ECLI:NL:HR:2008:BF0407
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Ontbinding koopovereenkomst wegens non-conformiteit en dwaling in het overeenkomstenrecht
In deze zaak gaat het om de ontbinding van een koopovereenkomst tussen [eiser] en de Gemeente Kampen, waarbij de vraag centraal staat of het gekochte pand voldeed aan de verwachtingen van de koper. [Eiser] had een restaurant en was voornemens het pand aan de [a-straat 1] te [plaats] te kopen, dat de status van rijksmonument had. De Gemeente had het pand te koop aangeboden, maar [eiser] was niet op de hoogte van belangrijke constructieve gebreken. Na de koopovereenkomst van 16 december 2002, die werd gesloten na onderhandelingen, bleek het pand niet geschikt voor de beoogde functie als restaurant. De Gemeente had nagelaten om relevante informatie over de constructieve staat van het pand te delen, wat leidde tot een geschil over non-conformiteit.
De rechtbank Zwolle wees de vorderingen van de Gemeente tot nakoming van de koopovereenkomst af, maar ontbond de overeenkomst in reconventie. In hoger beroep oordeelde het gerechtshof te Arnhem dat de Gemeente niet tekortgeschoten was in haar mededelingsplicht, en dat [eiser] zelf ook onderzoek had moeten doen naar de staat van het pand. Dit leidde tot een verwerping van het hoger beroep van [eiser].
In cassatie werd de zaak door de Hoge Raad beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de verhouding tussen de mededelingsplicht van de verkoper en de onderzoeksplicht van de koper correct had ingeschat. De Hoge Raad verwierp het beroep van [eiser] en bevestigde de eerdere uitspraken, waarbij [eiser] werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel koper als verkoper in het kader van de koopovereenkomst, vooral in situaties waar de koper op de hoogte is van mogelijke gebreken.