ECLI:NL:RBOVE:2021:3152
Rechtbank Overijssel
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beslag op gestolen Porsche 911 Carrera en teruggave aan verzekeringsmaatschappij
In deze zaak heeft een man uit Polen een Porsche 911 Carrera uit 1974 gekocht via internet bij een garage in Nederland. De auto bleek echter gestolen te zijn in Duitsland en werd tijdens het transport door de Nederlandse politie in beslag genomen. De koper, aangeduid als klager, verzocht de raadkamer om teruggave van zijn sportauto. De raadkamer oordeelde dat de Porsche niet aan de klager kon worden teruggegeven, maar aan de verzekeringsmaatschappij van de bestolen eigenaar, Provinzial Nord Brandkasse Aktiengesellschaft. De reden hiervoor was dat de koop niet ter goeder trouw was, aangezien de auto te goedkoop was en omgekat bleek te zijn. De klager had meer onderzoek moeten doen naar de herkomst van de auto.
Het klaagschrift, ingediend door de advocaat van de klager, betrof een op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering gelegd beslag op de Porsche. De raadkamer heeft de zaak behandeld op een openbare zitting, waarbij zowel de officier van justitie als de raadsman van de klager aanwezig waren. Klager was niet verschenen, maar de verzekeringsmaatschappij was ook niet aanwezig. De raadkamer heeft kennisgenomen van het dossier en de standpunten van de betrokken partijen. De officier van justitie stelde dat klager niet als verkrijger te goeder trouw kon worden aangemerkt, en dat het belang van strafvordering zich verzette tegen teruggave aan de klager.
De raadkamer concludeerde dat het klaagschrift ongegrond was en dat de inbeslaggenomen Porsche aan de verzekeringsmaatschappij moest worden afgegeven, omdat deze redelijkerwijs als rechthebbende van de auto moest worden aangemerkt. De beslissing werd genomen door rechter B.W.M. Hendriks, in aanwezigheid van griffier D.N. Esajas, en werd openbaar uitgesproken op 4 augustus 2021.