ECLI:NL:RBOVE:2022:1518
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand in de vorm van een geldlening en de gevolgen daarvan voor de eiser met hersenletsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die als gevolg van een ernstig vrachtwagenongeluk hersenletsel heeft opgelopen, en het college van burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten. Eiser had bijstand aangevraagd in de vorm van een geldlening van € 261.954,57, welke hem was toegekend per 1 juli 2019. Het college had eerder zijn aanvraag afgewezen, maar na bezwaar werd de lening verstrekt met de verplichting om deze af te lossen. Eiser stelde dat de lening onevenredig bezwarend was en dat hij recht had op bijstand 'om niet'. De rechtbank oordeelde dat eiser te snel op zijn vermogen had ingeteerd en dat er sprake was van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. Echter, de rechtbank vond ook dat de keuze van het college om bijstand in de vorm van een lening te verstrekken, gezien de hoge lening en de gevolgen voor eiser, onevenredig bezwarend was. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op een nieuw besluit te nemen, waarbij het betaalde griffierecht en proceskosten aan eiser vergoed moesten worden.