In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun Wob-verzoeken beoordeeld. Eisers, die beiden betrokken zijn bij de vennootschap [eiseres], hebben verzocht om alle documenten die betrekking hebben op de aangifte vennootschapsbelasting 2017 van eiseres. De verzoeken zijn afgewezen door de staatssecretaris van Financiën, omdat de gevraagde informatie onder de geheimhoudingsplicht van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) valt. Deze geheimhoudingsplicht gaat voor op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), waardoor openbaarmaking van de stukken niet mogelijk is.
De rechtbank heeft op 19 september 2022 de zaak behandeld, waarbij eisers en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de documenten die eisers hebben aangevraagd, vallen onder de geheimhoudingsplicht van artikel 67 Awr, wat betekent dat deze niet openbaar gemaakt kunnen worden op basis van de Wob. De rechtbank verwijst naar eerdere rechtspraak van de hoogste bestuursrechter, die bevestigt dat fiscale dossiers van zowel natuurlijke als rechtspersonen onder deze geheimhoudingsbepaling vallen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eisers geen gelijk krijgen en geen recht hebben op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. E. Hoekstra, rechter, en is openbaar uitgesproken. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.