ECLI:NL:RBOVE:2021:4436
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering afgifte VOG voor de functie van ervaringsdeskundige HBO bij de gemeente Almelo
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de minister voor Rechtsbescherming over de weigering van de afgifte van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor de functie van ervaringsdeskundige HBO bij de gemeente Almelo. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister de aanvraag op goede gronden heeft afgewezen. De eiser had op 27 augustus 2020 een aanvraag ingediend voor de VOG, maar deze werd afgewezen op basis van justitiële gegevens die binnen de terugkijktermijn van vier jaren waren geregistreerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser in het verleden was veroordeeld voor mishandeling en het niet voldoen aan een ambtelijk bevel, wat volgens de minister een risico voor de samenleving met zich meebracht, gezien de functie van de eiser waarbij hij met kwetsbare personen werkt.
De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder zijn stelling dat hij hoger beroep had ingesteld tegen de strafrechtelijke veroordeling, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de minister de justitiële gegevens mocht betrekken bij de beoordeling van de VOG-aanvraag, ongeacht het feit dat de veroordeling nog niet onherroepelijk was. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de minister terecht het belang van de bescherming van de samenleving zwaarder heeft laten wegen dan het belang van de eiser bij afgifte van de VOG. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en de weigering van de VOG bevestigd.