Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlaten jurisprudentie van Dexia;
- de antwoordakte van [eiser] .
2.2. De feiten
heeft € 2.033,56 aan dividenden ontvangen.
3.De vordering en het verweer
1. voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] en/of toerekenbaar is tekort geschoten,
2. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [eiser] van al datgene dat [eiser] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
5. Dexia zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van [eiser] ,
6. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
4.4. Beoordeling van de vorderingen4.1. Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 à 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [eiser] .
en de onrechtmatige daad van Dexia.
verjaring4.4. Dexia stelt dat een eventuele vordering van [eiser] in verband met een schending van artikel 41 NR 1999 inmiddels verjaard is. Dit verweer kan niet worden gevolgd. In de uitspraken van diverse rechtbanken in het recente verleden zijn bestendige oordelen te vinden voor wat betreft de stellingen en verweren van partijen die zien op (onder andere) de volmacht van Leaseproces, de klachtplicht en verjaring. Voor zover in deze zaak geen andere, afwijkende standpunten zijn ingenomen door één van de partijen, wordt op de aan (de gemachtigde van) partijen bekende overwegingen, ook in deze zaak geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat de verweren omtrent de verjaring doel treffen.
[nummer] -Spaar Select B.V.,
‘(…).
2.Huidige financiële situatie
3.Wensen
4.Voorstel Spaar Select
5.Netto kosten kapitaal opbouw(…).Dit komt neer op een gemiddelde maandlast van Fl. 35 Bruto ***
6.ConclusieU had aangegeven Fl. 25.000 nodig te hebben voor de verbouwing van uw woning. Tevens heeft u aangegeven dat u hiervoor niet te hoge maandlasten wilt hebben.Middels het voorstel van Spaar Select is het mogelijk, uitgaande van de aangegeven uitgangspunten van jaarlijks 12,5% koersstijging en 2% dividendrendement, deze wens te realiseren.
7 Belangrijke informatie
- rekenvoorbeelden voor het Overwaarde Effect product, waarbij met variërende koersstijgingen en verschillende maandbedragen uiteengezet wordt wat de gevolgen daarvan zijn voor de waarde van de aandelen, het dividend, de restant hoofdsom, de uiteindelijke uitkering en de vermogensrendementsheffing,
In elk geval staat voldoende vast dat sprake is geweest van een huisbezoek door de tussenpersoon. Met het overgelegde Persoonlijk Financieel Plan wordt voldoende onderbouwd dat de tussenpersoon daarbij (ook) heeft geïnformeerd naar de financiële omstandigheden en financiële doelen van [eiser] en dat aan de hand van een inventarisatie van de persoonlijke situatie en wensen van [eiser] de tussenpersoon heeft geadviseerd het product aan te schaffen. Toegelicht is dat de tussenpersoon ook een ander financieel product heeft geadviseerd, zoals een hypotheek, waarmee de tussenpersoon zich aldus niet heeft beperkt tot het geven van algemene informatie over de verschillende beleggingen of over effectenleaseproducten. Tegenover de concreet toegelichte stellingen van [eiser] heeft Dexia, gelet op de hiervoor genoemde motiveringseisen, haar verweer onvoldoende onderbouwd. Daarmee heeft zij niet voldaan aan de motiveringsplicht. Hieruit volgt dat als vaststaand wordt aangenomen dat van een vergunningsplichtig advies door de tussenpersoon sprake is geweest. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.
5.Beslissing
€ 660,00