Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
Stichting Leefbaar Buitengebied, te Geerdijk, eiseres A
Stichting Omgevingsrecht, te Almelo, eiseres B
het college van burgemeester en wethouders van Ommen, verweerder
Als derde-partij neemt aan het geding deel: [naam 1] te Ommen
Procesverloop
Overwegingen
22 december 2015 hebben Gedeputeerde Staten van Overijssel (hierna: GS) deze vergunning verleend. Op grond van artikel 9.4 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) geldt deze vergunning als een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wnb.
GS hebben schriftelijk meegedeeld dat het thans voorliggende project in overeenstemming is met de op 22 december 2015 verleende vergunning.
17 januari 2018 ter inzage gelegen. Een ieder is in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. Er zijn enkele zienswijzen ingediend. Voor zover de zienswijzen betrekking hebben op het voornemen om de vereiste vvgb te weigeren, zijn de zienswijzen doorgezonden naar de raad van Twenterand.
geenbelanghebbende is bij dit besluit en waarbij deze (rechts)persoon, voorafgaand aan dit beroep, een zienswijze heeft ingediend tegen het ontwerpbesluit, deze niet-belanghebbende in beroep kan worden ontvangen. De niet-belanghebbende kan zowel beroepsgronden over de procedure als beroepsgronden over de inhoud naar voren brengen, maar het is te voorzien dat diens beroepsgronden vaak, vanwege het in artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) neergelegde relativiteitsvereiste, niet tot vernietiging van het bestreden besluit zullen kunnen leiden.
welbelanghebbende is hoeft geen zienswijze in te dienen tegen het ontwerpbesluit. Deze belanghebbende kan in zijn beroep worden ontvangen en hij kan alle onderdelen bestrijden.
17 juli 2018 verleende vvgb. Volgens SLB had verweerder een nieuw ontwerpbesluit ter inzage moeten leggen en had verweerder de raad van Twenterand om een nieuwe vvgb moeten vragen. Ter onderbouwing van deze beroepsgrond heeft SLB twee redenen aangevoerd.
19 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:518.
26 september 2018) de ruimtelijke onderbouwing is aangepast/aangevuld. Deze aanpassing heeft betrekking op een verandering in de geurreductie van de gebruikte luchtwasser. Dit betreft volgens SLB een wijziging van de aanvraag die niet van ondergeschikte aard is. Op het moment van deze wijziging had het ontwerpbesluit al ter inzage gelegen en had de raad van Twenterand al een vvgb afgegeven. Verweerder had een nieuwe vvgb moeten vragen, uitgaande van de gewijzigde ruimtelijke onderbouwing. Deze nieuwe vvgb had verweerder, samen met een nieuw ontwerpbesluit, ter inzage moeten leggen.