ECLI:NL:RBOVE:2022:1284
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van een indicatie voor zorg op grond van de Wet Langdurige Zorg (Wlz) en de beoordeling van verstandelijke handicap
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 15 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van Bestuur van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Eiseres had een aanvraag ingediend voor een indicatie voor zorg op basis van de Wet Langdurige Zorg (Wlz), maar het CIZ weigerde deze aanvraag. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van het CIZ, waarin het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag ongegrond werd verklaard. Eiseres, die bekend is met psychische en lichamelijke problematiek, ontving een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en stond onder bewind. De rechtbank heeft vastgesteld dat het CIZ de aanvraag op zorgvuldige wijze heeft beoordeeld en dat er geen blijvende noodzaak voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid is vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de medisch adviseur van het CIZ voldoende informatie had verzameld en dat de conclusie dat er geen sprake is van een verstandelijke handicap goed was onderbouwd. Eiseres had aangevoerd dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was, maar de rechtbank volgde dit standpunt niet. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiseres ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.