Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
[verweerster],
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
1.De procedure
2.Inleiding
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
Ontbinding arbeidsovereenkomst
- [verweerster] heeft het vonnis van de voorzieningenrechter van 3 december 2021 niet nageleefd. Niet betwist is dat [verweerster] [verzoeker] niet in staat heeft gesteld om zijn werkzaamheden voor [verweerster] te hervatten en dat zij de veroordeling tot betaling van het loon aan [verzoeker] niet heeft nageleefd.
- [verweerster] heeft in december 2021 voor het laatst uit zichzelf loon betaald aan [verzoeker] . Overige loonbedragen heeft [verzoeker] door middel van beslaglegging ontvangen.
- [verweerster] heeft geen loonspecificaties en geen jaaropgave aan [verzoeker] verstrekt, ook niet nadat [verzoeker] hier herhaaldelijk om heeft verzocht.
- [verweerster] heeft, ondanks verzoeken van [verzoeker] daartoe, geen schriftelijke arbeidsovereenkomst aan [verzoeker] verstrekt, dan wel een opgave in de zin van artikel 7:655 BW.
- [verweerster] heeft geen gehoor gegeven aan de verzoeken van [verzoeker] om na de beschikking van de kantonrechter van 22 februari 2022 met elkaar in gesprek te gaan. Omdat het verzoek van [verweerster] tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] was afgewezen, had het wel op de weg van [verweerster] gelegen om met [verzoeker] te zoeken naar oplossing van de ontstane situatie. Door dat niet te doen, heeft [verweerster] [verzoeker] min of meer gedwongen deze ontbindingsprocedure te starten.
[verzoeker] zal op grond van feitelijke gegevens en aan de hand van artikel 10.2 van cao Bouw & Infra 2021-2022 moeten toelichten waarom hij meent dat deze cao van toepassing is.
Teneinde dit standpunt van [verzoeker] in deze voldoende gemotiveerd te betwisten, zal [verweerster] vervolgens op haar beurt op grond van feitelijke gegevens en aan de hand van artikel 2 van cao Groen, Grond en Infrastructuur (in het bijzonder ook art. 2, lid 1 sub b onder 7 van deze cao) moeten toelichten waarom zij meent dat deze cao van toepassing is.
6.De beslissing
uiterlijk voor 28 juni 2022bij akte zal moeten uitlaten als hiervoor onder 5.6. overwogen;