Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1] , wonende te [woonplaats] ,
1.[gedaagde 1] , wonende te [woonplaats] ,
3.[gedaagde 3] , wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De vordering (na wijziging van eis)
3.De beoordeling
Samenvatting van het geschil tot nu toe
tenzij [eiser 1] gelet op de mededelingen die door gedaagden zijn gedaan de afwezigheid van de restverontreiniging niet behoefden te betwijfelen". Dat [eiser 1] afwezigheid nu juist wel moest betwijfelen volgt evenwel uit de mededeling van de verkopers dat er een saneringsrapport bestond. De op die mededeling van de verkopers gebaseerde overweging van de kantonrechter dat [eiser 1] er
"niet vanuit mocht gaan dat het perceel asbestvrij zou zijn"staat er in dat licht bezien aan in de weg dat gedaagden desondanks verweten kan worden een mededelingsplicht te hebben geschonden. Als [eiser 1] het saneringsrapport waarvan in de koopovereenkomst melding was gemaakt had bestudeerd, dan had zij de gebruiksbeperkingen van deellocatie [X] kunnen zien. Het beroep van gedaagden op de door [eiser 1] geschonden onderzoeksplicht staat daarom volgens hen aan toewijzing van de vordering in de weg. Tegen deze achtergrond verzoeken gedaagden de kantonrechter om terug te komen van zijn eerdere eindbeslissing.
het normaal gebruikvan de woning belemmert en gedaagden hierover onjuiste inlichtingen hebben gegeven aan [eiser 1] . Zij hadden in de vragenlijst immers aangegeven dat sprake was van sanering en zij hadden in artikel 6.4.1 van de koopovereenkomst – in strijd met hetgeen hen op grond van het Saneringsrapport bekend had moeten zijn – opgenomen dat de verkoper niet bekend is dat de onroerende zaak een verontreiniging bevat die ten nadele van het normaal gebruik als bedoeld in artikel 6.3 strekt of die heeft geleid of zou kunnen leiden tot een verplichting tot schoning van de onroerende zaak, dan wel het nemen van andere maatregelen. Aldus mocht [eiser 1] er weliswaar niet vanuit gaan dat er zich geen asbestverontreiniging in het perceel zou bevinden, maar mocht zij op basis van die (onjuiste) mededelingen wel de afwezigheid van een asbestverontreiniging
die het normaal gebruik belemmertveronderstellen. Nu de mededelingsplicht, zoals hiervoor onder 3.7 is overwogen, voorgaat op de onderzoeksplicht, kan [eiser 1] niet worden tegengeworpen hier geen nader onderzoek naar te hebben uitgevoerd.