9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair, het misdrijf:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994,
terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
2 (twee) maanden;
-
ontzegtde verdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
1 (één) jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K van Rosmalen, voorzitter, mr. M.W. Eshuis en
mr. G.R. Stoeten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Vis, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 november 2022.
Buiten staat
Mr. Eshuis is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2021100993. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 27 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
(…) Ik kwam er (de rechtbank begrijpt: Geerligsland) heel vaak, mijn zoon en schoonouders wonen daar in de buurt (…) Voor de kruising heb ik mijn snelheid niet aangepast (…) Na de kruising kom je in een donker stuk terecht en daar kwam ik de tractor tegen. Ik wilde tijdig rechts aanhouden, zodat we elkaar goed konden passeren. Ik vroeg mij af of de tractor ook rechts zou aanhouden. Daar was ik op geconcentreerd. (…) Meer dan op rechts (…) Omdat de tractor naar rechts ging, had ik ook geen reden om mijn snelheid aan te passen, (…) Vlak voor de auto zag ik iets, maar toen was al gelijk de klap. (…) Daarna ben ik gestopt (…) De kinderen waren uiterst rechts, ik zag ze niet in de koplampen. Ik heb ze allebei gemist (…)
2. Het proces-verbaal VerkeersOngevalsAnalyse van 27 mei 2022, p. 4, 6, 8, 23, 27, 29 en 31, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) 5 maart 2021 (…) Bij dit ongeval waren de volgende partijen betrokken: Personenauto: merk Seat (…) [slachtoffer] , welke zich voortbewoog op een zogenaamde spacescooter. Wettelijk gezien was de spacescooter naar onze mening ongemotoriseerd speelgoed. De bestuurder van dit voertuig moet naar onze mening dan ook wettelijk gezien als voetganger beschouwd worden. (…) De Seat reed voorafgaand aan het ongeval over de weg Geerligsland, komende vanuit de bebouwde kom van Staphorst en gaande in de richting van de Heidehoogtenweg. (…)Voor dit voertuig bewoog zich een jongen voort op een spacescooter. Hij reed daarbij waarschijnlijk langs de rechterzijde van de rijbaan van het Geerligsland, komende vanuit de richting van de kruising d'Olde Dijk / Geerligsland en gaande in dezelfde richting als de Seat. (…) Om voor ons onbekend gebleven reden merkte de bestuurder van de Seat de jongen op de spacescooter niet tijdig op en botste tegen de spacescooter. De jongen op dit vervoermiddel kwam hierbij om het leven. (…) Het verkeersongeval had plaats gevonden op de weg Geerligsland, gelegen buiten de als
zodanig aangeduide bebouwde kom van Staphorst in de gemeente Staphorst. (…) De rijbaan had een breedte van circa 4,7 meter. (…) Het schema (…) laat zien dat er rond het moment van het ongeval sprake was van zogenaamde nautische avondschermering. (…) De jongen op de spacescooter droeg een gele jas. (…) De spacescooter (…) was niet voorzien van verlichting of retroreflectie. (…) Lijkt (…) dat rond 19:02:04 deze jongen aangereden wordt door de Seat. Rond dit moment of kort hierna is te zien dat de remlichten van de Seat oplichten en daarna is te zien dat de Seat tot stilstand komt. (…) Op ons verzoek werd (…) nader onderzoek gedaan naar de snelheid waarmee de Seat zich door het beeld voortbewoog. Uit zijn onderzoek bleek dat de Seat voorafgaand aan het ongeval gereden had met een indicatieve snelheid van 90 km/uur. Deze gemiddelde snelheid gold over een traject van minimaal 250 meter. (…) Ter plaatse was 60 km/uur toegestaan. (…)
3. Het proces-verbaal Snelheidsberekening op basis van videobeelden van 29 april 2022 in het geheel met als conclusie op p. 14, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) 3.2. Conclusie indicatieve snelheidsbepaling
- Is het mogelijk om met de videobeelden afkomstig van het bedrijf [bedrijf] , aan de
[adres 2] te Staphorst, een indicatieve snelheid van de personenauto te onderzoeken?
(…) Ja, dit was door de samenwerking met het Team Digitale Opsporing mogelijk. Het bestand werd door collega [verbalisant 1] (IJS00426), senior Technische Ondersteuning / Digitale Expertise (TDO) van de afdeling Beeldbewerking omgezet naar individuele frames in JPG formaat. Voor het verwerken van het videobestand werd door de afdeling TDO gebruik gemaakt van de daartoe bestemde software. Deze frames zijn gebruikt om de positie van een vergelijkend voertuig op een overeenkomstige positie te zetten. Hiervoor zijn op het traject een aantal posities gebruikt, vijf ten opzichte van een vast object op de voorgrond, het rempunt, de 6e positie en uiteindelijk de positie waar het voertuig tot stilstand kwam. De zes posities welke zijn gebruikt om de indicatieve snelheid te berekenen zijn ingemeten met landmeet apparatuur. De individuele frames zijn gebruikt om het aantal seconden tussen de posities te berekenen. Uit de software van het TDO bleek een framerate van 12 frames per seconde. De ingemeten afstanden met de afgelegde tijd geeft volgens de genoemde formule een indicatieve snelheid.
- Wat is de indicatieve snelheid van de personenauto?
De bestuurder van de personenauto heeft voorafgaand aan het verkeersongeval gereden met een indicatieve snelheid van 90 km/h, althans een hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximum snelheid van 60 kilometer per uur. De bestuurder reed deze snelheid minimaal 250 meter voor de botsplaats en reed met deze gemiddelde snelheid de gelijkwaardige kruising van wegen d'Olde Dijk — Geerligland over, dit betrof traject B7 -> REM (90,1 km/h). (…)
4. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 6 maart 2021, p. 18, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) [naam 1] vertelde mij ongeveer het navolgende: [slachtoffer] die reed op zijn space-scooter en ik was bij hem. Ik was lopend. Hij reed een stuk voor mij uit op de weg. (…)