scoren op methylfenidaat bij zijn urinecontrole, worden de bijzondere voorwaarden goed nagekomen. Verdachte laat merken dat hij hulp nodig heeft en dat hij nog steeds gemotiveerd is voor zijn behandeling. De reclassering heeft het recidiverisico als hoog ingeschat en heeft geadviseerd om bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf aan verdachte op te leggen met een reeks aan bijzondere voorwaarden. Verder heeft de reclassering negatief geadviseerd over het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, omdat de behandeling dan zal moeten worden afgebroken, terwijl verdachte stappen maakt in dat traject. Er ontstaan dan risico’s voor terugval in drugsgebruik en risico’s op recidive. Een (forse) voorwaardelijke gevangenisstraf zal volgens de reclassering als stok achter de deur kunnen fungeren.
De straf
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan in principe niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeer lange duur. Daar staat tegenover dat een dergelijke straf zich niet verdraagt met de voortzetting van de behandeling die verdachte nu ondergaat. De onderbreking of het afbreken van die behandeling zou het recidiverisico eerder aanwakkeren dan bestrijden. Bovendien zou daardoor ook de rest van het door de reclassering geadviseerde pakket aan hulp, steun, verplichtingen en controle voor langere duur, in gevaar komen. Ook daarvan kunnen geen gunstige effecten verwacht worden uit oogpunt van speciale preventie.
Bij de keuze tussen mogelijke strafmodaliteiten kiest de rechtbank daarom voor een gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het ondergane voorarrest, en het voorwaardelijke deel twee jaren bedraagt. Voor verdachte moet dat een stimulans zijn om de behandeling en het vervolgtraject door de op te leggen bijzondere voorwaarden gedurende de proeftijd tot een zo goed mogelijk einde te brengen zonder opnieuw gedetineerd te raken in deze zaak (of andere uiteraard).
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren en tweehonderdzeven dagen, waarvan twee jaren voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden. Daarbij legt de rechtbank de bijzondere voorwaarden op, zoals geadviseerd door de reclassering.

8.De schade van de benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
8.1.1
Vordering van [slachtoffer 4] namens [bedrijf 2] (feit 1)
[bedrijf 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 10.050,-- (tienduizend en vijftig euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 6.500,-- Geschat bedrag;
- € 2.000,-- Uren niet gewerkt 40;
- € 350,-- Ruit reparatie;
- € 1.200,-- Nieuw aanschaf gereedschap.
8.1.2
Vordering van [slachtoffer 6] namens [bedrijf 9] (feit 1)
[bedrijf 9] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.150, 69 (tweeduizend honderdvijftig euro en negenzestig eurocent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 308,29 Aangevuld klein materiaal;
- € 100,-- Bestickering.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 1.742,40 gevorderd.
8.1.3
Vordering van [slachtoffer 1] namens [bedrijf 1] (feit 1)
[bedrijf 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 12.199,42 (twaalfduizend honderdnegenennegentig euro en tweeënveertig eurocent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 250 Reparatiekosten bus (eigen risico);
- € 195 Bestickering bus;
- € 10 Dummy camera;
- € 11.732,66 Verlies van arbeidsvermogen;
- € 11,76 Reiskosten.
8.1.4
Vordering van [slachtoffer 7] (feit 2)
[slachtoffer 7] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.000,-- (duizend euro). Door [slachtoffer 7] wordt gesteld dat de motor economisch total loss is en dat de dagwaarde van de motor € 1.000,-- bedraagt.
8.1.5
Vordering van [slachtoffer 10] (feit 2)
[slachtoffer 10] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 285,40 (tweehonderd vijfentachtig euro en veertig eurocent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende post:
- € 285,40 Stuurslot, bedrading, accu, reparatiekosten.
8.1.6
Vordering van [slachtoffer 12] (feit 2)
[slachtoffer 12] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 105,-- (honderdvijf euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende post:
- € 105,-- slot, licht en montage.
8.1.7
Vordering van [slachtoffer 13] (feit 2)
[slachtoffer 13] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 388,85 (driehonderd achtentachtig euro en vijfentachtig eurocent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 634,39 Reparatie/schade;
- € 149 Buddy seat;
- € 39,85 Huren go scooter voor werk.
Door de verzekeraar is een bedrag van € 434,39 vergoed.
8.1.8
Vordering van [slachtoffer 3] (feit 3)
[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 9.264,36 (negenduizend tweehonderd vierenzestig euro en zesendertig eurocent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 300,24 Onafgemaakte studiekosten;
- € 318,60 Stallingskosten;
- € 200,-- Brandstofkosten;
- € 7.257,-- Reparatie cabrio dak;
- € 1.188,52 Radio.
[slachtoffer 3] heeft ook immateriële schade gevorderd, maar geen concreet bedrag genoemd.
8.1.9
Vordering van [slachtoffer 35] (feit 3)
[slachtoffer 35] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.000,-- (tweeduizend euro). Door [slachtoffer 35] wordt aangevoerd dat zijn brommer total loss is. Een nadere specificatie van de materiële schade ontbreekt.
8.1.10
Vordering van [slachtoffer 19] (feit 3)
[slachtoffer 19] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 439,97 (vierhonderd negenendertig euro en zevenennegentig eurocent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 36,85 Verwijderde spiegels;
- € 54,99 Vervanging sloten;
- € 197,68 Remschijven;
- € 150,45 Ketting en gereedschap.
8.1.11
Vordering van [slachtoffer 22] (feit 4)
[slachtoffer 22] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 5.388,02 (vijfduizend driehonderd achtentachtig euro en twee eurocent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 15.000 Taxatiewaarde motor;
- € 600 Bigspoke wielen (voor, achter + montage);
- € 1.657,53 Hoog stuur ombouw en montage;
- € 500 Helmen;
- € 110 Lift.
Door de verzekeraar is een bedrag van € 12.500,-- vergoed.
[slachtoffer 22] heeft ook immateriële schade gevorderd, maar geen concreet bedrag genoemd.
8.1.12
Vordering van [slachtoffer 23] (feit 4)
[slachtoffer 23] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 8.950,-- (achtduizend negenhonderd en vijftig euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit het aankoopbedrag van de motor.
[slachtoffer 23] heeft ook immateriële schade gevorderd, maar geen concreet bedrag genoemd.
8.1.13
Vordering van [slachtoffer 24] (feit 5)
[slachtoffer 24] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 3.750,-- (drieduizend zevenhonderd en vijftig euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de aanschafkosten van de motor.
8.1.14
Vordering van [slachtoffer 25] (feit 5)
[slachtoffer 25] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 180,60 (honderdtachtig euro en zestig cent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 150,-- Eigen risico verzekering;
- € 30,60 Slot.
8.1.15
Vordering van [slachtoffer 26] namens [bedrijf 4] (feit 5)
[bedrijf 4] (hierna: [bedrijf 4]) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 5.149,-- (vijfduizend honderdnegenenveertig euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 3.750,-- Herstelkosten VW Golf;
- € 699,-- Inhoud gereedschapskar;
- € 700 Sleutels (7x € 100).
8.1.16
Vordering van [slachtoffer 27] (feit 5)
[slachtoffer 27] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.850,-- (duizend achthonderd en vijftig euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 1.750,-- Beschadiging auto;
- € 100,-- Kastje hek en diverse kleine bezittingen.
8.1.17
Vordering van [slachtoffer 2] (feit 5)
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 9.802,32 (negenduizend achthonderd twee euro en tweeëndertig eurocent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 7.249,-- Sieraden;
- € 300,-- Eigen Risico;
- € 27,40 Eenmalige kosten;
- € 261,63 Vervangend vervoer;
- € 43,48 Brandstof;
- € 701,81 Leasebedrag;
- € 311,99 Beveiligingscamera’s;
- € 257,01 Videodeurbel.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 650,-- gevorderd.
8.1.18
Vordering namens [bedrijf 10] (feit 7)
Voskamp heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.294,10 (tweeduizend tweehonderd vierennegentig euro en tien eurocent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende post:
- € 2.294,10 Divers gereedschap.
8.1.19
Vordering van [slachtoffer 34] (feit 7)
[slachtoffer 34] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 14.160,-- (veertienduizend honderzestig euro), de rechtbank corrigeert de rekenfout en gaat uit van een vordering van € 14.160. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 2.400,-- Airco’s;
- € 1.780,-- Plastic koffer met inhoud;
- € 1.100,-- CV-ketel;
- € 1.500,-- Koffers met koppelingen;
- € 2.500,-- Knelkoppelingen;
- € 1.747,-- Divers gereedschap;
- € 3.137,-- Overige goederen.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [slachtoffer 22], [slachtoffer 23] en [slachtoffer 24] geheel kunnen worden toegewezen.
De vordering van [slachtoffer 1] kan worden toegewezen tot een bedrag van € 456,76. Dit
deel van de schade is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De overige door [slachtoffer 1] gevorderde schade ziet op een ander feit (vernieling) dan wel is te complex voor dit strafproces.
Een deel van de vorderingen van [slachtoffer 6], [slachtoffer 25] en [bedrijf 4] kunnen worden toegewezen waarbij de rechtbank gebruik kan maken van haar schattingsbevoegdheid. De vordering van [slachtoffer 6] kan worden toegewezen voor de schadepost bestickering van de busdeur, waarbij de rechtbank gebruik dient te maken van haar schattingsbevoegdheid. [slachtoffer 6] dient in de vordering, voor wat betreft de overige schadeposten, niet-ontvankelijk te worden verklaard omdat deze schade al is vergoed (schade bus) dan wel onvoldoende is onderbouwd (klein materiaal en immateriële schade).
De vordering van [slachtoffer 25] kan voor beide posten worden toegewezen, waarbij de rechtbank ten aanzien van de schade voor het slot gebruik dient te maken van haar schattingsbevoegdheid. De vordering van [bedrijf 4] kan worden toegewezen voor de schade aan de auto (€ 3.750,--) en de gereedschapskoffer (€ 699,--). Voor de schade ten aanzien van de sleutels dient de rechtbank gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid en dan voor één sleutel, in plaats van zeven.
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer 13], [slachtoffer 12], [slachtoffer 10], [slachtoffer 19], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] op het standpunt gesteld dat zij niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in de vorderingen vanwege onvoldoende verband tussen het bewezenverklaarde handelen van verdachte en de schade.
[slachtoffer 7], [slachtoffer 27], [slachtoffer 34] en [slachtoffer 33] dienen in hun vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard wegens onvoldoende onderbouwing ervan.
Alle vorderingen die worden toegewezen, dienen te worden vermeerderd met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer 24], [slachtoffer 22], [slachtoffer 7], [slachtoffer 3], [slachtoffer 27], [bedrijf 4], [slachtoffer 34], Voskamp en [slachtoffer 35] heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat deze vorderingen onvoldoende onderbouwd zijn en dat zij daarom
niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vorderingen.
De vorderingen van [slachtoffer 6], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 1] die zien op gemiste uren, niet gewerkte uren en het verlies van arbeidsvermogen zijn onvoldoende onderbouwd, niet aannemelijk respectievelijk is er sprake van een te ver verwijderd causaal verband en om die redenen dienen zij voor dat deel niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering, aldus de verdediging.
Ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer 23] en [bedrijf 4] heeft de verdediging (tevens) aangevoerd dat een afschrijving op de (aankoop)waarde van de motor respectievelijk de auto moet worden toegepast.
[slachtoffer 2] dient in de gehele vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu immateriële schade in deze niet voor vergoeding in aanmerking komt, voor de ten laste gelegde heling geen schadevergoeding kan worden opgelegd en de schade aan de beveiligingscamera en de deurbel te ver verwijderd is, aldus de verdediging.
Ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer 25], [slachtoffer 13], [slachtoffer 10], [slachtoffer 12] en [slachtoffer 19] refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
8.4.1
Inleidende opmerkingen
Vanwege de veelheid aan vorderingen wijdt de rechtbank eerst een overweging aan een onderwerp dat voor een aantal van de vorderingen relevant is. Het betreft de rechtstreekse schade bij heling. Onder 8.4.2 zullen vervolgens de gevolgen van deze overwegingen per afzonderlijke vordering worden toegelicht.
8.4.1.1 Rechtstreekse schade heling (artikel 51f eerste lid Sv)
De benadeelde partij kan in het strafproces vergoeding vorderen van de schade die zij door een strafbaar feit heeft geleden indien tussen het bewezenverklaarde handelen van de verdachte en de schade voldoende verband bestaat om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door dit handelen rechtstreeks schade heeft geleden. (ECLI:NL:HR:2019:793). Voor het aannemen van zodanig verband is niet vereist dat de benadeelde partij is getroffen in een belang dat door de overtreden strafbepaling rechtstreeks wordt beschermd (ECLI:NL:HR:2016:1522).
Voor de beantwoording van de vraag of zodanig verband tussen het bewezenverklaarde handelen en de schade bestaat zijn de concrete omstandigheden van het geval bepalend.
Naar het oordeel van de rechtbank staan de onder de feiten 2, 3 en 5 bewezen verklaarde opzetheling en de schade van de benadeelde partijen in een dusdanig nauw verband tot elkaar, dat gesteld kan worden dat deze benadeelden door het handelen van verdachte rechtstreeks schade hebben geleden. Daarvoor is van belang dat de gestolen voertuigen vrij kort na de diefstal ervan zijn aangetroffen bij de woning van de moeder van verdachte. Verdachte heeft ook bekend dat hij sterke vermoedens had dat de voertuigen van diefstal afkomstig waren en dat hij op de in de tenlastelegging genoemde twee momenten (28 januari en 28 maart 2022) kon beschikken over de betreffende voertuigen. Om die redenen kan de onder feit 2, 3 en 5 bewezen verklaarde heling in deze tot vergoeding van de materiële schade van de benadeelden leiden.
8.4.2
Vorderingen benadeelde partijen per feit
8.4.2.1 Vordering van [slachtoffer 4] namens [bedrijf 2] (feit 1)
De door [slachtoffer 4] opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade niet is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om de schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in haar vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
8.4.2.2 Vordering van [slachtoffer 6] namens [bedrijf 9] (feit 1)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te
staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten ten aanzien van het klein materiaal en de bestickering van de bus zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal daarom de gevorderde materiële schade toewijzen tot een bedrag van € 408,29, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De opgevoerde schade onder de post niet-uitgevoerde werkzaamheden is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade niet is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
8.4.2.3 Vordering van [slachtoffer 1] namens [bedrijf 1] (feit 1)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te
staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiële schadeposten zijn voldoende onderbouwd
en aannemelijk. Ten aanzien van het verlies van arbeidsvermogen heeft [slachtoffer 1] ook deugdelijk gemotiveerd en onderbouwd welke concrete schade is geleden.
De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 12.199,42, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
8.4.2.4 Vordering van [slachtoffer 7](feit 2)
De door [slachtoffer 7] opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade niet is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om de schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in haar vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
8.4.2.5 Vordering van [slachtoffer 10] (feit 2)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te
staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht
aan de benadeelde partij. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij over het verband tussen het bewezen verklaarde feit heling en de schade heeft overwogen onder 8.4.1.1. De opgevoerde materiële schadepost is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk.
De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 285,40, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
8.4.2.6 Vordering van [slachtoffer 12] (feit 2)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te
staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht
aan de benadeelde partij. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij over het verband tussen het bewezen verklaarde feit heling en de schade heeft overwogen onder 8.4.1.1. De opgevoerde materiële schadepost is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk.
De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 105,--, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
8.4.2.7 Vordering van [slachtoffer 13] (feit 2)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te
staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht
aan de benadeelde partij. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij over het verband tussen het bewezen verklaarde feit heling en de schade heeft overwogen onder 8.4.1.1. De opgevoerde materiële schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk.
De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 388,85, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
8.4.2.8 Vordering van [slachtoffer 3] (feit 3)
Omdat verdachte van de heling en de diefstal van de auto wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
8.4.2.9 Vordering van [slachtoffer 35] (feit 3)
Omdat ten aanzien van deze vordering een strafbaar feit in de ter terechtzitting van
4 december 2023 op de voet van artikel 314a Sv gewijzigde tenlastelegging ontbreekt en dus geen veroordeling daarvoor zal volgen, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
8.4.2.10 Vordering van [slachtoffer 19] (feit 3)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te
staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht
aan de benadeelde partij. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij over het verband tussen het bewezen verklaarde feit heling en de schade heeft overwogen onder 8.4.1.1. De opgevoerde materiële schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk.
De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 439,97, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
8.4.2.11 Vordering van [slachtoffer 22] (feit 4)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te
staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht
aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiële schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. Uit het taxatierapport blijkt genoegzaam dat het om de door verdachte gestolen motor gaat. De rechtbank is van oordeel dat de door [slachtoffer 22] benoemde waarde voldoende is onderbouwd met dit taxatierapport en de overgelegde facturen. De rechtbank zal de gevorderde materiële schade daarom toewijzen tot een bedrag van € 5.388,02, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De door [slachtoffer 22] gevorderde immateriële schade zal niet worden toegewezen. Van de in de wet benoemde limitatieve gevallen is in deze geen sprake.
8.4.2.12 Vordering van [slachtoffer 23] (feit 4)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te
staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht
aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiële schadepost is voldoende onderbouwd en aannemelijk. Het is een feit van algemene bekendheid dat Harley Davidson motoren zeer waardevast zijn. De motor is in mei 2021 aangekocht voor een bedrag van € 8.950,--. De rechtbank is van oordeel dat dit een deugdelijke onderbouwing is voor de waarde van de motor ruim een jaar later, ten tijde van de diefstal. De rechtbank zal de gevorderde materiële schade daarom toewijzen tot een bedrag van € 8.950,--, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De door [slachtoffer 23] gevorderde immateriële schade zal niet worden toegewezen. Van de in de wet benoemde limitatieve gevallen is in deze geen sprake.
8.4.2.13 Vordering van [slachtoffer 24] (feit 5)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te
staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht
aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is voldoende onderbouwd met de koopovereenkomst en aannemelijk. De rechtbank zal de gevorderde materiële schade daarom toewijzen tot een bedrag van € 3.750,--, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
8.4.2.14 Vordering van [slachtoffer 25] (feit 5)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te
staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht
aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiële schadepost van het eigen risico is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De schadepost van het slot is niet onderbouwd. De rechtbank zal ten aanzien van deze schade gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid op grond van artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek en de waarde schatten op een bedrag van € 30,60. De rechtbank zal daarmee de gevorderde materiële schade toewijzen tot een bedrag van € 180,60, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
8.4.2.15 Vordering van [slachtoffer 26] namens [bedrijf 4] (feit 5)
De door [bedrijf 4] opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. De door [bedrijf 4] overgelegde advertenties zeggen onvoldoende over de daadwerkelijk geleden schade. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om de schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
8.4.2.16 Vordering van [slachtoffer 27] (feit 5)
De door [slachtoffer 27] opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. De door [slachtoffer 27] overgelegde advertentie zegt onvoldoende over de daadwerkelijk geleden schade aan de auto. De overige opgevoerde schadeposten hebben betrekking op zaken die niet in de tenlastelegging staan. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om de schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
8.4.2.17 Vordering van [slachtoffer 2] (feit 5)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te
staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht
aan de benadeelde partij. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij over het verband tussen het bewezen verklaarde feit heling en de schade heeft overwogen onder 8.4.1.1.
De opgevoerde schadeposten ten aanzien van het eigen risico en het vervangend vervoer zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal daarom deze gevorderde materiële schade toewijzen tot een bedrag van € 561,63, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De schadeposten sieraden, eenmalige kosten, benzine en leasebedrag zijn onvoldoende onderbouwd en aannemelijk gemaakt. Ten aanzien van de sieraden wordt slechts verwezen naar een handgeschreven en ongedateerd document. Hieruit kan de totaalwaarde van de gestolen sieraden niet worden afgeleid. Dit kan ook niet worden afgeleid uit het door de benadeelde partij overgelegde document van de verzekering (bijlage 3), nu hieruit geen specificatie en waardebepaling van de sieraden blijkt.
Bijlage 5 is geen deugdelijke onderbouwing voor de gestelde eenmalige kosten. Uit deze factuur blijkt niet waarvoor deze kosten zijn gemaakt. Ook de door [slachtoffer 2] overgelegde contractstukken over de lease bieden onvoldoende onderbouwing voor de gestelde schade van (het verschil in) leasekosten. Uit de opdracht/contractbevestiging, die als bijlage 9 is overgelegd, blijkt niet vanaf wanneer de benadeelde partij het hogere leasebedrag verschuldigd is. In dit document wordt verder een maandbedrag van € 283,-- benoemd en niet de € 346,-- per maand, zoals door [slachtoffer 2] zelf is berekend. Ten aanzien van de benzinekosten is van belang, dat er enkele dagen voor de diefstal is getankt. Het is niet onaannemelijk dat [slachtoffer 2] in de tussenliggende periode gebruik heeft gemaakt van de benzine door met de auto te rijden. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om voornoemde schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij in dit deel van de vordering daarom niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De aanschafkosten van de beveiligingscamera’s en de videodeurbel kunnen niet worden aangemerkt als rechtstreekse schade ten gevolge van het bewezen feit (heling). De door [slachtoffer 2] gevorderde immateriële schade zal evenmin worden toegewezen. Van de in de wet benoemde limitatieve gevallen is in deze geen sprake.
8.4.2.18 Vordering namens [bedrijf 10] (feit 7)
De door Voskamp opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om de schadepost alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
8.4.2.19 Vordering van [slachtoffer 34] (feit 7)
De door [slachtoffer 34] opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om de schadepost alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de
schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte
jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de
feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast voor het volgende aantal dagen:
- vordering van [bedrijf 9] 8 dagen
- vordering van [bedrijf 1] 95 dagen
- vordering van [slachtoffer 10] 5 dagen
- vordering van [slachtoffer 12] 2 dagen
- vordering van [slachtoffer 13] 7 dagen
- vordering van [slachtoffer 19] 8 dagen
- vordering van [slachtoffer 22] 61 dagen
- vordering van [slachtoffer 23] 79 dagen
- vordering van [slachtoffer 24] 47 dagen
- vordering van [slachtoffer 25] 3 dagen
- vordering van [slachtoffer 2] 11 dagen.
Toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57 en 63 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair en subsidiair, 3 primair, 4 primair, 5 primair en subsidiair, 6 primair en 7 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair, feit 5 subsidiair, feit 6 primair en feit 7
het misdrijf: diefstal, meermalen gepleegd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of valse sleutels;
feit 2 primair, feit 3 primair en feit 5 primair
het misdrijf: opzetheling, meermalen gepleegd;
feit 2 subsidiair en feit 4 primair
het misdrijf: diefstal, meermalen gepleegd;
- verklaart dat het onder feit 5 primair bewezen verklaarde – ten aanzien van de subsidiair bewezen verklaarde voertuigen en goederen die verdachte heeft gestolen – geen strafbaar feit oplevert en ontslaat verdachte op dat onderdeel van alle rechtsvervolging;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair, 2 primair en subsidiair, 3 primair, 4 primair, 5 primair en subsidiair, 6 primair en 7 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) jaren en 207 (tweehonderdzeven) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
2 (twee) jaren niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
- zich meldt en zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich blijft laten behandelen in de FVK Piet Roordakliniek of een soortgelijke kliniek, voor zolang de reclassering dat noodzakelijk acht. De opname op de besloten afdeling (intramuraal met 24-uurs beveiliging) is gestart op donderdag 6 juli 2023. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich aansluitend op de klinische behandeling laat behandelen door een nog nader te bepalen zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- aansluitend aan de klinische behandeling verblijft in een nog nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
- meewerkt aan totstandkoming van bewindvoering;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
t.a.v. feit 1
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 4] namens [bedrijf 2]in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 6] namens [bedrijf 9]gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 408,29 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[bedrijf 9]van een bedrag van
€ 408,29(vierhonderdacht euro en negenentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 408,29(vierhonderdacht euro en negenentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 8 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [bedrijf 9] voor de post niet-uitgevoerde werkzaamheden niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] namens [bedrijf 1]in het geheel toe tot een bedrag van € 12.199,42 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[bedrijf 1]van een bedrag van
€ 12.199,42(twaalfduizend honderdnegenennegentig euro en tweeënveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 12.199,42(twaalfduizend honderdnegenennegentig euro en tweeënveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 95 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
t.a.v. feit 2
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 7]in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 10]in het geheel toe tot een bedrag van
€ 285,40 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 10]van een bedrag van
€ 285,40(tweehonderdvijfentachtig euro en veertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 januari 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 285,40(tweehonderdvijfentachtig euro en veertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 januari 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 5 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 12]in het geheel toe tot een bedrag van € 105,00 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 12]van een bedrag van
€ 105,00(honderdvijf euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 januari 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 105,00(honderdvijf euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 januari 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 13]in het geheel toe tot een bedrag van € 388,85 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 13]van een bedrag van
€ 388,85(driehonderdachtentachtig euro en vijfentachtig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 januari 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 388,85(driehonderdachtentachtig euro en vijfentachtig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 januari 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 7 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
t.a.v. feit 3
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 36]in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 35]in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 19]in het geheel toe tot een bedrag van € 439,97 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 19]van een bedrag van
€ 439,97(vierhonderdnegenendertig euro en zevenennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 439,97(vierhonderdnegenendertig euro en zevenennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 maart 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 8 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
t.a.v. feit 4
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 22]toe tot een bedrag van € 5.388,02 (bestaande uit materiële schade);
- wijst de vordering af voor zover deze ziet op een ongespecificeerd bedrag aan immateriële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 22]van een bedrag van
€ 5.388,02(vijfduizend driehonderdachtentachtig euro en twee eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 september 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 5.388,02(vijfduizend driehonderdachtentachtig euro en twee eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 september 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 61 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 23]toe tot een bedrag van € 8.950,00 (bestaande uit materiële schade);
- wijst de vordering af voor zover deze ziet op een ongespecificeerd bedrag aan immateriële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 23]van een bedrag van
€ 8.950,00(achtduizend negenhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 september 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 8.950,00(achtduizend negenhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 september 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 79 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
t.a.v. feit 5
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 24]in het geheel toe tot een bedrag van € 3.750,00 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 24]van een bedrag van
€ 3.750,00(drieduizend zevenhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 november 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 3.750,00(drieduizend zevenhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 november 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 47 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 25]in het geheel toe tot een bedrag van € 180,60 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 25]van een bedrag van
€ 180,60(honderdtachtig euro en zestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 november 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 180,60(honderdtachtig euro en zestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 november 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 3 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 26] namens [bedrijf 4]in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 27]in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2]gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 561,63 (bestaande uit materiële schade);
- wijst de vordering af tot een bedrag van € 1.219,00, bestaande uit materiële schade, meer specifiek de aanschafkosten van de beveiligingscamera’s en de video deurbel, en immateriële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 2]van een bedrag van
€ 561,63(vijfhonderd eenenzestig euro en drieënzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 december 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 561,63(vijfhonderd eenenzestig euro en drieënzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 december 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 11 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het overige gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
t.a.v. feit 7
- bepaalt dat de benadeelde partij
[bedrijf 10]in het geheel
niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 34]in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
opheffing bevel (schorsing) voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. A.M.G. Ellenbroek en
mr. D.K. ten Cate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.J. ten Brink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2023.
Buiten staat
Mr. Ten Cate is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022580689, 2022584729, 2022542553, gesloten op 2 mei 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Hoge Raad, 30 oktober 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD5149, r.o. 3.2.