ECLI:NL:RBOVE:2023:2816

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 juli 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
08/312378-22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 31-jarige man voor drugshandel en witwassen

Op 20 juli 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 31-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, voor het medeplegen van opzettelijk handelen in harddrugs en eenvoudig witwassen. De man werd beschuldigd van het telen, verkopen en vervoeren van cocaïne in de periode van 1 februari 2022 tot en met 29 november 2022, en het witwassen van een bedrag van 88.280 euro en diverse luxe goederen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen handelde in cocaïne en dat hij opzettelijk 1009,43 gram cocaïne heeft vervoerd. Daarnaast werd vastgesteld dat hij 89,51 gram cocaïne voorhanden had in zijn woning. De verdachte had geen legale inkomsten, maar deed ongebruikelijke contante stortingen op zijn bankrekeningen, wat leidde tot de verdenking van witwassen. De rechtbank achtte de verklaringen van de verdachte ongeloofwaardig en concludeerde dat hij wetenschap had van de drugshandel en de herkomst van de goederen. De verdachte kreeg ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en een verbod op kansspelen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/312378-22 (P)
Datum vonnis: 20 juli 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1992 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ,
nu verblijvende in de PI Arnhem.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 6 juli 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. L.A. de Vroome en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. E.G.S. Roethof, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 9 maart 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 1 februari 2022 tot en met 29 november 2022 samen met anderen opzettelijk heeft gehandeld in cocaïne;
feit 2:op 29 november 2022 samen met een ander opzettelijk 1009,43 gram cocaïne heeft vervoerd;
feit 3:op 30 november 2022 opzettelijk 89,51 gram cocaïne in de woning (aan de [adres 1] ) aanwezig heeft gehad;
feit 4:in de periode van 1 januari 2018 tot en met 29 november 2022 een geldbedrag en meerdere (waardevolle) goederen heeft witgewassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari2022 tot en met 29 november 2022 te Deventer, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,opzettelijkheeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkochten/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,(telkens)een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwetbehorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel3a van die wet;
2.hij op of omstreeks 29 november 2022 te Deventer (in het voertuig metkenteken [kenteken 1] ) , althans in Nederland,tezamen en in vereniging met en of meer anderen, althans alleen,opzettelijkheeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,(in totaal) ongeveer 1009,43 gram, in elk geval een (grote) hoeveelheidvan een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel alsbedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezenkrachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.hij op of omstreeks 30 november 2022 te [adres 1] (in de woning aan de[adres 1] ), althans in Nederland,opzettelijkaanwezig heeft gehad(in totaal) ongeveer 89,51 gram, althans een hoeveelheid van eenmateriaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld inde bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens hetvijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari2018 tot en met 29 november 2022 te Deventer, althans in Nederland- een geldbedrag van (in totaal) 88.280 euro, in elk geval een (groot)geldbedrag, en/of- een of meer auto’s (te weten een Mercedes met kenteken [kenteken 2] , eenMercedes met kenteken [kenteken 3] , een Porsche met kenteken [kenteken 4] ,een Audi met kenteken [kenteken 5] , een Mercedes met kenteken [kenteken 6]en/of een Range Rover met kenteken [kenteken 7] ) en/of- een (gouden) horloge (van het merk Rolex) en/of- een of meer (gouden) sierra(a)d(en) en/of- een of meer kledingstuk(ken) en/of- een of meer telefoon(s) (van het merk iPhone),althans een of meer voorwerp(en),- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/ofde verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en)voorhanden had(den) en/of- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeftomgezet, en/of- gebruik heeft gemaaktterwijl hij, verdachte, wist en/of redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat/die voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstigwas/waren uit enig (eigen) misdrijf.

3.De voorvragen

3.1
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat voor wat betreft feit 4 sprake is van een nietige dagvaarding, omdat niet gedefinieerd is om welke sieraden, telefoons en kleding het precies gaat. Het is daarmee niet voldoende duidelijk wat verdachte verweten wordt, zodat de dagvaarding niet voldoet aan de eisen van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv).
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastelegging (mede gelet op de inhoud van het dossier) voldoende feitelijk is verwoord, zodat het verweer van de raadsman dient te worden verworpen.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het gelet op de inhoud van het dossier voldoende duidelijk moet zijn geweest voor verdachte waar de dagvaarding (voor wat betreft feit 4) op ziet en waar hij zich aldus tegen moet verdedigen. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman.
Verder stelt de rechtbank vast dat het overige deel van de dagvaarding ook geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de feiten 1 tot en met 4 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van de feiten 1 tot en met 4 dient te worden vrijgesproken, wegens het gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder
1. tot en met 4 tenlastegelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. [1]
Feit 1
Op 30 en 31 december 2021 zijn er twee anonieme meldingen (hierna: MMA-meldingen) binnengekomen, waarin aangegeven werd dat verdachte op grote schaal zou dealen in harddrugs. Er werd geschreven:
“ [verdachte] , woonachtig aan de [adres 1] dealt in drugs. Hij maakt gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer 1] en hij rijdt in een grijze Audi A3 limousine”en
“ [verdachte] , wonende op het adres [adres 1] dealt op grote schaal in harddrugs. Hij rijdt in een Audi A3 en soms in huurauto’s. [verdachte] is een gewelddadig persoon”. [2] Naar aanleiding van deze MMA-meldingen is er door de politie een onderzoek gestart.
Identificatie telefoonnummers
De rechtbank stelt allereerst vast dat uit het onderzoek is gebleken dat de volgende telefoonnummers (‘deallijnen’) bij verdachte in gebruik zijn geweest:
- TA001: [telefoonnummer 2] ;
- TA002: [telefoonnummer 3] (gebruikt in combinatie met de IMEI-nummers [IMEI-nummer 1] (TA004) en [IMEI-nummer 2] (TA005));
- TA003: [telefoonnummer 4] (gebruikt in combinatie met de IMEI-nummers [IMEI-nummer 1] (TA004) en [IMEI-nummer 2] (TA005));
- TA006: [IMEI-nummer 3] (IMEI) gebruikt in combinatie met telefoonnummer [telefoonnummer 6] ;
- TA011: [telefoonnummer 5] (gebruikt in combinatie met IMEI-nummer [IMEI-nummer 4] (TA012)).
Bij het uitluisteren van de opgenomen gesprekken van deze telefoonnummers is gebleken dat steeds één en dezelfde stem van de gebruiker te horen is. [3] In tegenstelling tot hetgeen de raadsman heeft bepleit, is de rechtbank van oordeel dat deze stemherkenningen, ondanks dat ze niet zijn uitgevoerd door een deskundige, wel gebruikt kunnen worden voor het bewijs, omdat er drie (verschillende) processen-verbaal van stemherkenning in het dossier zitten, waardoor de rechtbank deze voldoende betrouwbaar acht.
Dat de gebruiker geïdentificeerd kan worden als verdachte blijkt naar het oordeel van de rechtbank verder uit de volgende omstandigheden:
- verdachte heeft zijn persoonsgegevens verstrekt in gesprekken met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] [4] ;
- tijdens de observaties van 25 mei 2022 [5] en 1 september 2022 zijn, door het vergaren van nummergegevens, IMEI- en IMSI-nummers achterhaald. Dit betekent dat deze nummers zich op dezelfde locatie als de geobserveerde (verdachte) bevonden. Op 25 mei 2022 waren dit de nummers die overeenkomen met TA001 en TA002 t/m TA005. [6] Op 1 september 2022 waren dit de nummers die overeenkomen met TA004, TA005, TA006, TA010 en TA011 [7] ;
- tijdens de pseudokoop en observatie die plaatsvonden op 23 september 2022 is vast komen te staan dat verdachte de gebruiker was van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] [8] ;
- op 29 november 2022 werden een tweetal telefoons aangetroffen in de personenauto waarin verdachte aangehouden werd. De iPhone 12 die verdachte tijdens zijn aanhouding in zijn hand hield, gebruikte het telefoonnummer [telefoonnummer 6] (IMEI op TA006) en de Samsung Galaxy A12 op de bijrijdersstoel maakte gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] (TA011) [9] ;
- in de woning aan de [adres 1] , het woonadres van verdachte, zijn een aantal mobiele telefoons in beslag genomen. Twee telefoons zijn aangetroffen in een Louis Vuitton tas in een inloopkast op de overloop. Dit betroffen een Samsung A20 en een Samsung A12. De simkaarten in deze twee toestellen zijn onderzocht en de simnummers zijn bevraagd. Uit de gegevens van [naam] bleek dat één van de toestellen, de Samsung A12, de simkaarten met telefoonnummers [telefoonnummer 3] (TA002) en [telefoonnummer 4] (TA003) in het toestel had zitten [10] .
Op de telefoonnummers eindigend op [telefoonnummer 3] , [telefoonnummer 4] , en [telefoonnummer 5] vinden enkel korte gesprekken plaats die gerelateerd zijn aan de handel in verdovende middelen. [11] Er vinden geen privégesprekken plaats met vrienden of familie. Daarnaast zijn er een aantal contacten opgeslagen op de telefoonnummers eindigend op [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 4] die naar voren komen als afnemers van verdovende middelen. [12] Met het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 5] zijn verder meermaals ‘sms-bommen’ verzonden, ter aanbieding van harddrugs. [13]
Observaties
Er zijn voorts diverse dynamische observaties verricht op verdachte, waaronder op 12 mei, 20 mei, 25 mei, 23 juni en 8 juli 2022. Tijdens de observaties worden elke keer één of meerdere korte contacten waargenomen met NN-personen en de auto waarin verdachte zit. [14] Tijdens een aantal van deze observaties wordt ook medeverdachte [medeverdachte 1] waargenomen. Op 25 mei 2022 stapte er ook een persoon bij verdachte in de Range Rover om vervolgens kort daarna weer uit te stappen. [15] Voorts blijkt uit de historische belgegevens van één van de telefoonnummers ( [telefoonnummer 4] ) die bij verdachte in gebruik is, dat hij op 12 mei 2022 kort voor het contactmoment is gebeld door een nummer dat gekoppeld kan worden aan de heer [getuige 1] . De heer [getuige 1] is later in het onderzoek als getuige gehoord en heeft verklaard dat hij drugs bij verdachte kocht en dat de tapgesprekken over de afname van drugs gaan. [16]
Verklaringen afnemers
Naast de heer [getuige 1] zijn nog een aantal afnemers als getuige gehoord. Onder andere de getuigen [getuige 2] [17] en [getuige 3] [18] verklaren dat zij drugs kopen bij ‘ [alias 1] ’. Getuige [getuige 2] als [getuige 3] verklaren dat zij verdachte op de foto herkennen als de dealer ‘ [alias 1] ’. Uit de historische- en tapgegevens blijkt dat de contacten met de afnemers [getuige 4] , [getuige 1] , [getuige 5] en [getuige 6] al tenminste sinds december 2021/januari 2022 bestaan. [19]
Pseudokoop
Daarnaast heeft een pseudokoop plaatsgevonden. Op 23 september 2022 heeft de politie via WhatsApp contact gezocht met verdachte via het telefoonnummer [telefoonnummer 5] . [20] Hierbij is een afspraak gemaakt op het Karel de Groteplein in Deventer. Er vindt vervolgens een ontmoeting plaats tussen een man die herkend wordt als medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) en de pseudokoper, waarbij een ‘ponypack’ cocaïne wordt gekocht voor € 50,--.
Tegelijkertijd is er communicatie tussen verdachte en [medeverdachte 2] . Verdachte stuurt [medeverdachte 2] aan en zegt waar hij naartoe moet gaan. [medeverdachte 2] kan de locatie niet vinden, waarna verdachte hem de huid vol scheldt. Verdachte blijft hameren op de locatie waar [medeverdachte 2] naartoe moet gaan, namelijk de parkeerplaats bij een grijze Toyota. [21] Uiteindelijk vindt [medeverdachte 2] de pseudokoper en vindt de transactie plaats. Verdachte vraagt [medeverdachte 2] vervolgens of het gelukt is, waarop [medeverdachte 2] antwoordt dat het gelukt is. [22]
Tijdens het verrichten van de pseudokoop vindt ook dynamische observatie plaats. [23] Om 15.41 uur wordt gezien dat [medeverdachte 2] over de Graaf Florisstraat fietst, zijn fiets stalt en naar de Karel de Grotelaan loopt. Tussen 15.50 uur en 15.58 uur wordt gezien dat [medeverdachte 2] meerdere malen een telefoon tegen zijn oor houdt. Dit komt overeen met de interceptie op het telefoonnummer [telefoonnummer 5] , waaruit blijkt dat er die dag regelmatig contact is tussen [medeverdachte 2] en verdachte. [24] Om 16.00 uur wordt gezien dat [medeverdachte 2] kort contact maakt met een man die op de parkeerplaats staat. Gelijk daarna vertrekt [medeverdachte 2] te voet. Om 16.05 uur heeft [medeverdachte 2] wederom een telefoon tegen zijn oor, waarna hij om 16.08 uur bij een Mercedes instapt die stopt op de Margijnenenk. In de Mercedes wordt verdachte als bestuurder herkend. [25]
Doorzoeking Citroën C1
Op 29 november 2022 is verdachte samen met [medeverdachte 2] aangehouden in een personenauto van het merk Citroen, type C1. Dit voertuig is in beslag genomen en doorzocht. [26] Hierbij is waargenomen dat er delen van de vloerbedekking los zaten. Vervolgens is onder het dashboardkastje, aan de bijrijderskant waar verdachte zat, een blauw verpakt rechthoekig blok aangetroffen. Ook is in de middenconsole een zwartkleurige gripzak aangetroffen. In deze gripzak zaten een aantal verpakkingen. Deze verpakkingen zijn herkend als verpakkingen die gebruikt worden in de handel in harddrugs. Het betroffen in totaal elf verpakkingen, waarvan acht ‘ponypacks’ (envelopjes) en drie bolletjes in plastic. [27] Op 1 december 2022 is er door de forensische opsporing onderzoek verricht naar het blok en de ponypacks en bolletjes uit de middenconsole. [28] Van dit onderzoek is een NFiDENT rapport opgemaakt. [29] Daaruit volgt dat het blok en de inhoud van de ponypacks en plastic bolletjes positief testten op cocaïne.
In het voertuig zijn verder een Samsung Galaxy A12 en een iPhone 12 aangetroffen. De Samsung Galaxy A12 maakte gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] (in gebruik bij verdachte). In de applicatie WhatsApp maakte de gebruiker van dit toestel gebruik van de naam “ [alias 1] ”. Op dit toestel zijn chats aangetroffen die kenmerken hebben van een afspraak voor de afname van verdovende middelen, een afbeelding van een blok (vermoedelijk) cocaïne, een video met twee blokken (vermoedelijk) cocaïne en een video van 29 november 2022, waarop meerdere bundels eurobiljetten te zien zijn. [30] De iPhone 12 maakte gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer 6] (in gebruik bij verdachte). Hierop zijn onder andere chats aangetroffen in Signal en WhatsApp waar het over handel gaat, afbeeldingen en video’s van (vermoedelijk) blokken cocaïne en afbeeldingen van geld en sieraden. [31]
Doorzoeking [adres 1]
Naast de Citroen C1 is ook de woning waar verdachte verbleef ( [adres 1] ) doorzocht. Hier zijn in een Louis Vuitton tas vier boterhamzakjes aangetroffen met een witte substantie in poeder- en brokjesvorm. Ook is in een vuilcontainer voor de woning een verpakking aangetroffen die qua uiterlijke kenmerken overeenkomt met het blauwe rechthoekige blok dat in de Citroen C1 is aangetroffen. In deze verpakking waren witte resten zichtbaar. [32] Op 1 december 2022 is er door de forensische opsporing onderzoek verricht naar de inhoud van deze vier boterhamzakjes en de blauwe verpakking met witte resten. [33] Van dit onderzoek is een NFiDENT rapport opgemaakt. [34] Daaruit volgt dat alle vier de boterhamzakjes cocaïne bevatten en ook de restanten op de blauwe verpakking testten positief op cocaïne. [35]
In de Louis Vuitton tas werden verder nog twee telefoons aangetroffen, een Samsung A20e en een Samsung A12. In de data afkomstig van de Samsung A20e werd een video aangetroffen, waarop (vermoedelijk) drugs zichtbaar is. In deze video is een stoel te zien die overeenkomt met een stoel uit de woning aan de [adres 1] . [36] In de Samsung A12 werden simkaarten met de telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4] (in gebruik bij verdachte) aangetroffen. Verder zijn er in het toestel diverse afnemers van verdovende middelen als opgeslagen contact aangetroffen. Ook zijn er enkele korte chats aangetroffen die drugshandel gerelateerd zijn en stonden er afbeeldingen op het toestel van pakken met een witte substantie (vermoedelijk verdovende middelen). [37]
Medeplegen
Er is sprake van medeplegen wanneer twee of meer personen gezamenlijk een strafbaar feit plegen, waarbij niet alle delictsbestanddelen van dat feit door ieder van hen afzonderlijk vervuld behoeven te zijn. Het criterium voor medeplegen is een ‘bewuste en nauwe samenwerking’ (ECLI:NL:HR:2011:BP6581). De vraag of sprake is van een zodanige samenwerking, hangt sterk af van de feiten en omstandigheden van het concrete geval. De rechtbank is van oordeel dat in onderhavige zaak sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten. Ze hebben telefonisch contact over de drugshandel, worden samen geobserveerd en halen gezamenlijk cocaïne op en vervoeren deze. Daarnaast is sprake van een duidelijke rolverdeling, waarbij de medeverdachten bij het verkopen van drugs worden aangestuurd door verdachte.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het bovenstaande wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte in de periode van 1 februari 2022 tot en met 29 november 2022 samen met anderen opzettelijk gehandeld heeft in cocaïne. De verklaring van verdachte dat hij enkel voor mensen reed (bijvoorbeeld als ze zelf geen rijbewijs hadden), maar niets afwist van de drugshandel, acht de rechtbank ongeloofwaardig en schuift zij terzijde.
Feit 2
Uit onderzoek is gebleken dat verdachte zich op 29 november 2022 verplaatste in een Citroen C1, voorzien van kenteken [kenteken 1] . Dit voertuig stond op naam van de moeder van verdachte, genaamd [moeder van verdachte] . Op basis van ANPR-gegevens en mastgegevens verkregen uit interceptie kan worden vastgesteld dat verdachte zich gelijktijdig met dit voertuig omstreeks 17.10 uur verplaatst uit Deventer. Vervolgens verplaatsen het voertuig en de GSM’s zich richting Rotterdam. Verdachte bereikte omstreeks 18.25 uur Rotterdam. Uit de mastgegevens blijkt dat de GSM’s zich enige tijd in Rotterdam Zuid bevinden. Omstreeks 20.00 uur verplaatsen het voertuig en de GSM’s zich via de A13 en A4 naar Amsterdam. Omstreeks 20.40 uur kwam het voertuig door de ANPR van S106 en kwamen de GSM’s op de masten in de ruime omgeving rond het Rembrandtpark. Omstreeks 21.00 uur verplaatsten de GSM’s en het voertuig zich van Amsterdam richting Deventer, waarna het voertuig omstreeks 22.00 uur werd stilgezet op de afrit Deventer centrum van de A1. [38] Tijdens de aanhouding bleek dat verdachte zich als bijrijder in de Citroen C1 bevond. Medeverdachte [medeverdachte 2] was de bestuurder.
Zoals hiervoor onder feit 1 reeds overwogen is het voertuig is op 29 november 2022 doorzocht, waarbij werd waargenomen dat er delen van de vloerbedekking los zaten. Vervolgens is onder het dashboardkastje in het zicht, aan de bijrijderskant waar verdachte zat, een blauw verpakt rechthoekig blok aangetroffen. Ook is in de middenconsole een zwartkleurige gripzak aangetroffen. In deze gripzak zaten een aantal verpakkingen. Deze verpakkingen zijn herkend als verpakkingen die gebruikt worden in de handel in harddrugs. Het betroffen in totaal elf verpakkingen, waarvan acht ‘ponypacks’ (envelopjes) en drie bolletjes in plastic. [39] Op 1 december 2022 is er door de forensische opsporing onderzoek verricht naar het blok en de ponypacks en bolletjes uit de middenconsole. [40] Van dit onderzoek is een NFiDENT rapport opgemaakt. [41] Daaruit volgt dat het blok en de inhoud van de ponypacks en plastic bolletjes positief testten op cocaïne. Het totaalgewicht betrof 1009,43 gram.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 29 november 2022 een rondje door Nederland reed samen met [medeverdachte 2] . Verdachte was net terug uit Turkije en wilde – naar eigen zeggen – wat gaan eten in Rotterdam. Hij verklaart dat hij niets afwist van het blok cocaïne en de ponypacks en plastic bolletjes die zijn aangetroffen in de Citroen C1. [42] De rechtbank acht deze verklaring van verdachte ongeloofwaardig en niet aannemelijk. De ponypacks en plastic bolletjes lagen in de middenconsole van de Citroen C1, waarover verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat dat zijn auto was die, enkel voor het krijgen van een lagere verzekeringspremie, op naam van zijn moeder is gezet. Het blok cocaïne lag in het zicht aan de bijrijderskant, te weten de kant waar verdachte zat. Verder heeft er op de dag dat verdachte en [verdachte] zijn aangehouden een chatgesprek plaatsgevonden met “ [alias 2] ”. [43] In deze chat wordt op 28 november 2022 door telefoonnummer [telefoonnummer 6] aangegeven dat hij ‘P’ wel over wil nemen. Kort daarna stuurt telefoonnummer [telefoonnummer 6] een video waarop een wit blok op een weegschaal te zien is. Dit blok weegt volgens de weegschaal ruim een kilo. Het blok heeft een blauwe verpakking, met daarop een handgranaat met hersenen. [44] De rechtbank overweegt dat deze verpakking gelijkend is aan de verpakking van het blok dat is aangetroffen in de Citroen C1 en de verpakking in de vuilcontainer van de [adres 1] .
Vervolgens wordt op 29 november 2022 om 17.20 uur door telefoonnummer [telefoonnummer 6] gestuurd
“uurtje ben daar broer. Geef je hem alvast door. Gwn zelfde plek als gisteren”. Rond 18.07 uur reageert [alias 2] met
“ [adres 2] ”.Uit de mastgegevens afkomstig uit de interceptie blijkt dat telefoonnummer [telefoonnummer 6] zich rond 17.43 nabij de Nassauhaven te Rotterdam bevindt. [45] Later die avond wordt verdachte in het bezit van de telefoon met nummer [telefoonnummer 6] en een kilogram cocaïne aangehouden in Deventer. [46]
De rechtbank leidt uit het vorenstaande af dat verdachte de verwerving van het blok cocaïne heeft geregeld en dat [medeverdachte 2] en verdachte op 29 november 2022 samen naar Rotterdam en Amsterdam zijn gereden om dit blok op te halen. Ze zijn vervolgens ook samen in de Citroen C1 aangetroffen met de cocaïne in de auto.
De ter terechtzitting afgelegde verklaring van verdachte dat hij een rondje door Nederland reed, wat wilde eten in Rotterdam en niets afwist van het blok cocaïne, acht de rechtbank dan ook volstrekt ongeloofwaardig.
Gelet op het bovenstaande en de plekken in het voertuig waar de cocaïne is aangetroffen – in het zicht onder het dashboardkastje en in de middenconsole – komt de rechtbank tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte wetenschap had van en beschikkingsmacht had over de cocaïne in het voertuig. Daarmee heeft verdachte opzet gehad op het vervoeren van de cocaïne.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het bovenstaande wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte op 29 november 2022 samen met een ander opzettelijk 1009,43 gram cocaïne heeft vervoerd.
Feit 3
Op 29 november 2022 heeft er in de woning aan de [adres 1] een doorzoeking plaatsgevonden. Uit onderzoek is gebleken dat verdachte op dit adres verbleef. Ter terechtzitting van 6 juli 2023 heeft verdachte dit zelf ook bevestigd. [47] Tijdens de doorzoeking is in een inloopkast op de overloop een zwarte tas van het merk Louis Vuitton aangetroffen, met daarin vier boterhamzakjes met een witte substantie in poeder- en brokjesvorm. [48] Op
1 december 2022 is er door de forensische opsporing onderzoek verricht naar de inhoud van deze vier boterhamzakjes. [49] Van dit onderzoek is een NFiDENT rapport opgemaakt. [50] Daaruit volgt dat alle vier de boterhamzakjes cocaïne bevatten. [51] In totaal betrof dit een hoeveelheid van 89,51 gram. [52]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de tas van een vriend had gekregen en dat hij die bij zich moest houden, omdat zijn vriend drugs had gebruikt, waardoor hij de tas niet mee naar huis kon nemen. Verdachte wilde de tas eigenlijk teruggeven na afloop van zijn vakantie, maar alvorens hij dat kon doen werd hij aangehouden door de politie. Nadere gegevens over deze vriend wil verdachte niet verstrekken.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte ongeloofwaardig en niet aannemelijk, nu in diezelfde Louis Vuitton tas ook een Bijenkorf creditcard is aangetroffen op naam van verdachte. [53] Voorts zijn er twee Samsung telefoons in de tas aangetroffen [54] , waarbij in de Samsung A12 de simkaarten met telefoonnummers [telefoonnummer 3] (TA002) en [telefoonnummer 4] (TA003) zaten. [55] De politie heeft onder andere aan de hand van zend- en ontvangstapparatuur vastgesteld dat deze nummers in gebruik waren bij verdachte. [56]
De rechtbank is van oordeel dat het feit dat de tas met cocaïne is aangetroffen in het huis waar verdachte verbleef, in combinatie met het feit dat zijn creditcard en twee telefoons die aan verdachte toebehoorden [57] in diezelfde tas zaten, maken dat het niet anders kan dan dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de cocaïne in de Louis Vuitton tas. Het feit dat er sinds 1 juni 2022 een interceptie plaatsvond op voornoemde telefoonnummers en de daarbij horende IMEI-nummers en op deze lijnen enkel communicatie plaatsvond in relatie tot de handel in verdovende middelen, sterkt de rechtbank in haar overtuiging van de wetenschap. Voorts oordeelt de rechtbank dat verdachte ook de beschikkingsmacht over de cocaïne had.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte opzettelijk een hoeveelheid van 89,51 gram cocaïne voorhanden heeft gehad.
Feit 4
Uit het financieel onderzoek, dat gelijktijdig met het strafrechtelijk onderzoek in het kader van de Opiumwet is gestart, is de verdenking van witwassen ontstaan op basis van informatie van de Belastingdienst (door tussenkomst van het ICOV (Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen)), de Financial Intelligence Unit (hierna: FIU) en financiële instellingen.
Vaststaat dat verdachte gedurende de onderzoeksperiode geen legale inkomsten heeft ontvangen uit loon of uitkering, behalve € 894,-- uit loon in 2021 en € 11.672 uit resultaat overige werkzaamheden in 2018. Ook staat vast dat verdachte in die periode, op een saldo van € 8.434,-- op een Turkse bankrekening na, niet of nauwelijks saldo op zijn bankrekeningen had. [58]
Ongebruikelijke transacties
Gedurende het onderzoek zijn in totaal zestien bankrekeningen bekend geworden op naam van verdachte of gekoppeld aan bedrijven welke op naam stonden van verdachte. Door drie financiële instellingen, te weten Bunq, ING en ABN bank, zijn ongebruikelijke transacties gemeld aan de FIU. Die meldingen gingen over de periode medio 2018 tot en met 2021 en zagen op diverse contante stortingen op de bankrekeningen van verdachte. In totaal hebben er 111 contante stortingen plaatsgevonden voor een totaalbedrag van € 88.280,-- (€ 33.150,-- ING en € 55.130,-- ABN). [59] Uit onderzoek is gebleken dat de contante stortingen ook in 2022 nog doorgingen.
Het grote aantal contante stortingen was niet het enige dat tijdens het onderzoek zijn opgevallen. De Bunq-rekening werd met name gevoed door overboekingen van de ING en ABN rekeningen, terugboekingen van autoverhuurbedrijven en overboekingen van twee particulieren. De rekening werd met name gebruikt voor het betalen van autoverhuurbedrijven. In de periode van 20 december 2019 tot en met 11 september 2020 zijn er 21 betalingen verricht bij autoverhuurbedrijven Sixt Car Rental in Hoofddorp en Europcar in Amsterdam, Den Haag, Madrid en Malaga voor een totaalbedrag van € 23.915,--. [60] Voorts is met deze rekening cryptovaluta aangekocht bij Binance ter waarde van € 7.835,--.
De ABN-rekening wordt met name gebruikt voor betalingen aan ICS, gok gerelateerde bedrijven en voor de aankoop van cryptovaluta. [61]
De ING-rekening wordt met name gebruikt voor cash opnames tot € 12.700,-- in Nederland, Dubai en Turkije en pintransacties tot € 13.400,-- in Frankrijk, Oostenrijk, Slovenië, Dubai, Nederland, Roemenië en Turkije. Ook worden er vliegtickets tot € 7.100,-- mee betaald en wordt er een Mercedes à € 24.000,-- mee aangeschaft. [62]
Voertuigen
Verder heeft verdachte in de periode januari 2019 tot en met 4 maart 2022 ook diverse luxe auto’s op zijn naam gehad, te weten twee keer een Mercedes (kentekens [kenteken 2] en [kenteken 3] ), een Porsche (kenteken [kenteken 4] ) en een Audi (kenteken [kenteken 5] ). Daarnaast maakte verdachte gebruik van een tweetal andere auto’s die hij (tegen haar wil) op naam van zijn moeder heeft gezet. Dit waren een Mercedes (kenteken [kenteken 6] ) en een Range Rover (kenteken [kenteken 7] ). [63] Uit onderzoek is gebleken dat het zeer aannemelijk is dat deze voertuigen contant zijn betaald, nu op de bankrekeningen van verdachte hiervan niets is terug te vinden. [64]
Doorzoeking [adres 1]
Tijdens de doorzoeking in de woning aan de [adres 1] is verder een Rolex horloge aangetroffen. Ook zijn er certificaten en leenovereenkomsten met betrekking tot gouden sieraden gevonden. [65] Wederom is ten aanzien hiervan op de bankrekeningen van verdachte geen informatie te vinden en is het aannemelijk dat deze aankopen met contant geld zijn gedaan.
Voorts zijn meerdere kassabonnen in beslag genomen die zien op aankopen bij de Media Markt (meerdere telefoons) en een kledingwinkel, te weten Tempelman Exclusive. Op de bonnen staat vermeld dat er contant is afgerekend. [66] Tot slot is een grote hoeveelheid nep merkkleding en gokbonnen [67] aangetroffen in de woning. [68] Uit de gokbonnen blijkt wel hoeveel geld er is gewonnen en uitbetaald, maar onbekend is gebleven hoeveel en hoe (giraal of contant) verdachte heeft geïnvesteerd. De rechtbank overweegt dat het een feit van algemene bekendheid is dat voor gokken (enige vorm van) inleggeld nodig is. Ook voor de aankoop van de nep merkkleding geldt dat het zeer waarschijnlijk is dat dit contant is gedaan.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de contante stortingen afkomstig zijn uit gokwinsten. Daarnaast heeft hij één keer een bedrag van € 24.000,-- van de verzekering ontvangen in verband met een auto-ongeluk. De (nep) merkkleding, schoenen en het Rolex horloge heeft hij gekregen van zijn neef die in Duitsland een grote geldsom heeft gewonnen in de loterij. Ook verklaart verdachte af en toe geld geleend te hebben van zijn neef. Dit ging in totaal om ongeveer 70.000 à 80.000 euro.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van verdachte ongeloofwaardig en onvoldoende concreet en verifieerbaar is. Het had op de weg van verdachte gelegen om de gegevens van zijn neef aan te leveren, zodat hij over zijn (eventuele) giften gehoord kon worden. Daarnaast is het een feit van algemene bekendheid dat het uitzonderlijk is dat een persoon structureel nettowinsten behaalt met kansspelen (ECLI:NL:PHR:2017:1469).
De rechtbank is ervan overtuigd dat de contante transacties zijn bekostigd met inkomsten uit de drugshandel, zoals onder feit 1 tot en met 3 bewezen verklaard. De rechtbank overweegt dat het algemeen bekend is dat de handel in verdovende middelen winsten in contant geld genereert en dat in het drugscircuit grote bedragen omgaan (ECLI:NL:HR:2019:1137).
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van het in de tenlastelegging genoemde geldbedrag en de in de tenlastelegging genoemde goederen, in de vorm van de sub b variant, terwijl verdachte wist dat deze voorwerpen middellijk dan wel onmiddellijk afkomstig waren uit eigen misdrijf.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 februari 2022 tot en met 29 november 2022 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk
heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd
(telkens)
een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op 29 november 2022 (in het voertuig metkenteken [kenteken 1] ) in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijkheeft vervoerd,(in totaal) 1009,43 gram, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij omstreeks 30 november 2022 te [adres 1] (in de woning aan de[adres 1] ),opzettelijkaanwezig heeft gehad(in totaal) 89,51 gram,van eenmateriaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld inde bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
hij in de periode van 1 januari2018 tot en met 29 november 2022 in Nederland- een geldbedrag van (in totaal) 88.280 euro, en- auto’s (te weten een Mercedes met kenteken [kenteken 2] , eenMercedes met kenteken [kenteken 3] , een Porsche met kenteken [kenteken 4] ,een Audi met kenteken [kenteken 5] , een Mercedes met kenteken [kenteken 6]en een Range Rover met kenteken [kenteken 7] ) en- een gouden horloge (van het merk Rolex) en- gouden sieraden en- kledingstukken en- een telefoon (van het merk iPhone),heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeftomgezet, en/of gebruik heeft gemaaktterwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstigwaren uit enig eigen misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 10 van de Opiumwet en artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2
het misdrijf:
tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de
Opiumwet gegeven verbod;
feit 4
het misdrijf:
eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 28 maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk onder de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast vordert de officier van justitie dat de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in aftrek dient te worden gebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt, indien het komt tot een strafoplegging, een forse voorwaardelijke straf op te leggen, met een kort onvoorwaardelijk deel. Indien nodig kan de straf per feit afzonderlijk versterkt worden met een taakstraf.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich, samen met anderen, geruime tijd schuldig gemaakt aan het handelen in cocaïne. Daarnaast heeft verdachte een grote hoeveelheid cocaïne vervoerd en cocaïne voorhanden gehad op zijn woonadres. Verdachte had de beschikking over grote hoeveelheden cocaïne, leverde die zelf aan afnemers en stuurde anderen op pad om bestellingen af te leveren. Het is algemeen bekend dat harddrugs, mede vanwege de zeer verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. De verspreiding van en de handel in harddrugs gaan bovendien gepaard met vele vormen van zware criminaliteit en hebben daarom een ontwrichtende invloed op de samenleving. Verdachte heeft zich bij zijn keuze om zich bezig te houden met de handel in cocaïne niet bekommerd om de gezondheidsrisico’s voor anderen of de schadelijke gevolgen voor de maatschappij. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan het in stand houden van de ondermijnende criminaliteit die rondom de handel en productie van drugs de laatste jaren grote vormen aanneemt.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van de verdiensten uit deze drugshandel door luxe goederen voor zichzelf aan te schaffen. Verdachte heeft door zijn handelen eraan bijgedragen dat de opbrengsten van misdrijven aan het zicht worden onttrokken en dat daaraan een schijnbare legale herkomst wordt verschaft. Door dergelijke witwaspraktijken wordt het plegen van strafbare feiten vergemakkelijkt, bevorderd en in stand gehouden. Daarnaast vormt het witwassen van criminele gelden een bedreiging van de legale economie en een aantasting van de integriteit en de transparantie van het financiële en economische verkeer.
De rechtbank neemt verdachte dit alles zeer kwalijk.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 14 juni 2023, waaruit volgt dat hij in 2014 is veroordeeld voor overtreding van de Opiumwet.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het door de reclassering over verdachte opgemaakte rapport van 14 juni 2023. De reclassering gaat er bij een veroordeling vanuit dat de rol van verdachte (aanzienlijk) groter is geweest dan hij aan hen heeft doen voorkomen en dat daarmee de problemen in zijn leven in meer of mindere mate van invloed zijn geweest op zijn delictgedrag. De reclassering heeft geconstateerd dat verdachte zijn leven in weinig opzichten op orde heeft. Hij heeft geen eigen woonruimte, noch een (legaal) inkomen, heeft contacten met justitiabelen, is mogelijk verslaafd aan het gebruik van cannabis en het spelen van kansspelen, heeft geen gestructureerde dagbesteding en heeft meerdere schulden.
Reclasseringsbemoeienis werd in het verleden telkens door verdachte geweigerd. Er is niemand die vat op verdachte lijkt te krijgen. Verdachte is niet in beeld bij hulpverlening en ook zijn ouders hebben geen grip op hem. Of verdachte vatbaar is voor de interventies van de reclassering zal nog moeten blijken. Het is de vraag of verdachte niet te veel is ingebed in een crimineel milieu. Gelet op de context van de verdenking zijn er volgens de reclassering aanwijzingen die kunnen doen vermoeden dat verdachte een pro crimineel netwerk heeft, waarvan hij zich wellicht moeilijk kan ontdoen. Toch wil de reclassering verdachte de kans geven om het tij te keren. Dit dient wel binnen een streng kader plaats te vinden. De hoeveelheid geadviseerde bijzondere voorwaarden worden volgens de reclassering gelegitimeerd door de instabiliteit op vrijwel alle leefgebieden.
Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden:
- meldplicht bij de reclassering;
- ambulante behandeling;
- contactverbod;
- locatiegebod (met elektronische monitoring);
- dagbesteding;
- meewerken aan schuldhulpverlening;
- meewerken aan middelencontrole;
- verbod op kansspelen;
- ambulante begeleiding.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Gelet op het advies van de reclassering en de ter terechtzitting door verdachte geuite wil om het tij te keren, zal de rechtbank een deel van deze gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Dit voorwaardelijk deel dient als stok achter de deur, maar ook wil de rechtbank verdachte daarmee de kans bieden om weer op het rechte pad te komen.
Alles overwegende legt de rechtbank aan verdachte op een gevangenisstraf voor de duur van 28 maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk onder de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, met een proeftijd van drie jaren en aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

8.De inbeslaggenomen voorwerpen

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich met betrekking tot de inbeslaggenomen goederen op de volgende standpunten:
Inbeslaggenomen goederen beslaglijst:
- Samsung telefoon: verbeurd verklaren, want deze is gebruikt bij het dealen van drugs;
- iPhone: verbeurd verklaren, want deze is gebruikt bij het dealen van drugs;
- horloge Rolex: ligt conservatoir beslag op, dus dat wordt meegenomen bij de executie;
- horloge Audemars Piguet: onttrekken aan het verkeer, want het is een nep horloge, zodat het in strijd is met de merkrechten van Audemars Piguet;
Overige inbeslaggenomen goederen:- kleding/schoenen/tassen van de merken Louis Vuitton, Versace, Palm Angels, La Martina, Michael Kors, CD, Diesel, Gucci en Ralph Lauren onttrekken aan het verkeer, omdat dit (volgens REACT) namaak producten zijn en dat is in strijd met de merkenrechten;
- goederen van het merk Tommy Hilfiger: verbeurd verklaren, want deze goederen waren wel echt, maar zijn geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van strafbare feiten verkregen;
- overige inbeslaggenomen kleding en schoenen: verbeurd verklaren dan wel onttrekken aan het verkeer, want hiervan kon niet worden vastgesteld of deze nep of echt zijn.
8.2
Het standpunt van de raadsman
De raadsman verzoekt alle inbeslaggenomen goederen terug te geven aan verdachte. Voor wat betreft de kleding geldt dat het onduidelijk is waar het gekocht is, wat het gekost heeft en of het nep of echt is. Het kan volgens de raadsman echter niet zo zijn dat enkel omdat er een strafzaak loopt, alles van verdachte wordt afgepakt. Daarmee wordt voorbij gegaan aan het eigendomsrecht van verdachte.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde Samsung en iPhone moeten worden verbeurdverklaard, omdat het voorwerpen betreffen met behulp van welke de feiten zijn begaan.
De rechtbank is van oordeel dat het op de beslaglijst vermelde horloge van het merk Audemars Piguet vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, aangezien dit een nep horloge betreft, wat in strijd is met de merkenrechten.
De rechtbank overweegt verder dat zij ten aanzien van het Rolex horloge geen beslissing zal nemen, omdat hier conservatoir beslag op ligt, waardoor dit wordt meegenomen bij de executie.
Ook ten aanzien van de overige inbeslaggenomen goederen die niet staan vermeld op de beslaglijst, zal de rechtbank geen beslissing nemen.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 2 van de Opiumwet en de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57 en 63 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het
onder feiten 1 tot en met 4ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2
het misdrijf:
tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3
het misdrijf
:opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de
Opiumwet gegeven verbod;
feit 4
het misdrijf:
eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het
onder feiten 1 tot en met 4bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
28 (achtentwintig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
10 (tien) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich binnen drie (3) werkdagen na het onherroepelijk worden van het vonnis of bij einde detentie meldt bij Reclassering Nederland op het adres Houtwal 16d, Zutphen. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich ambulant laat behandelen door Tactus verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, ter beoordeling van de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact opneemt en/of onderhoudt met de medeverdachten in deze strafzaak, te weten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , geboren op respectievelijk [geboortedatum 2] 1972 en [geboortedatum 3] 1994, zo lang het Openbaar Ministerie dit nodig acht;
- gedurende maximaal 6 (zes) maanden op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig is op het verblijfadres. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met verdachte en mede afhankelijk van de dagbesteding. Bij de start hoeft verdachte op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van minimaal 12 en maximaal 17 uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat 2 uur. In de weekenden heeft verdachte een aaneengesloten blok van minimaal 4 en maximaal 17 uur per dag vrij te besteden.
Verdachte werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatiegebod. Het huidige verblijfadres is [adres 1] . Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft.
Verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat verdachte in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering de genoemde bloktijden veranderen of het locatiegebod laten vervallen. De aansluiting zal plaatsvinden op het opgegeven verblijfadres / in de penitentiaire inrichting;
- zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag. Indien verdachte niet over verifieerbare dagbesteding kan beschikken, dan verleent hij zijn medewerking aan de gedragsinterventie Werken aan Werk;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- meewerkt aan de controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te objectiveren. De reclassering kan urineonderzoek gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- niet deelneemt aan kansspelen. Verdachte schrijft zich gedurende de gehele proeftijd in bij het Centraal register uitsluiting kansspelen (Cruks), zodat hij niet toegelaten wordt tot speelhallen en casino’s in Nederland. Op verzoek toont hij de reclassering de schriftelijke bevestiging van zijn inschrijving;
- zijn medewerking verleent aan ambulante begeleiding, van een nader door de reclassering te bepalen instantie, voor zolang de reclassering dit nodig acht.
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
-
verklaart verbeurdde in beslag genomen voorwerpen, te weten de
Samsung telefoonen
iPhone, op de beslaglijst genoemd onder de nummers 3 en 4;
-
verklaart onttrokken aan het verkeerhet in beslag genomen voorwerp, te weten het
horloge (merk: Audemars Piguet), op de beslaglijst genoemd onder nummer 1.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Eshuis, voorzitter, mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper en mr. C.J. Sangers - de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Jentzsch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2023.
Buiten staat
Mr. Eshuis en mr. Sangers – de Jong zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met onderzoeksnummer ON1R022005 (onderzoek Aronskelk). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het relaas proces-verbaal van proces-dossier ON1R022005 Aronskelk, p. 15.
3.Het proces-verbaal stemvergelijking d.d. 8 juni 2022, p. 277 t/m 279; Het proces-verbaal stemherkenning d.d. 19 september 2022, p. 280 t/m 281; Het proces-verbaal stemherkenning d.d. 10 november 2022, p. 282 t/m 283.
4.Het proces-verbaal stem vergelijking d.d. 8 juni 2022, p. 277 t/m 279.
5.Het proces-verbaal van observatie 25 mei 2022, p. 235 e.v.
6.Het proces-verbaal van inzet zend/ontvangst apparatuur d.d. 25 mei 2022, p. 238 t/m 240.
7.Het proces-verbaal van inzet zend/ontvangst apparatuur d.d. 1 september 2022, p. 255 t/m 258.
8.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 116 ‘interceptie pseudokoop’, p. 270 t/m 271.
9.Het proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking personenauto [kenteken 1] d.d. 30 november 2023, p. 511 t/m 512; Het proces-verbaal van bevindingen nummer 210 ‘onderzoek GSM’, p. 373 e.v.; Het proces-verbaal van bevindingen nummer 218 ‘onderzoek GSM’, p. 389 e.v.
10.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 223, p. 488 e.v.; Het proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking in de woning [adres 1] ’, p. 134 t/m 136.
11.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 119 ‘deallijn 6977’, p. 298 t/m 303.
12.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 119 ‘deallijn 6977’, bijlage 1, p. 304 t/m 314.
13.Het proces-verbaal van bevindingen met nummer 117 ‘sms bommen’, p. 321 t/m 323.
14.Het proces-verbaal van observatie 12 mei 2022, p. 225 e.v.; Het proces-verbaal van observatie 20 mei 2022, p. 230 e.v.; Het proces-verbaal van observatie 25 mei 2022, p. 235 e.v.; Het proces-verbaal van observatie 23 juni 2022, p. 241 e.v.; Het proces-verbaal van observatie 8 juli 2022, p. 249 e.v.
15.Het proces-verbaal van observatie 25 mei 2022, p. 235 e.v.
16.Het proces-verbaal van bevindingen afnemer [getuige 1] , p. 752 e.v.
17.Het proces-verbaal van verhoor afnemer [getuige 2] , p. 848 e.v.
18.Het proces-verbaal van verhoor afnemer [getuige 3] , p. 860 e.v.
19.Het proces-verbaal van bevindingen verhoor afnemer [getuige 4] , p. 796 e.v.; Het proces-verbaal van verhoor afnemer [getuige 1] , p. 749 e.v.; Het proces-verbaal van verhoor afnemer [getuige 6] , p. 827 e.v.; Het proces-verbaal van bevindingen afnemer [getuige 5] , p. 628 e.v.;
20.Het proces-verbaal van bevindingen ‘pseudokoop’, p. 266.
21.Het proces-verbaal van bevindingen ‘interceptie pseudokoop’, p. 270 t/m 276.
22.Het proces-verbaal van bevindingen ‘begeleiding van pseudokoop’, p. 262 t/m 264.
23.Het proces-verbaal van observatie vrijdag 23 september 2022, p. 259 t/ 261.
24.Het proces-verbaal van bevindingen ‘interceptie pseudokoop’, p. 270 t/m 276.
25.Het proces-verbaal van observatie vrijdag 23 september 2022, p. 259 t/ 261.
26.Het proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking personenauto [kenteken 1] d.d. 30 november 2023, p. 511 t/m 512.
27.Het proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking personenauto [kenteken 1] d.d. 30 november 2023, p. 511 t/m 512.
28.Het proces-verbaal ‘onderzoek verdovende middelen’ d.d. 1 december 2022, p. 538 t/m 549.
29.Rapport NFiDENT d.d. 2 december 2022, p. 555 t/m 557.
30.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 210 d.d. 10 februari 2023, p. 373 t/m 376.
31.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 218 d.d. 3 februari 2023, p. 389 t/m 397.
32.Het proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking in de woning [adres 1] ’, p. 134 t/m 136.
33.Het proces-verbaal ‘onderzoek verdovende middelen’ d.d. 1 december 2022, p. 538 t/m 549.
34.Rapport NFiDENT d.d. 2 december 2022, p. 550 t/m 554.
35.Rapport NFiDENT d.d. 2 december 2022, p. 550 t/m 554.
36.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 221 d.d. 10 januari 2023, p. 483 t/m 486.
37.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 223 d.d. 23 januari 2023, p. 488 t/m 490.
38.Het relaas proces-verbaal, pagina 21; Het proces-verbaal van bevindingen nummer 218 d.d. 3 februari 2023, p. 392.
39.Het proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking personenauto [kenteken 1] d.d. 30 november 2023, p. 511 t/m 512.
40.Het proces-verbaal ‘onderzoek verdovende middelen’ d.d. 1 december 2022, p. 538 t/m 549.
41.Rapport NFiDENT d.d. 2 december 2022, p. 555 t/m 557.
42.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 6 juli 2023.
43.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 218 d.d. 3 februari 2023, p. 392 incl. bijlage 6.2.
44.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 218 d.d. 3 februari 2023, p. 392.
45.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 218 d.d. 3 februari 2023, p. 392 incl. bijlage 6.2.
46.Het proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking personenauto [kenteken 1] d.d. 30 november 2023, p. 511 t/m 512.
47.Verklaring verdacht ter terechtzitting van 6 juli 2023.
48.Het proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking in de woning [adres 1] ’, p. 134 t/m 136.
49.Het proces-verbaal ‘onderzoek verdovende middelen’ d.d. 1 december 2022, p. 538 t/m 549.
50.Rapport NFiDENT d.d. 2 december 2022, p. 550 t/m 553.
51.Rapport NFiDENT d.d. 2 december 2022, p. 550 t/m 553.
52.Zakje één bevatte 0,65 gram, zakje twee 8,83 gram, zakje drie 18.97 gram en zakje vier 61,06 gram; Rapport NFiDENT d.d. 2 december 2022, p. 550 t/m 553.
53.Het proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking in de woning [adres 1] ’, p. 134 t/m 136.
54.Het proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking in de woning [adres 1] ’, p. 134 t/m 136.
55.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 196 d.d. 6 december 2022, pagina 326 t/m 327.
56.Het proces-verbaal van inzet zend/ontvangst apparatuur d.d. 25 mei 2022, p. 238 t/m 240.
57.Het proces-verbaal van inzet zend/ontvangst apparatuur d.d. 25 mei 2022, p. 238 t/m 240.
58.Het proces-verbaal witwassen, bijlage 4, p. 985.
59.Het proces-verbaal witwassen, p. 956.
60.Het proces-verbaal verstrekking en analyse gevorderde gegevens met nummer 36, p. 1065 t/m 1070.
61.Het proces-verbaal witwassen met nummer 34, p. 1049 t/m 1064.
62.Het proces-verbaal witwassen met nummer 27, p. 1037 t/m 1048.
63.Het proces-verbaal witwassen, p. 957 t/m 961; bijlage 13, p. 1108; bijlage 14, p. 1109; bijlage 21, p. 1171; bijlage 22, p. 1178; bijlage 23, p. 1188; bijlage 27, p. 1216.
64.Het proces-verbaal witwassen, p. 959-961.
65.Het proces-verbaal van bevindingen ‘doorzoeking in de woning [adres 1] ’, p. 134 t/m 136.
66.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 159, p. 1272; Het proces-verbaal van bevindingen nummer 230, p. 1288 t/m 1289.
67.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 194 ‘onderzoek TOTO formulieren’, p. 1292 t/m 1300.
68.Het proces-verbaal van bevindingen nummer 159, p. 1249 t/m 1271.