Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[gedaagde 2], in zijn hoedanigheid als executeur testamentair in de nalatenschap van [erflater] en in die hoedanigheid vertegenwoordiger van [Stichting X] als erfgenaam van [erflater] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 januari 2022 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de e-mail van mr. Veth van 25 april 2022 waarbij de ontbrekende pagina’s van productie 1
- de akte overlegging producties van [eisers] van 26 april 2022 met productie 13 t/m 16,
- de akte houdende aanvullende productie van de Stichting en [gedaagde 3] van 26 april 2022 met
- de akte overlegging productie van [gedaagde 2] van 26 april 2022 met productie 4,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 26 april 2022,
- de pleitnotities van partijen die tijdens de mondelinge behandeling zijn overgelegd.
2.Waar deze zaak over gaat
3.De rechtbank gaat uit van de volgende vaststaande feiten
Blokkeringsregeling (aanbieding)
b. Eenzelfde verplichting tot aanbieding bestaat indien het stemrecht op aandelen niet meer toekomt aan de vruchtgebruiker en het vruchtgebruik is gevestigd op grond van artikel 4:19 of 4:21 Burgerlijk Wetboek, dan wel bij het einde van een dergelijk vruchtgebruik.
2. Ingeval een verplichting tot tekoopaanbieding bestaat, is het bepaalde in artikel 11 van overeenkomstige toepassing (…)
a. (…)
b. (…)
c. indien ten gevolge van overlijden geen andere personen dan één of meer bloedverwanten in de rechte neerdalende lijn van wijlen de heer [A] , geboren te [plaats] [geboortedatum] , overleden [1982] , rechten op aandelen kunnen doen gelden.”
4.Het geschil
5.De beoordeling
Het besluit tot statutenwijziging
“Van dit besluit blijkt uit een aan deze akte gehecht exemplaar van de notulen van de aandeelhoudersvergadering.”. [eisers] hebben terecht aangevoerd dat een notariële akte dwingende bewijskracht heeft. De rechtbank moet er daarom in beginsel vanuit gaan dat wat er in de akte staat waar is en dat het besluit tot statutenwijziging dus genomen is op 14 januari 2018.
“14 januari 2018”geschreven, althans daar lijkt het sterk op. De notulen hebben als titel:
“Notulen van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders (…)”en in de tekst komt meerdere keren het woord
“vergadering”terug. Op de zitting heeft [gedaagde 2] gesteld dat hij de notariële akte heeft opgesteld aan de hand van deze notulen. Daarom is de datum
het tot stand komen vanbesluiten regelen. Relevant in dit verband is dat [eisers] het besluit tot statutenwijziging niet hadden kunnen tegenhouden. Als zij tijdens de vergadering op 10 januari 2018 gebruik hadden kunnen maken van hun vergader- en stemrecht, had [erflater] het besluit alsnog kunnen nemen.
in een algemene vergadering, waarin ten minste twee/derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is, met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen.”[erflater] vertegenwoordigde meer dan het vereiste geplaatste kapitaal. De stemmen van [eisers] waren niet nodig om tot de vereiste meerderheid van stemmen te komen. Een doorslaggevende stem zouden zij dus niet hebben gehad. Hen is wel de kans ontnomen om de vergadering bij te wonen en daar hun standpunt naar voren te brengen. Dat levert een weliswaar geldig, maar aantastbaar (vernietigbaar) besluit op en die situatie valt onder de reikwijdte van artikel 2:15 lid 1 sub a BW en niet onder die van artikel 2:14 BW.
“tengevolge van overlijden”(in dit geval van [erflater] ) “
geen andere personen dan één of meer bloedverwanten in de rechte neerdalende lijn van wijlen de heer [A] ”(de vader van [eisers] en [erflater] en de grootvader van [gedaagde 3] )
“rechten op aandelen kunnen doen gelden”. Die situatie doet zich hier voor. Er is geen sprake van een aanbiedingsplicht als bedoeld in artikel 12 lid 1. Dat betekent dat aan
1.126,00(2 punten × tarief II € 563,00)
1.126,00(2 punten × tarief II € 563,00)