Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
- dat de huurovereenkomst eindigt op 30 juni 2021, althans een door de kantonrechter te bepalen tijdstip, met bepaling dat [gedaagde] tegen dat tijdstip de woning moet hebben verlaten en het gehuurde moet hebben ontruimd, met medeneming van alle persoonlijke eigendommen en achterlating van datgene dat bij de woning hoort;
- dat het [eiser] is toegestaan om deze ontruiming te effectueren door deurwaardersbijstand, indien [gedaagde] niet, na de betekening van dit vonnis, de woning zal hebben verlaten en ontruimd;
- dat [gedaagde] wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure.
4.De beoordeling
Het toetsingskader
zobijzonder dat deze de belangenafweging in het voordeel van [gedaagde] doen uitvallen. De zoektocht naar een woning en een verhuizing kosten nu eenmaal tijd en energie. Dat geldt evengoed voor [eiser] als voor [gedaagde] . Niet valt in te zien dat het belang dat [gedaagde] hecht aan zijn huidige sociale setting zwaarder zou moeten wegen dan het belang van [eiser] om in zijn eigen woning te kunnen wonen in plaats van als een nomade rond te trekken in afwachting van het vrijkomen van zijn woning. Ook kan het argument van [gedaagde] , dat hij zo druk bezig is met zijn werk c.q. zijn eigen bedrijf, dat hij geen tijd kan vrijmaken om een andere woning te zoeken en de verhuizing te organiseren, de kantonrechter niet overtuigen. Afgezien van de vraag waar [gedaagde] dan zo druk mee bezig is, is de kantonrechter van oordeel dat van hem gevergd moet kunnen worden om tijd vrij te maken voor een verhuizing. Aan de zijde van [eiser] legt de omstandigheid dat hij een dochter heeft, die een aantal dagen per week bij hem woont, meer gewicht in de schaal. Daar komt bij dat het oorspronkelijk de bedoeling van beide partijen was om de huurovereenkomst voor bepaalde tijd aan te gaan en dat [gedaagde] al lange tijd weet dat [eiser] de woning zelf wil gaan bewonen.
heeftimmers een woning die zijn eigendom is. Om diezelfde reden hoeft van [eiser] ook niet te worden gevergd dat hij in tijdelijke woningen en op campings blijft wonen.