Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
artikel 2 juncto artikel 10 vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet
- het (telkens) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van
artikel 2 juncto artikel 10 vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet;
3.De voorvragen
Subsidiair bepleit de raadsman ten aanzien van feit 1 en feit 2 dat slechts voor een beperkt gedeelte van de periode zoals tenlastegelegd een bewezenverklaring zou kunnen volgen, te weten voor de periode van 25 juli 2015 tot en met 30 november 2017. De raadsman verzoekt verdachte vrij te spreken van de periode voor en na voornoemd tijdsbestek.
“CSV Sesamstraatgroepering”. [4]
“ [alias 3] ”op [geboortedatum 3] moet vieren. Uit het GBA blijkt dat [medeverdachte 3] een zoon heeft genaamd [naam 1] , geboren [geboortedatum 3] 2001. [7] Daarnaast stuurt ‘ [alias 4] ’ op 27 augustus 2015 de nieuwe namen door naar de leden. ‘ [alias 1] ’ betreft de nieuwe naam van ‘ [alias 1] ’. Voorts wordt ‘ [alias 1] ’ ook ‘ [alias 1] ’ genoemd. [8]
Daarnaast blijkt uit de verklaring van [betrokkene 1] van 25 oktober 2017 – in het onderzoek Oceans – dat [medeverdachte 4] ‘ [alias 4] ’ wordt genoemd. [16]
Er zijn meerdere Ennetcom -berichten aangetroffen die afkomstig zijn van [medeverdachte 4] (schermnamen [alias 4] / [alias 4] / [alias 4] / [alias 4] / [alias 4] ) en [medeverdachte 5] (schermnamen [alias 2] / [alias 2] ), waarin wordt gesproken over hun gezin, hun liefdesrelatie en hun problemen. In deze gesprekken worden onder andere de drie namen van hun kinderen, [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] , genoemd. [21] Verder wordt er door hen gesproken over de inloggegevens van [bedrijf 4] . Uit de gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat [bedrijf 4] stond ingeschreven op de [vestigingsplaats 1] , waar [medeverdachte 5] stond ingeschreven.
Voorts heeft [medeverdachte 12] ter terechtzitting van 15 februari 2022 verklaard dat het klopt dat hij de aliassen ‘ [alias 12] ’, ‘ [alias 12] ’, ‘ [alias 12] ’ en ‘ [alias 12] ’ heeft gebruikt.
II. Oogmerk van de organisatie;
III. Opzettelijke deelneming en;
IV. Conclusie;
V. Periode.
In artikel 11b OW is sinds 1 maart 2015 strafbaar gesteld, de deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, 10a, eerste lid, 11, derde en vijfde lid, of 11a van de OW. Tot 1 maart 2015 stond in artikel 11a van de OW materieelrechtelijk dezelfde regeling, de wetgever heeft deze strafbepaling, ingaande 1 maart 2015, vernummerd tot artikel 11b OW. Artikel 11b OW betreft een lex specialis van de lex generalis uit artikel 140 Sr. Als specifieke aanvullende eis ten opzichte van de strafbaarstelling in artikel 140 Sr geldt dat de criminele organisatie het oogmerk heeft het plegen van Opiumwetmisdrijven. Voor de betekenis, strekking en reikwijdte van de verschillende bestanddelen in artikel 11b OW moet dan ook aansluiting worden gezocht bij de rechtspraak over artikel 140 Sr. De overwegingen van de rechtbank ten aanzien van het bestanddeel ‘organisatie’ zijn voor feit 1 en feit 2 gelijkluidend en worden hieronder weergegeven.
organisatiein de zin van artikel 140 Sr is een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen met een zekere duurzaamheid en structuur. Niet is vereist dat verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle deelnemers van de organisatie. Het oogmerk van de organisatie moet gericht zijn op het plegen van misdrijven. Voor een bewezenverklaring is voldoende dat het plegen van misdrijven door de organisatie wordt beoogd. Dat betekent dat er nog geen aanvang hoeft te zijn gemaakt met het daadwerkelijke plegen daarvan (vgl. HR 20 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:378, r.o. 2.2.2.).
4.5.1. Identificatie van de verdachten’ al is besproken. In de in beslag genomen PGP-telefoon [37] van [medeverdachte 2] , die hij had ontvangen van [medeverdachte 1] , is een contactlijst aangetroffen met de namen ‘ [alias 5] ’, ‘ [alias 6] ’, ‘ [alias 17] ’, ‘ [alias 7] ’, ‘ [alias 18] ’, ‘ [alias 1] ’, ‘ [alias 4] ’ en ‘ [alias 19] ’ én de bijbehorende PGP-mailadressen. Tijdens het onderzoek door de politie zijn een aantal PGP-mailadressen gekoppeld aan de bijbehorende gebruikers. [38] Uit de onderzochte Ennetcom -data zijn voorts de schuilnamen/aliassen ‘ [alias 9] ’, ‘ [alias 8] ’, ‘ [alias 13] ’, ‘ [alias 11] ’, ‘ [alias 16] ’, ‘ [alias 17] ’ en ‘ [alias 18] ’ naar voren gekomen. Door het gebruik van deze namen werden de leden van de organisatie nog meer afgeschermd. De schuilnamen/aliassen zijn gedurende de onderzoeksperiode in een aantal gevallen (meermalen) gewijzigd. Dit blijkt onder andere uit het e-mailbericht van 27 augustus 2015 van ‘ [alias 5] ’ met als onderwerp
“nieuwe namen”. [39] Uit dit bericht blijkt dat het samenwerkingsverband al vóór augustus 2015 met elkaar samenwerkte via schuilnamen/aliassen. [40] Hiervoor is steun te vinden in het bericht van 8 augustus 2015, waarin onder meer uiteen wordt gezet dat het samenwerkingsverband in augustus 2013 is begonnen met [medeverdachte 1] . [41]
assistenten,die hand- en spandiensten verrichten. De werkzaamheden variëren van het verdelen van geld tot het daadwerkelijk lossen van de vracht;
typers, die de mailboxen en in sommige gevallen ook de bankrekeningen beheren van één of meerdere bedrijven;
transporttak-deelnemers, die het vervoer van de ladingen verzorgen vanuit de haven naar de loodsen waar de ladingen worden gelost, waarbij zij tijdens dat vervoer contact hebben met de leiding van het CSV;
storters, die contant geld aannemen en in opdracht afstorten op bankrekeningen, die gekoppeld zijn aan malafide bedrijven, in beheer bij het CSV. De storters ontvangen het contante geld van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [42]
Bij de oprichting van de fruitbedrijven is door het CSV gebruik gemaakt van katvangers. Deze katvangers lijken verder niet betrokken te zijn geweest bij de (illegale) activiteiten van de betrokken fruitbedrijven. De naam van deze katvangers werd door het CSV wel gebruikt bij de ondertekening van de e-mailberichten. [45] Tot slot volgt uit de Ennetcom -data dat er binnen de organisatie afspraken zijn gemaakt over de frequentie waarop de e-mail van de fruitbedrijven werd gecontroleerd. [46] Dit alles geeft naar het oordeel van de rechtbank blijk van een gestructureerde, georganiseerde en professionele werkwijze binnen het CSV.
€ 50.000,-- euro, telkens in enveloppes waarop de naam van het bedrijf stond en de rekening waarop gestort moest worden. De te storten bedragen waren soms hoger dan het toegestane maximum waardoor [medeverdachte 2] langs verschillende bankautomaten moest gaan. In 2016 heeft hij ook van ‘ [alias 1] ’ twee- of driemaal geld ontvangen dat vervolgens door hem op een ING-rekening van één van de gecodeerde bedrijven is gestort. De stortingen werden door [medeverdachte 2] bij een geldautomaat gedaan en uitgevoerd met bankpassen en de TAN-codes die hij ontving op de telefoons, die hij van [medeverdachte 1] had ontvangen. [47]
Zoals onder het kopje ‘organisatie’ al is uiteengezet, kan naar het oordeel van de rechtbank worden gesproken van een gestructureerde samenwerking met een duurzaam karakter. De duurzaamheid blijkt onder andere uit het feit dat de organisatie al in 2013 lijkt te zijn opgericht en zeker heeft bestaan tot en met 2019. Het gestructureerde karakter van de samenwerking volgt uit de onderlinge verdeling van de werkzaamheden. De leden van het CSV zijn onderverdeeld in typers, storters, assistenten en transporteurs. Iedere groep verricht zijn of haar eigen taken en houdt zich bezig met zijn of haar eigen activiteiten. Deze taken en activiteiten worden binnen de organisatie door de leden onderling op elkaar afgestemd, met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijk doel van de organisatie, te weten het plegen van Opiumwetmisdrijven. De verrichte activiteiten vinden bovendien planmatig en stelselmatig plaats. De rechtbank overweegt hierover aanvullend het navolgende.
Ook zijn in de woning van [medeverdachte 2] in een krat diverse telefoons voorzien van een sticker met een code aangetroffen. Vastgesteld is dat de op de stickers vermelde code overeenkomt met de code van het desbetreffende (gecodeerde) bedrijf.
Deze telefoons werden uitsluitend gebruikt voor het ontvangen van TAN-codes, die benodigd waren om digitaal financiële transacties (overboekingen) uit te voeren.
Voorts is tijdens de doorzoeking in de verblijfplaats van [medeverdachte 1] onder meer een USB-stick aangetroffen die import- en exportgegevens, betalingen, codes en bedrijfsnamen bevatte van diezelfde bedrijven als de bedrijven waarvan de codes en bedrijfsnamen vermeld staan in de documenten met aantekeningen die zijn aangetroffen in de woning van [medeverdachte 2] . [50]
In dit verband kent de rechtbank bewijskracht toe aan de omstandigheid dat verschillende partijen fruit van de betrokken bedrijven na aankomst in de haven van Antwerpen niet zijn opgehaald of zelfs zijn vernietigd [52] .
Daarnaast draagt ook het uitgebreide overzicht van een heimelijke codering bij aan het bewijs dat de bedrijven enkel ten doel hadden ten dienste te staan van de invoer van verdovende middelen. [53] Tot slot overweegt de rechtbank dat uit eerdere Belgische onderzoeken en onderzoeken van verschillende bedrijven blijkt dat ook daadwerkelijk partijen cocaïne zijn onderschept in ladingen van bedrijven die zijn genoemd in de gevonden administratie van bedrijven bij [medeverdachte 1] .
1.[bedrijf 9] GMBH
In juni 2017 zijn drie containers vervoerd van Costa Rica naar Antwerpen. Deze containers werden op 18 juni 2017 in de haven van Antwerpen verwacht. Meerdere pallets met geïmporteerde goederen van de zogenaamde transporten 3 en 9 zijn vervolgens nooit verkocht. [58] Daarnaast zijn op 14 november 2017 in een lading ananassen (container [nummer 1] ) 150 pakketten cocaïne aangetroffen met een totaalgewicht van 1.498 kilogram (onderzoek Abrusco & Sporaden). Uit de aangetroffen documenten bleek dat de lading bestemd was voor het bedrijf ‘ [bedrijf 9] GMBH’. [59]
2.[bedrijf 11] BVDe bankrekening van [bedrijf 11] BV werd in 2015 en 2016 (nagenoeg) alleen gevoed door contante stortingen en in 2017 en 2018 door verkopen aan [bedrijf 12] BV. Het is opvallend dat deze twee bedrijven, die ogenschijnlijk niet aan elkaar gelieerd zijn, op deze manier handelen. In totaal ontvangt [bedrijf 11] BV € 127.928,-- van [bedrijf 12] BV in verband met facturen afkomstig van [bedrijf 13] . Op de bankrekening is niet te zien dat het voor [bedrijf 13] bestemde geld is overgemaakt aan [bedrijf 13] BV, of een andere daaraan gelieerde onderneming.Voorts komt de rechtbank tot het oordeel dat uit de e-mailbox van [bedrijf 11] BV en de Ennetcom -data volgt dat [bedrijf 11] BV gebruikt is door het CSV met het doel om verdovende middelen te importeren, waarbij fruit, vis of andere levensmiddelen werden gebruikt als deklading. In de Ennetcom -data is te lezen dat [medeverdachte 9] ( [alias 7] ) en [verdachte] ( [alias 13] ) op 16 april 2016 met elkaar communiceren over de opslag van 17 containers met daarin ongeveer 9.000 zakken.Tussen 17 en 19 april 2016 wordt door leden van het CSV veelvuldig met elkaar, via PGP-telefoons, gecommuniceerd. [verdachte] en [medeverdachte 3] communiceren over het regelen van mensen en gemaakte kosten. [medeverdachte 4] en [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] , communiceren over het feit dat enkel een persoon die wordt aangeduid met ‘ [alias 20] ’de container losknipt. [medeverdachte 17] en [medeverdachte 3] communiceren met elkaar dat er sporttassen uit zouden kunnen vallen. In deze sporttassen zitten vermoedelijk verdovende middelen.
3.[bedrijf 14] BV
“groothandel in groente en fruit/goederenvervoer over de weg”.Op 16 mei 2018 is het bedrijf weer uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel, omdat er geen baten meer aanwezig waren. [63] De bankrekening, met openingsdatum 17 januari 2017, heeft nog geen anderhalf jaar bestaan. Op de bankrekening van [bedrijf 14] hebben tussen 17 februari 2017 en 6 november 2017, 16 contante stortingen plaatsgevonden. In totaal gaat het daarbij om een bedrag van
€ 128.350,--. De herkomst van dit geld is niet te herleiden. [64] Uit mailverkeer blijkt dat [bedrijf 14] bananen importeert uit Colombia. In opdracht van [bedrijf 14] hebben tussen 5 januari 2017 en 16 mei 2018 zes leveringen plaatsgevonden van in totaal negen containers. Bij elke levering blijkt er iets mis te zijn met een container en wordt de container laat vrijgegeven en/of laat opgehaald uit de haven van Antwerpen. In één geval laat [bedrijf 14] circa zes weken lang niets van zich horen, terwijl een container met (rottende) bananen in de haven van Antwerpen staat. Er wordt door [bedrijf 14] op elke container fors verlies geleden. [65] Uit het mailverkeer van [bedrijf 14] blijkt dat op 1 februari 2018 wordt gecommuniceerd over een container met nummer [nummer 2] , omdatde container niet tegelijk met de andere bestelde container ( [nummer 3] ) is aangekomen in de haven van Antwerpen. Er wordt gesproken over de
“gestolen”container met nummer [nummer 2] . [66] Tijdens de doorzoeking van 11 december 2019 in de verblijfplaats van [medeverdachte 1] en de woning van [medeverdachte 13] , zijn transportdocumenten aangetroffen van deze container. Daarbij zijn ook de douanevervoer- en begeleidingsdocumenten aangetroffen. [67] Voorts is onderzoek verricht naar drie audiobestanden die betrekking blijken te hebben op de vermiste container. Deze audiobestanden zijn aangetroffen op een USB-stick [68] in de verblijfplaats van [medeverdachte 1] en op een iPhone [69] en computer [70] in de woning van [medeverdachte 13] . [71]
4.[bedrijf 8] BV
“Groothandel in landbouwmachines, werktuigen en tractoren”. Het bedrijf heeft geen website en wordt aangeduid met de code D1. [naam 5] staat als bestuurder ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Op 24 oktober 2019 is [naam 5] gehoord en verklaart hij onder andere dat hij het bedrijf [bedrijf 8] BV niet kent en dat hij hier ook nog nooit van heeft gehoord. Tijdens het doorzoeken van de woning van [medeverdachte 2] op 22 maart 2018 werd een bankpas ten name van [bedrijf 8] BV aangetroffen en € 30.000,-- aan contant geld. [medeverdachte 2] verklaarde het geld en de bankpas van [medeverdachte 1] te hebben ontvangen, met daarbij de opdracht het geld op de rekening van [bedrijf 8] BV te storten.
Onderzoek naar de bankrekening van [bedrijf 8] BV wijst uit dat de rekening wordt gevoed door contante stortingen. Ook blijkt [bedrijf 8] zaken te doen met [bedrijf 15] . Dat is een bedrijf uit Costa Rica dat zich bezig houdt met de export van fruit. Het feit dat [bedrijf 8] BV zaken doet met [bedrijf 15] levert niet alleen een branchevreemde transactie op – [bedrijf 8] BV is een groothandel in landbouwmachines – maar daarnaast was [bedrijf 15] de leverende partij van de container, waarin op 14 november 2017 1.498 kilogram cocaïne werd aangetroffen tussen het fruit (zie hierboven onder ‘ [bedrijf 9] ’). In de administratie van [bedrijf 8] BV zijn voorts geen inkomsten opgenomen uit de verkoop van fruit. [72]
Uit onderzoek blijkt dat [bedrijf 17] BV eind 2015 eenmalig 21 paletten met in totaal 1.664 blikken ananas van [bedrijf 18] invoerde via de Antwerpse haven. Van deze ingevoerde hoeveelheid ananas in blik bleken er bij de doorzoeking op 14 september 2017 zes paletten te ontbreken.
Tot slot is gebleken dat [bedrijf 17] BV in 2016 twee keer bevroren fruitpulp invoerde vanuit Colombia. De in augustus 2016 ingevoerde fruitpulp werd opgehaald door [bedrijf 19] BV, opgericht op 7 januari 2015 met [verdachte] als bestuurder. [verdachte] was zelf ook chauffeur van dit transport op 13 september 2016. De eind 2016 ingevoerde fruitpulp werd niet opgehaald, maar werd na zeven maanden stalling vernietigd op verzoek van [bedrijf 17] BV, bij gebrek aan een koper. De lading vertegenwoordigde een waarde van tienduizenden euro’s. Voorts bleken de in een loods aangetroffen restanten te zijn geïmporteerd door [bedrijf 16] BV of [bedrijf 17] BV. [74] Deze twee bedrijven komen voor in de aantekeningen die zijn aangetroffen bij [medeverdachte 2] . [75] [verdachte] is in dit onderzoek aangemerkt als lid van de criminele organisatie en veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaren en een geldboete van € 40.000,--. [76]
2.Onderzoek Salt
“+ transporten” en “
c+”. Deze termen komen eveneens terug in de in beslag genomen aantekeningen. Typers krijgen een bonus bij een
“+ transport”. Verder stijgen de kosten bij een dergelijk transport. [78] Ook wordt bij deze transporten een extra typer geregeld. Deze extra typer moet voorkomen dat e-mails onnodig lang onbeantwoord blijven. [79] Daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat bij
“+ transporten” en “
c+” – in versluierd taalgebruik – wordt gesproken over transporten waarbij naast de deklading ook verdovende middelen worden ingevoerd.
“Prijzen van die rommel is ook 26 a 27. Je kan ook stukken krijgen he”. [81] De rechtbank merkt op dat haar ambtshalve bekend is dat de kiloprijs van cocaïne rond de € 26.000,-- ligt. Naar het oordeel van de rechtbank kan het, alles in samenhang bezien, niet anders zijn dan dat met deze getallen de kiloprijs van cocaïne wordt aangeduid.
€ 5.590.005,20 aan contante stortingen plaatsgevonden en in totaal € 913.047,-- aan contante opnamen. [82]
Dan gaan we voor witwassen”, waarop ‘ [alias 12] ’reageert met: “
Ah ok.” [86]
Naar het oordeel van de rechtbank duiden de contante geldstortingen onmiskenbaar op inkomsten uit de invoer van cocaïne en/of de met het oog daarop noodzakelijke (faciliterende) handelingen, zoals het kopen van dekladingen. Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de hiervoor beschreven gedragingen en handelingen van de leden van de criminele organisatie naar hun uiterlijke verschijningsvorm (kennelijk) erop gericht zijn geweest om de criminele herkomst van de geldbedragen te verbergen/verhullen en deze geldbedragen (met haar criminele herkomst) te verwerven, voorhanden te hebben, om te zetten en over te dragen.
opzetvan verdachte besloten. Verdachte moet dus opzettelijk hebben deelgenomen aan een organisatie die het plegen van misdrijven tot oogmerk had. Dat betekent dat hij in zijn algemeenheid moet hebben geweten dat de organisatie het plegen van misdrijven beoogde. Niet is vereist dat het opzet van verdachte zelf was gericht op het plegen van misdrijven of dat hij heeft deelgenomen aan (reeds binnen de organisatie gepleegde) misdrijven. Voor een bewezenverklaring is evenmin vereist dat verdachte heeft geweten van alle soorten misdrijven waarop het oogmerk van de organisatie was gericht (vgl. HR 5 september 2006, NJ 2007, 336, r.o. 7.3).
“Heb container. Kost 150. Heb pallets geregeld. 200. 2.50 per pallet. Moeten er nog 250 bij. Diesel daf 500. 17 x rijden. En als ik door tunnel moet 17 x tunnel en tol van belgie. Loon van die mannen etc. Vorige week ook alles betaald. Dus doe maar 2 om te beginnen”.
“die van hem komen”.[medeverdachte 3] heeft één man geregeld.
Verdachte heeft daarnaast ook contact met [medeverdachte 9] ( [alias 7] ). Het is [medeverdachte 9] die uiteindelijk zegt dat verdachte contact moet zoeken met [medeverdachte 4] ( [alias 4] ) over de planning van het lossen.
“3.0”en de aanduiding
“BV”verwijzen naar de eerdere aantekening “
[bedrijf 23] Notaris 3.0”.Uit de registratie van de Kamer van Koophandel (hierna: KVK) blijkt dat [bedrijf 23] is opgericht op 8 september 2014. De aanduiding
“wk 4”(GA049.03.01.001.003) gecombineerd met de oprichtingsdatum van [bedrijf 23] maakt naar het oordeel van de rechtbank dat de notariskosten zeer waarschijnlijk eind januari of begin februari 2015 zijn terugbetaald. [92] Voorts is de rechtbank van oordeel dat deze betalingen verband houden met het CSV, gelet op de andere bijnamen die in de aantekeningen terug te lezen zijn, zoals [alias 5] ( [medeverdachte 1] ), [alias 21] ( [medeverdachte 3] ) en [alias 4] ( [medeverdachte 4] ).
“ [alias 13] 7000”met daarachter “3x BV”. De rechtbank legt deze aantekeningen zo uit dat wordt bedoeld dat verdachte € 7.000,-- heeft uitgegeven ten behoeve van de oprichting van drie besloten vennootschappen. De rechtbank begrijpt dat één van die BV’s [bedrijf 20] betreft, nu deze volgens [betrokkene 3] is opgericht op verzoek van een man die zij
“ [naam 7] ”noemt. Uit het onderzoek van de Federale gerechtelijke politie (FGP) Antwerpen blijkt dat met
“ [naam 7] ”verdachte wordt bedoeld.
Uit de aantekeningen leidt de rechtbank verder af dat verdachte kosten heeft gemaakt voor een trailer en materialen bij [bedrijf 24] . [93] De rechtbank stelt vast dat (een deel van) deze kosten kennelijk op enig moment zijn terugbetaald, gezien het gegeven dat een deel van de kosten in de doorgehaalde aantekeningen worden weergegeven. [94]
€ 20.500,-- en/of € 25.500,-- aan leningen openstaan. Uit de aantekening met nummer GA049.03.01.001.003 maakt de rechtbank op dat de leningen, of in elk geval een deel daarvan, op enig moment zijn verrekend. [95]
“ [bedrijf 25] BV”en
“ [bedrijf 26] BV”.Uit verder onderzoek blijkt dat met
“ [bedrijf 25] BV”zeer waarschijnlijk [bedrijf 25] BV wordt bedoeld. [bedrijf 26] BV is blijkens de registers van de KVK opgericht op 1 mei 2016. Hieruit kan naar het oordeel van de rechtbank worden opgemaakt dat deze aantekeningen betrekking hebben op, dan wel gemaakt zijn in de periode mei-oktober 2016. [97]
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
De rechtbank zal gelet hierop bij haar strafoplegging rekening houden met de eerdere veroordeling van verdachte in België.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
onvoorwaardelijke gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.